Kwartierstaat van Sweder van der Ese

Generatie 1 (proband)

1 Sweder van der Ese, geboren in 1515.
Notitie bij Sweder: Vanaf 1519 vermeld als leenman
Sweder trouwde, ongeveer 25 jaar oud, omstreeks 1540 met Margaretha van Laerwold.
Kinderen van Sweder en Margaretha:
I. Hadewych van der Ese. Hadewych is overleden in 1539.
Notitie bij Hadewych: Vanaf 1535 vermeld als leenvrouwe. Hulder Jan Mulart Lubbertszoon.
II. Margrete van der Ese. Margrete is overleden in 1557.
Notitie bij Margrete: Vermeld als leenvrouwe na de dood van haar zuster in 1539.
Hulder Dirich van Voerst Janszoen.
III. Lysbeth van der Ese. Lysbeth is overleden in 1611.
Notitie bij Lysbeth: Vermeld als leenvrouwe na de dood van haar zuster in 1557.
Hulder haar man Eylke Unsta.
IV. Suzanne van der Ese, geboren in 1550.

Generatie 2 (ouders)

2 Bertholt van der Ese, geboren omstreeks 1440. Bertholt is overleden in 1519, ongeveer 79 jaar oud.
Notitie bij Bertholt: Vanaf 1484 vermeld als leenman
Bertholt trouwde (2) met [waarschijnlijk] Elisabeth van Viermundt.
Hij trouwde (1) met
3 NN ter Helle.
Kind uit dit huwelijk:
I. Sweder van der Ese, geboren in 1515 (zie 1).

Generatie 3 (grootouders)

4 Johan van der Ese. Johan is overleden in 1484.
Notitie bij Johan: Vermeld vanaf 1433 als leenman.
Hij trouwde met
5 Heilwich toe Water. Heilwich is overleden in 1462.
Notitie bij Heilwich: Vermeld 1456 waarin zij wordt beleend met het erve Toessing in Emmen onder Dalfsen, onder hulderschap van haar echtgenoot Johan van der Eze.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Gerrit van der Ese, geboren omstreeks 1430.
Notitie bij Gerrit: Oorkonde van 5 januari 1462: De Bisschop beleend Gerrit van der Ese, na de dood van zijn moeder, Heijlewich, Gerrits dochter van den Water, het erve Toessing, in de buurtschap Emmen onder het kerspel Dalfsen, met toebehoren en ene waar in Dalmsholt.
II. Bertholt van der Ese, geboren omstreeks 1440 (zie 2).

Generatie 4 (overgrootouders)

8 Sweder van der Ese. Sweder is overleden vóór 1433.
Notitie bij Sweder: Uit het leenrepertorium; Schoutambt Vollenhove;
"Dat goet ter Kemenade mit sinen toebehoren. Item die Heve. Item dat Poerlant. --- .
Item den halven tienden over drie huys in der Lewet. --- . Item den halven tienden
over twe huys to Cadolen. --- . Item seven mudde ... uyt des Conengoede in der
Lewet."
Kind van Sweder uit onbekende relatie:
I. Johan van der Ese (zie 4).
10 Geert toe Water.
Kinderen van Geert uit onbekende relatie:
I. Heilwich toe Water (zie 5).
II. Hendrik toe Water.

Generatie 5 (betovergrootouders)

16 [misschien] Herman van der Ese, geboren omstreeks 1305. Herman is overleden omstreeks 1382, ongeveer 77 jaar oud.
Notitie bij Herman: In oorkonde van 1313 vermeld als dochterkint van ridder Engelbert van Peize.
Zijn vader doet dan een huwelijksbelofte dat zijn zoon Herman zal trouwen met de dochter van Herman Vleisch, zodra de tijd daar is.
Komt voor in een oorkonde van 1370; zie bij Johan III van Ruinen.
Wordt nog vermeld als leenman tussen 1379 en 1382. Zijn naam is in het register van die periode doorgehaald en vervangen door Sweder van der Ese, vermoedelijk zijn zoon.
Hij trouwde met
17 Lise (Elisabeth) van Kuinre, geboren omstreeks 1305.
Notitie bij Lise: OGD0242 dd. 1 mei 1313; Johan van der Ese verklaart met Herman Vleisch overeengekomen te zijn om zijn zoon Herman, dochterskind van Engelbert van Peize te verloven met Lise, dochter van Herman Vleisch.
Kind uit dit huwelijk:
I. [vader:misschien] Sweder van der Ese (zie 8).

Generatie 6 (oudouders)

32 Johan van der Ese, geboren omstreeks 1280.
Notitie bij Johan: Vermoedelijk was hij de bouwer van de borg op de Ese, de "ïes" in het dialect, of de es, een hoger gelegen gebied dat al voor het jaar 0 bewoond is geweest.
Vermeld in oorkonde van 1 mei 1313 Ogd0242. (CRM14) (Corpus van Reenen-Mulder), een overeenkomst van Johan van de Ese met Herman Vleisch. Hij belooft dat zijn zoon Herman zal trouwen met Lise, de dochter van Herman Vleisch (van Kuinre). Zijn zwager Roelof van Peize is medezegelaar.
Johan van der Ese is getrouwd met een dochter van Engelbertus van Peize, ridder.
Hij trouwde, ongeveer 20 jaar oud, omstreeks 1300 met de ongeveer 20-jarige
33 NN van Peize, geboren omstreeks 1280. NN is overleden vóór 1375, ten hoogste 95 jaar oud.
Notitie bij NN: In oorkonde van 1313 vermeld als dochter van ridder Engelbert van Peize en gehuwd met Johan van der Ese, knape.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Boldewijn van der Ese, geboren omstreeks 1300.
II. Hendrik van der Ese, geboren omstreeks 1300.
Notitie bij Hendrik: Vermeld in de oorkonde ogd0286 de dato 18 januari 1325 waarin Otto van Norch en anderen verklaren de verpande goederen van Pelgrim van Putten binnen zekere tijd te zullen lossen.
Mogelijk ook vermeld als leenman van de bisschop van Utrecht in 1379 van grond in het kerspel Vollenhove en het kerspel van Steenwijk. Tevens van tienden in Dwingelo, die Roelof van Steenwijk van hem "voert holt".
III. Herman van der Ese, geboren omstreeks 1305 (zie 16).
34 Herman Vleisch van Kuinre, geboren omstreeks 1275. Herman is overleden vóór 1335, ten hoogste 60 jaar oud.
Notitie bij Herman: Zie ook: http://www.ourfamilyhistories.org/getperson.php?personID=I140841&tree=00
Herman wordt ook vermeld als Herman Vleisch.
OGD0242 dd. 1 mei 1313; Johan van der Ese verklaart met Herman Vleisch overeengekomen te zijn om zijn zoon Herman, dochterskind van Engelbert van Peize te verloven met Lise, dochter van Herman Vleisch.
Oorkonde van 16 oktober 1313: De Bisschop van Utrecht verklaart dat hij, daar de kastelein van Vollenhove aldaar niet wil wonen,omdat er geen burgleen is, met toestemming der kapittelen aan Hermannus Vleesch, schout van Vollenhove, als woonhuis een erf heeft gegeven, dat de Bisschop zelf heeft versterkt, en 15 zw. Torn. uit de gruit te Kampen in erfelijke leen van vader op oudsten zoon met de verplichting het slot te bewaren.
Herman Vleisch is schout van Vollenhove en krijgt van de bisschop van Utrecht in 1316 het kasteleinschap van Vollenhove. Herman krijgt direct naast het slot een stuk grond voor hem en zijn nageslacht als borgleen. De vorige heer van Vollenhove, Herman van Vollenhoven was in 1310 gestorven als een arme man daar hij al zijn goed en geld had verloren in de strijd tegen de aanvallende Stellingwervers. De bisschop Guy van Avernes heeft hem geldelijk in de steek gelaten. Opvolgers waren moeilijk te vinden.
Zie over Vollenhove ook: http://www.henkvanheerde.nl/vollenhove/Oldehuis/oldehuis.htm
In een oorkonde van 19 mei 1315 doen Herman van Voorst en Johan, zoon van Volrad, samen met anderen, uitspraak in een geschil tussen Johan van der Ese en Herman van Kuinre.
Beroep:
schout van Vollenhove
Hij trouwde, ongeveer 17 jaar oud, omstreeks 1292 [bron: Ourfamilyhistories I 140841] met
35 NN van NN.
Kind uit dit huwelijk:
I. Lise (Elisabeth) van Kuinre, geboren omstreeks 1305 (zie 17).

Generatie 7 (oudgrootouders)

64 [waarschijnlijk] Frederick genaamd van de Eze van Heeckeren, geboren omstreeks 1245.
Hij trouwde, ongeveer 25 jaar oud, omstreeks 1270 met de ongeveer 30-jarige
65 NN van der Eze, geboren omstreeks 1240.
Notitie bij NN: De voorouderlijke lijn is waarschijnlijk onvolledig.
Haar zoon johan staat vermeld als de mogelijke bouwer van het landgoed de Ese bij Steenwijk. Maar het is waarschijnlijker dat omstreeks 1170 een van der Ese, misschien een broer van haar grootvader Everhardus, een leengoed heeft gekregen van de bisschop van Utrecht, om nabij de motte (de Basse) op de grens met Friesland, een versterkt huis te bouwen, om de grenzen van het Oversticht beter te kunnen bewaken. In die tijd zijn daar meer burchten gebouwd, zoals ook in Vollenhove. Een Rutger van der Ese kan een nazaat zijn van deze bouwer. Rutger is overleden bij de slag bij Ane in 1227, waarna de burcht de Ese, vernoemd naar hun voorvaderlijk bezit de Eze in Gelderland, door vererving in handen is gekomen van haar vader Steven.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Frederik van Heeckeren genaamd van der Eze, geboren omstreeks 1270 in Gorssel. Frederik is overleden in 1320, ongeveer 50 jaar oud.
Notitie bij Frederik: Frederik van Heeckeren van der Eze (ook Fredericus de Heeckeren en Vrederic van der Ese), hij is de eerste erkende stamvader van het geslacht van Heeckeren (van Rechteren), knape 1295, ridder 1305, bezitter van het huis de Ese te Almen, overl. 1320, huwt Mechteld van Rinwich, vermeld 1309-1320.
Frederik trouwde met Mechteld van Randwijck. Mechteld is geboren omstreeks 1279. Mechteld is overleden na 1320, minstens 41 jaar oud.
II. [vader:waarschijnlijk] Zweder van Rechteren van Heeckeren, geboren omstreeks 1275.
Notitie bij Zweder: Vermeld als oom van Johan van Buckhorst en verwant aan Laurens van der Eese.
III. [vader:waarschijnlijk] Johan van der Ese, geboren omstreeks 1280 (zie 32).
IV. Stephanus van der Eze, geboren omstreeks 1285.
Notitie bij Stephanus: Vermeld in 1310
66 Eg(gel)bertus van Peize van Almelo, geboren omstreeks 1250. Eg(gel)bertus is overleden in 1313, ongeveer 63 jaar oud.
Notitie bij Eg(gel)bertus: Engelbertus van Peize staat in enkele geschriften vermeld heer van Almelo, als nazaat van Hendrik I van Almelo. Dit is echter niet juist. Zijn vader Rudolph of Roelof was getrouwd met een dochter van Hendrik van Almelo die was gehuwd met Aleidis van Woudenberg. Rudolph was borgheer op een van de leengoederen van het huis Almelo en zijn nakomelingen zijn dat gebleven.
Wordt genoemd in een oorkonde van 1313 als ridder van Peize, wiens dochter getrouwd is met Johan van der Ese en waarin zijn kleinzoon Herman zal trouwen met de dochter Lise van Herman Vleisch.
Hij trouwde, ongeveer 20 jaar oud, omstreeks 1270 met
67 NN van NN. NN is overleden omstreeks 1295.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Rudolf van Peize van Almelo, geboren omstreeks 1275. Rudolf is overleden na 1335, minstens 60 jaar oud.
Notitie bij Rudolf: Vermeld tussen 1308 en 1335.

ogd0245 de dato 23 oktober 1313. Rodolphus van Peize verklaart de helft zijner tienden te Benneveld aan de buren aldaar te hebben verkocht

ogd0279 de dato 4 juli 1323. Johannes van Almelo verklaart met zijn broeder Egbertus de hun toekomende nalatenschap te hebben gescheiden volgens de uitspraak van Johan, graaf van Bentheim, en anderen. Vermeld staat Rodolf van Peize.

ogd0296 de dato 25 januari 1326. Roelof van Peize, Egbert van Groenenberg en enige anderen verklaren borg te blijven voor een schuld van de bisschop van Utrecht aan de heer van Keppel.

Ogd0339 van 3 november 1334. Rudolf van Peize verkoopt met zijn 4 zoons hun goederen te Halen aan het convent van Assen, voor de helft en de andere helft aan zijn familie te Eelde. (Rodulphus, zoon van Eggelbertus, ridder van Peize, en zijn zoons Eggelbertus, Rodolphus, Bernardus en Hermannus. Eggelbertus de oudste broer is meerderjarig en is medezegelaar van de oorkonde. Getuigen Hermannus, genaamd Schulte (te Eelde).)

Komt voor in een oorkonde van 1335 waarin hij aan de abt van Dikninge vraagt om geen geld te geven aan Otto van Norch vanwege de overdracht van goederen te halen, omdat hij daar rechten op heeft en hij deze verkocht heeft aan het convent van Assen.
Vermoedelijk is in 1334 of iets eerder zijn vrouw, een zuster van Otto van Norch, overleden die (mede)aanspraak had op rechten in Halen.
Rudolf trouwde met NN van Norch. NN is geboren omstreeks 1275, dochter van Hendrik II van Kuinre van Norch (zie 136) en NN van (Ruinen). NN is overleden na 1327, minstens 52 jaar oud.
Notitie bij NN: De vrouw van Roelf van Pedze is een zuster zijn van Otto van Norch.
II. NN van Peize, geboren omstreeks 1280 (zie 33).
III. Bertradis van Peize, geboren omstreeks 1300.
Notitie bij Bertradis: Overgenomen van: http://www.pdejong.com/genealogie/parenteel/vanruinen/d1.htm
Bertradis trouwde in Peize met Steven (Stephanus) van Zuidvelde van Ruinen. Steven is geboren omstreeks 1292, zoon van Johan (II) van Ruinen en Ermengarde van NN. Steven is overleden na 1328, minstens 36 jaar oud.
Notitie bij Steven: In een oorkonde van 24 november1325, waarin de bisschop van Utrecht het over de Drenten gevelde vonnis laat voorlezen, komen in de tekst veel namen voor waaronder een Stephanus van Zuidvelde vermeld. Deze moet dezelfde persoon zijn als Stephanus van Ruinen. De in de tekst voorkomende namen zijn: Arend, zoon van Heer Heyne van Norch, Menso van Echten, Arend Volcker Egbertszn, Arend Lansinck van Ruinen, Jan Calf, Jan van Echten, Volker zijn broer, Roelof Polmans zoon. Dan nog: Gerardus Clencke, Otto van (N)Orch, H van Eelde, Bertold Knas (van Eelde), Egbert van Peize, Coenraad in de Gore (van Steenwijk), Gerard Mensinc, Juvenis Tiedse, Herman Polman, Egbert van Echten, Roelof van Angelslo, H van (N)Orch, Hendrik van Ansen, Ose zijn zoon, Ludekin Boelenszn zijn broer, Herman Dous (Deurse?), Frederik van Rolde, Stephanus van Zuidvelde, Bertold Hiddinck, Hugo van Deurse, Roelof Meijerinck, Otto Stroems (aan de stroom), Alf Drens, Coep Helmersinc.
Stephanus moet dan leenman zijn van Zuidvelde.
Bij brief van 8 december 1325 doet Steven afstand van een boterpacht, die door Arnold Lansinge wordt geschonken aan het convent van Dikninge. Otto van Norch en Johannes Clencke, zijn zwagers, gaan hiermee accoord, namens zijn zusters.
In 1328 was hij knape en getuige bij de beslechting van een twist tussen bisschop Johan en de Drenten over de precarien.

8 december 1325. Arnoldus Lansinghe zoon van Mewekinus, den broeder van wijlen Johannes van Ruinen, schenkt, met zijne moeder, -na de toekenning ener kloosterprebende door de abdij aan zijne beide zusters Agnesa en Lysa, - aan die abdij ene rente van 4 emmers boter uit: ene hoeve bij het huis van Coenradus van Meppel, halve hoeven van Rycolue Heynghe, Folpardus gezegd Mannes, Thethardus Folpardus’-zoon en Wieke Bebinghe en viertelen van Nanno gezegd Vrese en Syfriedus Deduen. Met verklaring van Stephanus domicellus, zoon van wijlen Johannus van Ruinen, dat hij zijne rechten op genoemde rente afstaat; -en van Henricus, schulte van Eelde, Otto van Norch en Johannes Clencke, zwagers van genoemde Stephanus, dat zij deze schenking goedkeuren en bekrachtigen, dat zij beloven dat Stephanus en Arnoldus de acte zullen bezegelen, zodra zij zelf zegels zullen bezitten, dat ook zonder die zegels deze acte van kracht zal zijn en dat hunne zegels aan de acte zijn bevestigd.

ogd0314 van 26 mei 1328; De overheden van Drenthe doen mededeling dat zij de uitspraak van scheidslieden in de geschillen tussen hen en de bisschop van Utrecht hebben bekrachtigd. Vermeld worden Steven van Ruinen, Godfried van Borculo, Reynald prefect in Coevorden, Bertold prefect in Groningen, Johannes van Bronchorst, Thomas van Diest, Johannes Redinck, Hendrik van Vianen, Johannes Geusinge, Alfred van de Schure;
IV. Egbert van Peize, geboren omstreeks 1285.
Notitie bij Egbert: Vermeld als Heer van Peize.
Vermoedelijk dezelfde als Egbertus van Peize vermeld in de oorkonde van 28 april 1313 waarin het klooster van Aduard een overeenkomst aangaat met de zijlvesten van Liewerderwolde, van Peize, van Roderwolde en Foxwolde over het aanbrengen van een sluis.
Egbert trouwde met NN van NN.
68 Volrad (Wolter) van Kuinre, geboren omstreeks 1240. Volrad is overleden omstreeks 1295, ongeveer 55 jaar oud.
Notitie bij Volrad: Komt voor in oorkonden tussen 1276 en 1293.
Zie ook: http://www.ourfamilyhistories.org/getperson.php?personID=I140852&tree=00
(Volrad kan ook een nazaat zijn van Wouter Crane, vermeld omstreeks 1200. Wouter is waarschijnlijk een broer van Hendrik de Crane van Kuinre. Volrad kan een verschrijving zijn van Wouter of Wolter.)
Moet zijn vader Hendrik na diens overlijden tussen 1265 en 1275 zijn opgevolgd als heer van Kuinre.
Vermeld in 1275 waarin hij medezegelaar is van een akte van de bisschop van Utrecht waarin Genemuiden stadsrechten krijgt conform de steden Deventer, Zwolle en andere steden in het Salland.
Oorkondenboek Sticht Utrecht. nr. 1907. Hasselt 1276 op 8 juli is ridder Volradi van Kuinre getuige van een verleende vergunning door elect Jan aan de schepenen en burgers van Zwolle om een weg tussen Zwolle en Lenthe te maken en tol te heffen ter bestrijding van de aanlegkosten. Andere getuigen: ridder Hendrik heer van Borculo, ridder Arnold van Almelo, ridder Hako van Ruitenberg, Willem van Bukhorst, Rudolf van de Ese, Hendrik van Almelo. Volrad is in 1275/1276 ridder, dus minimaal 21 of 30 jaar oud en moet geboren zijn voor 1255.
Hij trouwde met [waarschijnlijk]
69 Luthgard van NN.
Notitie bij Luthgard: iVan der Aa e.a., Biographisch Woordenboek der Nederlanden (Van der Aa)
LUTHGARD, was de echtgenoote van Volrad, ridder van Kuinre. Ten jare 1284 bezaten deze echtelingen twee zonen, Johan, de oudste, en Volrad. Zie v.d. Chijs, de Munten der Heeren en Steden van...
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Johan van Kuinre, geboren omstreeks 1265. Johan is overleden na 1331, minstens 66 jaar oud.
Notitie bij Johan: In een oorkonde van 19 mei 1315 doen Herman van Voorst en Johan, zoon van Volrad, samen met anderen, uitspraak in een geschil tussen Johan van der Ese en Herman van Kuinre.
Nr 134 19 mei 1315. (Vrije vertaling Anne Post)
Uitspraak omtrent Johan van der Ese.
(blz 154) Op maandag na de dag van St Servaes, op de Gore, deed Herman van Voorst mij verslag van het geschil tussen Johan van der Ese ter ene zijde en Herman van Kuinre ter andere zijde; dat hij daaromtrent een uitspraak gewezen heeft met Johan de zoon van Heer Volrad en met hen die beide partijen als scheidslieden hadden aangenomen. Dat waren Johan van der Leck, Engelbrecht van Gerner, Alfaer van der Scure, Heyneman (Heyne = Hendrik) de zoon van Grote Wouter en Wicher, de zoon van Helprich; verklaarden voornoemde scheidslieden een zoen (vredesovereenkomst) tussen beide partijen te hebben opgesteld die luidde als volgt:
Het goed dat de scheidslieden aan Herman van Kuinre en zijn vrouw toewijzen was dat leen dat Johan van der Ese zich vrij en eigen zal maken, niet bezwaard met schulden die Roelof van der Ese gemaakt had. Enz.

1331 juli 17. Den Haag
Graaf Willem III beleent heer Jan van Kuinre, ridder, met alle goederen die diens verwant Hendrik van Kuinre van hem in leen hield; voorts regelt hij de vererving van het leen.
Wi Willaem, grave etc. maken cond etc. dat wi heren Janne van Kuynre, ridder verlien alsulc goed als Heynric van Kuynre sijn neve van ons te lene helt, dats te weten: al dat gherechte van Kuynre; item dat gherechte van Emlarden half; vort dat oeverste rechte tote Orc; item alt gherechte van Orch drie weken voir sente Michiels daghei ende drie weken dair na; vort int dorp toit Espel die zeevond ende tverval van vechtelne ende van rove; item tgherechte te Vene; item tgherechte te Monike Kuynre dat in Stellinghe werve gheleghen es, ende zeventien hoeven lands in den selven gherechte; item dat erve tote Oisterzee dat men hiet Penning hure; item die gruite te Kuynre; item die berch die leghet ten van den dorpe te Kuynre ende hiet die Alde berchl. Van wilken goede voirscreven wi heren Janne voirs. sulke gracie ghedaen hebben dat na siere doet comen sal op Harman ende op Janne sinen kinderen ghesamender hand, in manieren dat Harman van ons ontfaen m sal, ende hi salre Jan uyt versien bi vrienden n alse weseliken es, ende dat sal Jan van Harman houden; ende al dit goed voerscreven zullen si van ons houden ten rechten lene.
In orkonde etc. Ghegheven in den Haghe des o woensdaghes na sente Margrieten dach int jaer ons Heren M CCC XXXIo.
II. Herman Vleisch van Kuinre, geboren omstreeks 1275 (zie 34).

Generatie 8 (oudovergrootouders)

128 Evert van Heeckeren. Evert is overleden omstreeks 1250.
Notitie bij Evert: Ridder, vermeld 1231-1245.
Kinderen van Evert uit onbekende relatie:
I. Evert van Heeckeren.
Notitie bij Evert: Ridder, vermeld 1253-1263, ministeriaal van de graaf van Gelre 1263,
II. Frederick genaamd van de Eze van Heeckeren, geboren omstreeks 1245 (zie 64).
130 [waarschijnlijk] Steven van der Eze, geboren omstreeks 1200.
Notitie bij Steven: Ridder.
Zie: W. de Haas, in Herald. Bibliotheek (1882), 12.
In 1236 gaf het kapittel te Xanten goederen te Gaanderen, tot dusverre door Everardus de Hese en zijn zoon Stephanus bezeten, aan het klooster Bethlehem in eigendom (Sloet, Oorkondenboek, no. 585). Deze Stephanus zou dezelfde kunnen zijn, in 1233 als ridder de Embrica voorkomende (Sloet, no. 563). Stephanus is in 1245 met Everardus de Hekeren en anderen getuige bij de begiftiging van het klooster Bethlehem door Herman graaf van Loon (Sloet, no. 650). Volgens een verklaring in 1310 door heer Willem, priester, afgelegd en onder de archieven van Berg berustend, had Stephanus miles de Hese (= heer van Hese) het gericht van Etten verkocht aan Adam heer van den Berg; er wordt geen jaartal genoemd, maar de overdracht moet tusschen 1243 en 1260 hebben plaats gehad, gedurende welke jaren Adam heer van den Berg was. Gelijke getuigenis gaven toen mede: Stephanus de Hese en Stephanus de Hese, diens neef, maar het blijkt niet hoe de familiebetrekking was met Stephanus heer van Hese. Ridder Stephanus komt nog in 1273 voor als getuige bij een opdracht aan Bethlehem (Sloet, no. 948). Hij had vermoedelijk een zoon: Fredericus de Hesa, of de Hijkere dictus de Heza, zie kol. 501 Frederik (1).
Kind van Steven uit onbekende relatie:
I. [waarschijnlijk] NN van der Eze, geboren omstreeks 1240 (zie 65).
132 Rudolf II van Peize, geboren vóór 1220. Rudolf is overleden na 1253, minstens 33 jaar oud.
Notitie bij Rudolf: Genoemd op pagina 46 van Magnin Geschiedkundig schoolboek van Drenthe.
Genoemd in oorkonde uit 1247; ogd0108, samen met zijn broer Rudolf, Gijsbert van Buchorst, Pelgrim van Putten, Wolter Radincg en R. schulte van Drenthe, ridders.
ogd0109 maart 1247, samen met zijn broer Rudolf, Rudolf van Norch, en Wolter Rading, Pelgrim van Putten, R. schulte van Drenthe, en Gijsbert van Buchorst, allen ridders.
Genoemd in oorkonde van 1249; ogd0112, Atholfus, Rodolfus en Folkerus, ridders te Pedese.
1253 Adolf en Rudolf van Peize worden met Koenraad van Groningen door de Fivelgoers gevangen genomen en naar Appingedam gebracht.
Hij trouwde, minstens 30 jaar oud, omstreeks 1250 met de ongeveer 15-jarige NN van Almelo.
Notitie bij het huwelijk van Rudolf en NN: Moet getrouwd zijn tussen 1249 en 1254 en heeft zich toen gevestigd in Almelo. Komt na 1249 niet meer voor als getuige in oorkonden samen met zijn broers Rudolf en Folkert.
133 NN van Almelo, geboren omstreeks 1235.
Kind uit dit huwelijk:
I. Eg(gel)bertus van Peize van Almelo, geboren omstreeks 1250 (zie 66).
136 Hendrik II van Kuinre van Norch, geboren omstreeks 1210. Hendrik is overleden na 1280, minstens 70 jaar oud.
Notitie bij Hendrik: Deze Hendrik is opgevoerd op grond van de oorkonde van omstreeks 1335 waarin de inkomsten van het kapittel te Utrecht zijn vermeld van de goederen van Hendrik (Heyne) van Norch en die als volgt zijn verdeeld (volgen de namen van de erven/opvolgers die dan nog in leven zijn en de leengoederen bezitten). De zoons van Heyne worden vermeld; Hille, de dochter van Gerard; Rudolf van Peize, de man van dochter NN; Folkert van Dwingelo, de man van Ermgard; Johan Pipe, de man van Johanna; en Otto van Norch.
Wycher, Heyne, Berta en Gerard zijn dan al overleden.
Van de vermelde kinderen staan enkele onderlinge relaties vast op grond van vermeldingen in oorkonden, zoals Wycher, Gerard en Otto en dochter NN g/m Rudolf van Peize. De broer/zuster verwantschap tussen Ermgard, Heyne, Berta en Otto is afgeleid van de oorkonde van 1316.
Mogelijk vermeld in oorkonden van 1263 en 1265; (Uit de Vos van Steenwijk, graven en heren van Kuinre)
"In een oorkonde van 11 september 1263 is hij getuige, als de Utrechtse bisschop, Hendrik van Vianden, een voorziening treft t.a.v. goederen van het klooster te Ruinen. Na vier geestelijken getuigen Hendrik van Almelo, Herman van Voerst, Hendrik van Overberch, Hendrik van Essen, Egbert van Groningen, Mewekinus van Ruinen, Hendrik van Kuinre, Elyas van Rininge, Volkier van Echten en Hendrik Scultinc van Eelde, ridders (Driessen, Monumenta Groningana deel I p. 40; O.B.G.D. I no. 134; O.B.U. III no. 1594 en O.B.O. II no. 278).
Op 21 april 1265 staat bisschop Hendrik aan Zwolle toe een jaarmarkt te houden op Sint Bonifacius. Onder de getuigen komen we tegen Gijsbert van Amstel, Filip van Rininge, Gijsbert van Goye, de maarschalk, Willem van Rijswijk, Hendrik van Almelo, Herman van Voerst, Gijsbert van Buchorst, Hendrik van Overberg, Hendrik van Hervethe, Pelgrim van Putten, Hendrik van Kuinre, Egbert prefect van Groningen, Gerard Clenke, Hacko kastelein van Coevorden en Mewekinus van Ruinen, „milites et ministeriales nostros” (O.B.U. III no. 1657 en O.B.O. II no. 290).
Hendrik trouwde (2), ongeveer 40 jaar oud, omstreeks 1250 met [waarschijnlijk] NN van (Ruinen) (±1220-na 1280), ongeveer 30 jaar oud.
Hij trouwde (1), ongeveer 22 jaar oud, omstreeks 1232 [bron: Ourfamilyhistories I 140849] met [waarschijnlijk] de ongeveer 17-jarige
137 Ermgard van IJsselmuiden, geboren omstreeks 1215. Ermgard is overleden omstreeks 1260, ongeveer 45 jaar oud.
Kind uit dit huwelijk:
I. Volrad (Wolter) van Kuinre, geboren omstreeks 1240 (zie 68).

Generatie 9 (oudbetovergrootouders)

256 Evert van Heeckeren.
Kind van Evert uit onbekende relatie:
I. Evert van Heeckeren (zie 128).
260 [waarschijnlijk] Everardus van der Eze, geboren omstreeks 1150.
Notitie bij Everardus: ESE (Evert van der), Everardus de Heze, wordt genoemd als een der stichters van het klooster Bethlehem bij Doetinchem, tusschen de jaren 1178 en 1182; bij die gelegenheid schonk hij een geheele hoeve in Gernere (thans Gaanderen, dorp in de gemeente Ambt-Doetinchem) (zie: Sloet, Oorkondenboek v. Gld., no. 395). Hij pachtte van zijn broeder Symon, proost van Emmerik, anderhalve mansus in Gaanderen, doch Symon’s opvolger gaf die landerijen in 1218 aan het klooster Bethlehem in pacht, omdat Everardus zijn geldelijke verplichtingen dienaangaande zelden of nooit nakwam. Bij deze laatste verpachting stond een andere Everardus de Heze als getuige, maar de familieverhouding tusschen deze twee gelijknamige personen is niet bekend (zie als voren no. 449). Ridder zijnde, sluit hij in 1231 een vergelijk met het kapittel te Emmerik over een tiend te Hüthum (Dederich, bl. 602). Niet geheel onwaarschijnlijk is het dat hij identiek is met den in 1233 voorkomenden Everardus de Embrica, die met Conradus, Rudolphus en Stephanus, ridders, 31 Mei 1233 als getuigen voorkomen bij het verleenen van stadsrechten aan Emmerik, door Otto graaf van Gelre (Sloet, no. 563).
Zie: W. de Haas in Herald. Bibliotheek (1882), 12, 13.
Kinderen van Everardus uit onbekende relatie:
I. [waarschijnlijk] Rutger van der Eze, geboren omstreeks 1190.
Notitie bij Rutger: Ridder, gesneuveld in de slag bij Ane 1227.
II. [waarschijnlijk] Steven van der Eze, geboren omstreeks 1200 (zie 130).
264 [waarschijnlijk] Egbert? van Peize, geboren omstreeks 1180.
Hij trouwde, ongeveer 20 jaar oud, omstreeks 1200 met
265 Christina? van NN.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. [vader:waarschijnlijk] Adolf van Peize, geboren vóór 1220. Adolf is overleden in 1263, minstens 43 jaar oud.
Notitie bij Adolf: Genoemd in oorkonde uit 1247; ogd0108, samen met zijn broer Rudolf, Gijsbert van Buchorst, Pelgrim van Putten, Wolter Radincg en R. schulte van Drenthe, ridders.
ogd0109 maart 1247, samen met zijn broer Rudolf, Rudolf van Norch, en Wolter Rading, Pelgrim van Putten, R. schulte van Drenthe, en Gijsbert van Buchorst, allen ridders.
Genoemd in oorkonde van 1249; ogd0112, Atholfus, Rodolfus en Folkerus, ridders te Pedese.
1253 Adolf en Rudolf van Peize worden met Koenraad van Groningen door de Fivelgoers gevangen genomen en naar Appingedam gebracht.
MD Teenstra: 1263, Adolf van Peize omgebracht door Rutger van Eelde.
Hetzelfde vermeld Magnin.
II. [vader:waarschijnlijk] Rudolf II van Peize, geboren vóór 1220 (zie 132).
III. [vader:waarschijnlijk] Folkert van Peize, geboren vóór 1220. Folkert is overleden na 1254, minstens 34 jaar oud.
Notitie bij Folkert: Genoemd in oorkonde van 1249; ogd0112.
Adolfus, Rodolfus en Folkerus, ridders van Pedese, getuigen.
Twee Egberts, prefecten van Groningen geven een verklaring in een geschil tussen de abdis van het convent Jesse en ingezetenen van Kropswolde.
Genoemd in oorkonde uit 1254; ogd0120
Frederikus, abt te Rottum, verklaart uitspraak te hebben gedaan in een geschil tussen Hermanus van Noordlaren en zijn zonen en het convent te Ruinen over enige tienden in Anderen.
Getuigen Rodolf van Norch, Rodolf van Langelo, Adolf en Folkert, ridders te Peize.
Folkert trouwde met NN van NN.
266 Hendrik van Almelo, geboren omstreeks 1200. Hendrik is overleden omstreeks 1277, ongeveer 77 jaar oud.
Notitie bij Hendrik: Vermeld 1233-1277.
25 mei 1236:
Otto [III van Holland], elect van Utrecht, verklaart dat hij aan Henricus de Almelo en de ingezetenen van diens dorp Almelo toestemming heeft gegeven een kapel op te richten met het recht om te dopen, te begraven en andere kerkelijke sacramenten toe te dienen, met dien verstande dat zij evenals tot dusverre de pastoor van Otmershem jaarlijks het miskoren moeten leveren, de kerkhofmuur moeten onderhouden en de "synodus" in de kerk van Otmershem moeten bijwonen.
16 oktober 1243:
Otto [III van Holland], elect van Utrecht, verklaart dat hij aan zijn ministeriaal Henricus, ridder de Almelo, na het overlijden van Herman, ridder de Rodhen, de tienden te Dhelden en Omershem (Ootmarsum) en verder in Twentia, als een borgleen van de Schulenburg heeft gegeven.
26 juli 1272 geeft Hendrik van Almelo, met toestemming van zijn zoon Arnold en diens kinderen, ten overstaan van de elect Jan (van Utrecht), aan zijn drie jongste zonen enige goederen en renten in Deventer en elders; verder maakt hij, ingeval hij komt te overlijden, enige bepalingen aangaande de inkomsten zijner na te laten vrouw en de voogdij zijne minderjarige kinderen.
Van de kinderen bij zijn 2e vrouw is één dochter bekend en vermeld.
(Opmerking Anne Post: In 1272 had hij dus in ieder geval nog 2 minderjarige kinderen. In ieder geval waren die jonger dan 25 jaar, misschien zelfs jonger dan 14 jaar, omdat niet duidelijk bekend is waar de grenzen van meerderjarigheid in die tijd lagen. Dan is er ook nog het verschil tussen de gebieden en of het strafrecht, familierecht of ander recht betreft. De meerderjarigheidsgrens liep vanaf de 13e eeuw op en pas in de 20e eeuw liep die weer terug.)
Hendrik trouwde (1) met NN van NN.
Hij trouwde (2) met
267 Aleidis van Woudenberg.
Notitie bij Aleidis: Vermeld 1272-1293
Kinderen uit dit huwelijk:
I. NN van Almelo, geboren omstreeks 1235 (zie 133).
II. Hendrik van Almelo, geboren omstreeks 1245.
III. Phillippus van Almelo, geboren omstreeks 1250. Phillippus is overleden in 1315, ongeveer 65 jaar oud.
Notitie bij Phillippus: Vermeld van 1272 tot 1313, knape, proost te Oldenzaal 1293 en van Oudmunster te Utrecht 1309, overl. vóór 24 juli 1315.
IV. Arnold van Almelo, geboren omstreeks 1255. Arnold is overleden in 1313 in Utrecht, ongeveer 58 jaar oud.
Notitie bij Arnold: Vermeld van 1272 tot 1313, kanunnik te Oldenzaal 1293 en ten Dom te Utrecht 1313, overl. vóór 26 oktober 1316.
272 Rudolphus van Kuinre (Rudolf) van Norch, geboren omstreeks 1185. Rudolf is overleden na 1254, minstens 69 jaar oud.
Notitie bij overlijden van Rudolf: Is overleden tussen 1254 en 1263.
Notitie bij Rudolf: Volgt zijn vader op als Heer van Kuinre na diens overlijden voor 01-01-1219. Krijgt dan tevens het landgoed Eyen in leen en de overige Norchse goederen.

Wordt als getuige vermeld in een oorkonde van 1 januari 1219 van bisschop Otto van Utrecht, waarin de schenking van de hoeve Middelbrink aan het klooster te Ruinen wordt goedgekeurd. Ook vermeld worden Rudolf van Coevorden, Egbert van Groningen, Herman Clinke, Hugo Dunker, Rudolf Rocke, Frederic Redinck en Gijsbert.

Komt voor in een lijst van opbrengsten van het kapittel te Utrecht opgemaakt omstreeks 1225. Genoemd worden Egbert van Groningen, Rudolfs zoon Albert, Leffards zoon Menzo, Johanneszoon Thezo, Johannes van Haarlo, Steven van Tuten, Herman van Laar, Johan van Ruinen, Lubbert van Dalen, Philippus, Otto van Zeegse, Menso van Roden, Rudolf van Langelo, Albert van Uffelte, Rudolf van Norch, Herman van Voorst, Theo van Bochorst, Rudolf van Peize, Rudolf Rogge, Rudolf van Coevorden, schulte Bartold, Bernard te Roden, Resindis, dochter van Hendrik Papinck, Ludolph de Crunen;
Wordt als getuige vermeld, samen met o.a. Rudolf van Langelo, Johan van Ruinen en Hugo van Laar, in een oorkonde van 31 augustus 1230 waarin Wilbrand, bisschop van Utrecht aan Zwolle stadsrechten verleend. (Na en als gevolg van de Slag bij Ane in 1227)

Komt voor als getuige in de oorkonde van de stichting van het klooster Marienberg van 21 juli 1233, o.a. samen met Egbert, prefect van Groningen en de broers Herman en Gerard van Rottum, Pelgrim en Wolter Radinc van Vollenhoven, Hendrik van Schoonebeek, Burchard en Gerard van Middelwijk, Sweder van Voorst, Gijsbert van Buchorst, Alfred van IJsselmuiden, Ellard van Bentheim, Winmar van Hardenberg, Egbert van Haren, Engelbert en Hendrik van Gerner, Remfrid van Junne, Sweder van Genne en Herman van Vilsteren.
Elders vermeld: Rudolphus van NORCH ridder, In 1241 staat hij Egbert van Groningen Egbertszn. bij, nadat diens oudste broer Roelof door ridder Thizo is vermoord (drs. O.D.J. Roemeling, ’Adelijke geslachten in de ME in Drente’, NL 1973).

In 1242 zoeken Roelof en Egbert van Groenenberg (Groningen) hun toevlucht bij hun neven Rudolf van Norch en diens broer Menso ter A.
(Menso aan de stroom) (mr. A.N. de Vos van Steenwijk, ’Genealogie van Kuinre’, NL 1967).
Wordt als getuige genoemd in een oorkonde van maart 1247, samen met o.a. de broers Adolf en Rudolf van Peize, waarin het klooster van Ruinen de tienden van 2 hoeven in Appelscha verkrijgt van de bisschop Otto van Utrecht (1233-1249). Andere genoemden zijn Gijsbert van Buchorst, Pelgrim van Putten en Wolter Radinc (van Vollenhove).

In een oorkonde van 14 augustus 1254 wordt hij vermeld samen met Rudolf van Langelo, Adolf en Folkert, ridders van Peize als getuigen bij een uitspraak van Frederik abt van Rottum in een geschil tussen het convent van Ruinen en Herman van Noordlaren en zijn zonen.
Kind van Rudolf uit onbekende relatie:
I. Hendrik II van Kuinre van Norch, geboren omstreeks 1210 (zie 136).
274 Wolter (Volradis) van IJsselmuiden, geboren omstreeks 1185.
Notitie bij Wolter: Het is niet uit te sluiten dat deze Wolter dezelfde persoon is als Wolter Crane, vermeld als zoon van Hendrik van Cunre van Urk.
Vermeld in een oorkonde van 1208 als getuige waarin Diederik, bisschop van Utrecht enige goederen aan de IJssel schenkt aan de kerk van St Marie te Utrecht.
Andere getuigen: Abt Frederik van Ruinen, de leken Folker van Coevorden, Walter Rading, (Vollenhove) Arnold Wilde (omgeving Steenwijk), Bernard Benze (Benthe te Dalen), Menso van Peize, Egbert van Groningen, Otto Proeys, Jacob en Gerard Ter A.
Vermeld in een oorkonde van 26 maart 1217, waarin Ermengardis, dochter van Volmaris, een tiende schenkt van het goed Wolmaringhe aan het klooster te Ruinen. zoals met Wolter is overeengekomen.
Kind van Wolter uit onbekende relatie:
I. Ermgard van IJsselmuiden, geboren omstreeks 1215 (zie 137).

Generatie 10 (stamouders)

512 NN van Heeckeren.
Kinderen van NN uit onbekende relatie:
I. Evert van Heeckeren (zie 256).
II. Steven van Heeckeren, geboren omstreeks 1200. Steven is overleden na 1240, minstens 40 jaar oud.
Notitie bij Steven: Ridder, vermeld 1231-1240.
528 Rudolf I van Peize, geboren omstreeks 1160. Rudolf is overleden na 1232, minstens 72 jaar oud.
Notitie bij Rudolf: Genoemd samen met zijn vader Lambert en broer Menso in een oorkonde die is opgemaakt tussen 11 april en 25 december 1176.
Vermeld in een oorkonde van 1195, waarin Otto, graaf van Gelre, de Drentenaren bijstaat in de oorlog tegen bisschop Boudewijn van Utrecht, die de Veluwe verwoest. Door tussenkomst van de hertog van Brabant wordt een wapenstilstand gesloten.(Sloet nr 384)
ogd0043 datum 1206 of 1207. Genoemd wordt o.a. Heinrico de Nurch.
Enkele anderen: Johanne de Volnho, Hermanno de Stenwic, sacerdotibus;
Woltero de Covorde, Rodulfo, Menzone, fratribus de Peisge, Arnoldo de Rune, Ottone de Pollo, Hugo(ne) Sturm, Gerardo Leone, Hugone Dunker, Egberto, Menzone, fratribus de Gruningen, Wichero Lapinch, Randulfo, Waltero Radiac, Bartoldo sculteto, Gelmaro de Ide, Werenzone de Bonne, Egberto de Hove, Ottone de Rune, Jacobo de A et aliis quam pluribus.
(Theodoricus, bisschop van Utrecht, verklaart van Fredericus, abt van Ruinen, de kerken van Steenwijk en Borne verkregen te hebben alsmede de kapel van Westerbork benevens enige tienden voor enige tienden in ruil tegen de kerk van Beilen)
Komt in 1212 en 1217 in oorkonden voor samen met Egbert van Groningen en in 1223 en 1225 samen met zijn broer Menso.
Waarschijnlijk overleden vòòr 1241.
MD Teenstra: In 1206 wordt het schultambt in Drenthe ingesteld en de heren van Peize worden hier erfelijk mee beschonken. Zijnde Bertold van Eelde ridder, 1206-1240; Rutger van Eelde 1263-1290; Rutger II van Eelde 1303-1325; Hendrik van Eelde 1325-1340. Dat betekent dus dat Bertold van Eelde een afstammeling is van een van Peize. (In 1177 is echter reeds sprake van een Johannes als schulte.)
Heer van Peize in het begin der dertiende eeuw was Menso en daarna zijn zoon Hendrik van Gravestorp of Grasdorf.
Hij trouwde met
529 NN van NN.
Kind uit dit huwelijk:
I. Egbert? van Peize, geboren omstreeks 1180 (zie 264).
532 Arnold I heer van Almelo graaf van Altena-Ilsenburg, geboren vóór 1166. Arnold is overleden in 1209, minstens 43 jaar oud.
Hij trouwde met
533 Mechtild van Holland. Mechtild is overleden in 1223.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Eberhard II van Altena.
II. Frederik van Altena-Ilsenburg.
III. Diederik van Münster.
IV. Engelbert van Osnabrück.
V. Bruno van Osnabrück.
VI. Agnes van Altena.
VII. Philip van Altena.
VIII. Godfried van Altena.
IX. Adolf van Altena, geboren omstreeks 1195.
Notitie bij Adolf: Mogelijk vermeld in een oorkonde van 20 september 1224 Oorkondenboek Osnabrück waarbij Sophia, vrouw van Otto van Ravensberg door koning Hendrik beleend wordt met het graafschap Eemsgau op voorspraak van aartsbisschop Engelbert van Keulen. Andere getuigen waren Godfried van Arnsberg, Gerard van Wassenberg, Herman van Lon en Godschalk van Lon, hertog Walravenus en zijn broer Heinricus.
X. Hendrik van Almelo, geboren omstreeks 1200 (zie 266).
wapenschildhvnorch.jpg
1 WapenschildHvNorch
544 Hendrik I van Kuinre (afb. 1), geboren omstreeks 1150. Hendrik is overleden omstreeks 1215, ongeveer 65 jaar oud.
Notitie bij Hendrik: Ook vermeld als Hendrik de Crane, maar waarschijnlijk een onjuiste beoordeling van de vermelding "Crue" in de oudste oorkonde. Dit zal Cunre moeten zijn.
Geschiedenis van Friesland; MD Teenstra: 1195 Hendrik de Kraan, graaf van de Kuinder. (blz 121). Hendrik gedroeg zich als graaf in het gebied langs de zuidkust van Friesland.Hij was borggraaf van de Kuinder en waarschijnlijk ook van Urk en Emelweerd, een leen van de bisschop van Utrecht. Deze bisschop had samen met de graaf van Holland de grafelijke rechten over het Friesland tussen Vlie en Lauwers verkregen. Toen Willem (zonder land) terugkeerde van een roemrijke tocht naar Palestina vond hij het vaderlijk erfgoed verdeeld. Door tussenkomst van oom Boudewijn, toen bisschop van Utrecht, stond broer Dirk hem Friesland (tussen Vlie en Lauwers) af. Daar verdreef hij Hendrik de Crane van de grond die Hendrik onrechtmatig in bezit had en bouwde een sterk slot in Oosterzee om Hendrik in bedwang te houden.
Annales Egmondensis pagina 193: Bisschoppelijk leenman Hendrik van Kuinre neemt Willem van Holland gevangen omstreeks 1196. Willem van Holland was graaf van Friesland. Deze gevangenneming gebeurde op het slot ter Horst, waar Willem was uitgenodigd door zijn broer Dirk van Holland. Aan tafel, onder de ogen van Dirk, nam Hendrik de Crane Dirks broer Willem gevangen. Dirk was dus kennelijk de opdrachtgever. De aanleiding was de openlijke steun die Willem verleende aan graaf Otto van Gelre, de vijand van Dirk.
Zie verder: Algemene Geschiedenis des Vaderlands door JP Arend, tweede deel 900-1581; 1841 JF Schleijer Amsterdam.

OSU0567;1204; Hendrik van Kuinre krijgt zijn goederen en rechten terug die hem door graaf Willem van Friesland waren ontnomen. (=de borg te Kuinre en bijbehorende rechten)
OSU0568; 1204 Bisschop Diederik vergunt aan de bewoners van Holtpade een parochiekerk te stichten.
Getuigen: Hendrik van Kuinre, Herman van Voorst, Arnold van Ruinen, Bernard Benzinck, Arnold Wilde, Hugo en Wigher Storm, Engelbert Merekinck.
Deze Hendrik van Kuinre moet wel dezelfde persoon zijn als de twee jaar later vermelde Hendrik van Norch. Het familiewapen van Norch is gelijk aan het familiewapen van Kuinre.
ogd0043 datum 1206 of 1207. Theodoricus, bisschop van Utrecht, verklaart van Fredericus, abt van Ruinen, de kerken van Steenwijk en Borne verkregen te hebben alsmede de kapel van Westerbork benevens enige tienden voor enige tienden in ruil tegen de kerk van Beilen.
Genoemd worden: Johan van Vollenhove, Herman van Steenwijck, Wolter van Coevorden, de broers Rudolf en Menso van Peize, Arnold van Ruinen, Otto van de Pol, Hugo Storm, Gerard Lewe, Hugo Donker, de broers Egbert en Menso van Groningen, Wicher Lapinch (Radinc bij Vollenhove?), Randulfo ?, Hendrik van Norch, Walter Radinc, Schulte Bartold, Gelmer van Ide, Werenzone van Bunne, Egbert ten Hove, Otto van Ruinen en Jacob ter A.
OSU0601; 1211; Bisschop Diederik schenkt, voor zijne memorie, aan het klooster te Ruinen de tienden uit een huis te Volenhove, dat het klooster reeds lang bezeten had. Getuigen: Hendrik van Groningen, Johan van Vollenhove priesters, Folkert van Coevorden, Hendrik van Kuinre, Hugo Storm, Arnold Wilde, Hugo Donker, Gijsbert, Walter, Godfried, Gosewijn, Arnold van Ruinen, Otto, dienstmannen.
Oorkondenboek Sticht Utrecht nr. 613.
1213; De elect Otto schenk aan de horige lieden te Wilsum en Zalk op het Veen, die wonen op hoeven van Diederik en Hendrik van Buckhorst, dezelfde vrijheid die de burgers van Zalk, Zwolle en andere steden en dorpen in de omtrek genieten. Dirk en Hendrik zullen hofsteden verpachten en het lagere gerecht uitoefenen.
Getuigen: Hendrik van Kuinre, Gijsbert en Egbert van Amstel, broers, Herman van Voorst, Wolter van IJsselmuiden, Arnold Loef, Steven van Bosinchem, Arnold de Wilde, Thicard schulte van Vollenhove, en vele andere goede lieden.

Elders gepubliceerd: Henrici NORCH. Familiewapen: in veld van zilver vijf linker schuinbalken van keel.
Genoemd in 1206.(drs. O.D.J. Roemeling, ’Adelijke geslachten in de ME in Drente’, NL 1973).

De Heren van Kuinre waren de ergste zeerovers van Noord Nederland, te vergelijken met roofridders als Zweder van Bentheim, Herbrun van Putten (’de gesel der Veluwe’) en Zweder van Voorst. Hun kasteel lag op een uitermate strategische locatie ten opzichte van de Hanzeroutes naar het Oostzeegebied. Kooplieden uit onder ander Danzig (Gdansk) en Hamburg werden nogal eens opgebracht en voor losgeld op het slot te Kuinre vastgezet. Aldus de tekst in http://nl.wikipedia.org/wiki/Kuinre.

De Heren van Kuinre waren ridders, maar anderen vonden hen rovers. Zij leefden in de tweede helft van de Middeleeuwen, in een tijd dat er veel gehandeld werd tussen de Hanzesteden. In de Noordoostpolder zijn resten gevonden van 2 burchten. Deze kastelen stonden aan beide kanten van de oude rivier de Kuinder of de Tjonger.
De oudste burcht werd gebouwd rond 1200. Maar toen de Zuiderzee steeds groter werd, dreigde het kasteel te worden weggespoeld. De Heren van Kuinre moesten verhuizen. Even verderop bouwden ze een nieuw kasteel. Hoe die kastelen er precies uitzagen weten we niet. In de polderbodem zijn resten van fundamenten en voorwerpen als wapens, potten en bekers teruggevonden.
De Heren van Kuinre waren niet geliefd bij de handelaren van de Hanzesteden. De ’heren’ namen de vracht of het schip van de handelaren soms in beslag. In ruil voor losgeld konden ze hun eigendommen terugkrijgen. Soms zonken de handelsschepen ook wel op de Zuiderzee. In Flevoland zijn 14 wrakken gevonden van deze handelsschepen. Die handelsschepen worden ook wel koggen genoemd.
(Uit: http://www.nieuwlanderfgoed.nl/studiecentrum/canon-van-flevoland/de-heren-van-kuinre-en-de-hanze,-1200-1500)

„Heren van Kuinre waren geen roofridders”
04-10-2011 11:13 | Gerco Verdouw
Akkerbouwer en historicus Evert de Boer (66) vond eens een middeleeuws kanon in zijn land in Luttelgeest. Misschien was het wapen wel ingezet in de strijd tegen de burcht van Kuinre, een paar honderd meter verderop.
Een tochtje maken door de Noordoostpolder is op een zonnige nazomermiddag geen straf. Op de uitgestrekte akkers vreten combines, hakselaars en andere oogstmachines zich een weg door de rijpe gewassen. Tractoren met grote kiepkarren laten stofwolken achter als ze het graan, de mais en de aardappels wegbrengen.
Interessant wordt het tochtje als Evert de Boer meerijdt. De akkerbouwer uit Luttelgeest weet niet alleen alles van aardappels en uien af, hij kan ook vertellen wat er onder de vruchtbare voormalige zeebodem te vinden is. „Die interesse voor archeologie zit in de familie. Ik ben geboren in Wons, in het westen van Friesland. We woonden op een afgegraven terp. Mijn grootvader en vader vonden allerlei interessante dingen in de grond.”
De Boer verhuisde in 1952 als zevenjarige jongen naar de Noordoostpolder. Zijn vader begon een boerderij vlak bij Schokland. „Daar is mijn belangstelling voor de archeologie gewekt. Er kwamen in die tijd zo veel dingen uit de grond. Mijn zoon heeft er zijn beroep van gemaakt, hij is regioarcheoloog van Zuidoost-Utrecht.”
De Boer wijst naar het stuk land waarin hij het kanon uit de middeleeuwen vond. „Het stond waarschijnlijk op een schip dat ten strijde trok tegen de heren van Kuinre.”
De heerlijkheid Kuinre was aan het eind van de 11e eeuw ontstaan op de plek waar de rivieren de IJssel en de Kuinder in de Zuiderzee stroomden. De heren van Kuinre waren belangenbehartigers van de bisschop van Utrecht. Het liefst gingen ze echter hun eigen gang. De Boer: „Het was hier een onherbergzame, moerassige streek. De heren leefden van de jacht en de visserij.”
De van oorsprong Frankische gouwgraven bouwden tussen 1165 en 1197 een burcht aan de rand van de Zuiderzee. Een reconstructie daarvan is nog te zien in het Kuinderbos. De Boer laat het graag zien. Vanaf de parkeerplaats is het ongeveer 300 meter lopen naar de burcht. De spaarboog waardoor bezoekers de burcht betreden, valt het meest op. „Vanwege de vorm denken de mensen dat dit een poort is, maar de naam spaarboog zegt het eigenlijk al: deze boog is gemaakt om stenen uit te sparen, want die waren in deze streek van veen en water erg duur.”
http://www.refdag.nl/nieuws/regio_2_210/heren_van_kuinre_waren_geen_roofridders_1_593040
Hij trouwde, ongeveer 30 jaar oud, omstreeks 1180 met de ongeveer 20-jarige
545 NN van Sepperothe, geboren omstreeks 1160.
Notitie bij NN: Krijgt na de dood van haar grootvader het landgoed Eyen als leengoed van de Bisschop van Utrecht. Haar zuster krijgt het landgoed Lemferding bij Eelde, eveneens leengoed van de Bisschop van Utrecht. Haar broers krijgen gezamenlijk de Prefectuur in Groningen en de bezittingen aldaar.
Van de verdeling van de erfenis zijn geen stukken bekend, maar het is af te leiden uit latere oorkonden waarin opbrengsten van het Sticht Utrecht staan vermeld.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Rudolphus van Kuinre (Rudolf) van Norch, geboren omstreeks 1185 (zie 272).
II. Menso (ter A) van Kuinre van Roden, geboren omstreeks 1190. Menso is overleden na 1242, minstens 52 jaar oud.
Notitie bij Menso: Mogelijk dezelfde persoon als Menso van Roden, vermeld in een oorkonde van 1225.
In 1242 zoeken Roelof en Egbert van Groenenberg (Groningen) hun toevlucht bij hun neven Rudolf van Norch en diens broer Menso ter A.
(Menso aan de stroom) (mr. A.N. de Vos van Steenwijk, ’Genealogie van Kuinre’, NL 1967).
Zie ook: Jaarboek van en voor Groningen deel 1 pag 300.

Generatie 11 (stamgrootouders)

1056 Lambert van Wierum van Peize, geboren omstreeks 1125. Lambert is overleden na 1181, minstens 56 jaar oud.
Notitie bij Lambert: Wordt in de Quedam Narracio vermeld ten tijde van de bisschop Godfried van Renen (1156-1178) met zijn zoons Rudolf en Menso. Verkreeg van zijn broer Herbert, bisschop van Utrecht het leengoed Peize en bouwde daar een borg.
OSU 486;na 9 maart 1176; Wordt als getuige vermeld in een oorkonde samen met zijn oudere broer Leffert van Groningen, schulte Johannes (van Eelde), Walter Radinc (Vollenhove) en Arnold Wilde.
Komt voor in een oorkonde van 1177/1178 samen met zijn oudere broer Leffert van Groningen. Streed met zijn neven om de prefectuur van Groningen na het overlijden van Leffart van Groningen in 1177.
In een oorkonde van 1181 komt hij als eerste voor onder een aantal ministerialen van de bisschop van Utrecht met Rudolf van Groningen, Otto van Ruinen en Herman de Polle. Overleden na 1181.
Hij trouwde met
1057 NN Mensodr. van NN.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. NN van Peize, geboren omstreeks 1150. NN trouwde met Johannes, schulte van Eelde. Johannes, is geboren vóór 1150. Johannes, is overleden vóór 1206.
Notitie bij Johannes,: Vermeld als Johannes Schulte en ook schulte van Drenthe.
Vermeld in oorkonde van 1177/1178 als getuige samen met Leffert van Groningen, Lambert van Peize, Walter Radinck en Arnold Wilde.
II. Rudolf I van Peize, geboren omstreeks 1160 (zie 528).
III. Menso van Grasdorf van Peize, geboren omstreeks 1160. Menso is overleden op 25-07-1231 in Coevorden, ongeveer 71 jaar oud.
Notitie bij Menso: Genoemd samen met zijn vader Lambert en broer Rudolf in een oorkonde die is opgemaakt tussen 11 april en 25 december 1176. Waren toen dus mondig en zullen geboren zijn voor of omstreeks 1160.
Komt in 1208 voor in een oorkonde samen met Egbert van Groningen en in 1223 en 1225 samen met zijn broer Rudolf.
ogd0043 datum 1206 of 1207. Genoemd wordt o.a. Heinrico de Nurch.
Enkele anderen: Johanne de Volnho, Hermanno de Stenwic, sacerdotibus;
Woltero de Covorde, Rodulfo, Menzone, fratribus de Peisge, Arnoldo de Rune, Ottone de Pollo, Hugo(ne) Sturm, Gerardo Leone, Hugone Dunker, Egberto, Menzone, fratribus de Gruningen, Wichero Lapinch, Randulfo, Waltero Radiac, Bartoldo sculteto, Gelmaro de Ide, Werenzone de Bonne, Egberto de Hove, Ottone de Rune, Jacobo de A et aliis quam pluribus.
(Theodoricus, bisschop van Utrecht, verklaart van Fredericus, abt van Ruinen, de kerken van Steenwijk en Borne verkregen te hebben alsmede de kapel van Westerbork benevens enige tienden voor enige tienden in ruil tegen de kerk van Beilen)
Zie Quedam narracio ....vanaf hoofdstuk 23.
Als Menzo van Grasdorf vermeld.
Menso van Gravestorp komt samen voor met zijn zoon Hendrik in een oorkonde uit 1225, opgenomen in het oorkondenboek van Gelre en Zutphen (Sloet) onder nummer 478. Otto II van Utrecht geeft aan het klooster Bethlehem de grove en Smalle tienden te Gaanderen, die Everhart van Wilp van hem in leen had, en herhaalt die gift, toen deze met zijn vrouw Cunegunde van zijn recht afstand had gedaan.
Omgebracht in Coevorden en daarna geradbraakt te Hardenberg met zijn zoon Hendrik van Gravestorp, die daar gevangen is genomen, en Rudolf van Coevorden.
(o.a. vermeld door M D Teenstra in zijn breedvoerig tijdrekenkundige tafel uitgave 1859. Bij het jaartal 1230 vermeldt Teenstra dat Menso heer van Peize is en wordt opgevolgd door zijn zoon Hendrik van Gravestorp; Bij het jaar 1231 vermeldt hij dat de geradbraakte Menso en zoon Hendrik te Peize op het rad zijn tentoongesteld;)
Menso trouwde met NN van Grasdorf.
IV. Sweder van Peize, geboren omstreeks 1165. Sweder is overleden op 05-01-1228, ongeveer 63 jaar oud.
Notitie bij Sweder: Woonde op de burcht te Peize.
Vermeld in de Quedam narracio in hoofdstuk 27 als broer van Menzo van Grasdorf; (Menzo van Grasdorf of Gravestorp was een zoon van Lambert van Peize.)
Zweder wordt door de Twenthen gevangen genomen en geradbraakt, na een rooftocht in het gebied Huda dicht bij Uelsen. Daarna is de bisschop met een leger naar Groningen getrokken om prefect Egbert te ontzetten. Bij Peize hebben ze de daar opgeworpen verschansingen vernietigd en de zoons van schout Bertold met een aantal aanzienlijke Gelkingers gevangen hebben genomen en enkele van hen hebben gedood.
MD Teenstra: Vermeld in 1227 dat het slot van Zweder van Peize door de bisschop van Utrecht wordt veroverd en vernield waarbij vele aanzienlijke Drentenaren werden vermoord. Rudolf van Coevorden en zijn broers Frederik en Godfried hadden met hulp van de schultes van Peize de prefect Egbert van Groningen aangevallen die zich had verschanst in de versterkte St Walburgskerk, daar de stad Groningen geen verdedigingsmuren had.
De bisschop kwam Egbert te hulp met enige Stichtse ridders.
Daarna volgde de slag bij Ane.
1064 Eberhart I van Altena, geboren in 1130. Eberhart is overleden op 23-01-1181, 50 of 51 jaar oud.
Notitie bij Eberhart: Vermeld als graaf van Hövel, voogd van Cappenberg, voogd van Essen, voogd van Werden, graaf van Altena en Heer van Almelo.
Hij trouwde, ongeveer 25 jaar oud, omstreeks 1155 met
1065 Adelheid van Kleef.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. NN van Altena.
II. Oda van Altena, geboren omstreeks 1155. Oda trouwde, ongeveer 15 jaar oud, omstreeks 1170 met Simon graaf van Tecklenburg, ongeveer 20 jaar oud. Simon is geboren omstreeks 1150, zoon van Hendrik I van Tecklenburg en Eilika (Heiwich) von (zur) Oldenburg.
Notitie bij Simon: Vermeld in een oorkonde van 1186 waarin graaf Simon van Tecklenburg de stichting van het klooster in Essen in 1175 bevestigd met het bezit van goederen in die omgeving.
In 1186 wordt een geschil omtrent de voogdij over de kerk in Osnabrück met bisschop Arnold van Osnabrück bijgelegd.
III. Adolf I van Keulen, geboren in 1157. Adolf is overleden op 15-04-1220 in Neuss, 62 of 63 jaar oud.
IV. Frederik van Altena, geboren in 1160. Frederik is overleden in 1199, 38 of 39 jaar oud.
V. Arnold I heer van Almelo graaf van Altena-Ilsenburg, geboren vóór 1166 (zie 532).
1066 Floris III van Holland, geboren omstreeks 1140. Floris is overleden op 01-08-1190 in Antiochia, ongeveer 50 jaar oud. Hij is begraven in Tyrus in de Petruskerk naast keizer Frederik Barbarossa.
Notitie bij Floris: Graaf van Holland; vermeld tussen de jaren 1157 en 1190.
Vanaf 1165 gezamenlijk met de bisschop van Utrecht uitvoerder van de grafelijke rechten in Westerlauwers Friesland.
Was een trouw bondgenoot van keizer Frederik Barbarossa.
In 1158, 1176 en 1178 streed hij met hem in Italië. Dat leverde hem de status van Rijksvorst op.
Hij was voortdurend in strijd met de West Friezen. De West Friezen verwoestten tot twee keer toe Alkmaar en Floris op zijn beurt verwoeste Schagen, Winkel en Niedorp. Toen Floris in 1184 Texel veroverde, gaven de West Friezen hun strijd op. De West Friezen werden verplicht om 4000 zilveren marken te betalen.
In 1165 kwam Floris al in conflict met de bisschop van Utrecht over de aanleg van een dam in de Oude Rijn bij Zwammer, de Zwammerdam. Ook maakte de bisschop aanspraken over de heerschappij over de inkomsten uit West Friesland. Keizer Frederik I van Hohenstaufen besliste dat de inkomsten tussen graaf en bisschop gelijkelijk moesten worden verdeeld. Floris stelde ook een tol in bij Geervliet, gericht op de scheepvaart tussen Vlaanderen en de Rijn. De graaf van Vlaanderen, Filips van de Elzas, wist Filips van Hollant te bewegen die weer op te heffen, doch in 1166 stelde hij die weer in. Filips van Vlaanderen kwam daarop met een leger naar het noorden en nam Filips van Hollant gevangen. In het daarop volgende verdrag van Brugge moest Filips van Hollant de tol opheffen en erkennen dat de heerschappij over Zeeland aan Vlaanderen toebehoorde.
Hij trouwde, ongeveer 22 jaar oud, op 28-09-1162 met
1067 Adelheid van Schotland. Adelheid is overleden op 11-01-1208.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Margaretha van Holland, geboren omstreeks 1161. Margaretha is overleden in 1203, ongeveer 42 jaar oud. Margaretha trouwde met Dirk IV graaf van Kleef.
II. Dirk VII van Holland, geboren in 1163. Dirk is overleden op 04-11-1203 in Dordrecht, 39 of 40 jaar oud.
Notitie bij Dirk: Omdat hij geen zonen had maakte hij Holland erfelijk voor vrouwen.
Hij kreeg onenigheid met zijn jongere broer Willem, die steun zocht bij de West Friezen. Dit leidde er uiteindelijk toe dat Willem het bestuur kreeg over het graafschap Midden Friesland.
In 1202 kwam Dirk met een leger naar Brabant om Otto van Gelre bij te staan in een conflict met de hertog van Brabant. Op 7 september 1202 verwoeste Dirk het net gestichte ’s Hertogenbosch. Op de terugweg werd hij echter bij Heusden door een sterk leger van de Hertog gevangen genomen, maar werd weer vrijgelaten na een zeer ongunstige overeenkomst te hebben gesloten. Het gebied ten zuiden van het Hollands Diep moest hij aan de Hertog afstaan en hij moest de Hertog als leenheer erkennen voor het gebied Zuid Holland. De bisschop van Utrecht moest hij als leenheer erkennen voor het overige deel van Holland. De graven van Holland waren daardoor hun overwicht in de Noordelijke Nederlanden kwijt.
Hij overleed te Dordrecht en zijn lijk werd per schip naar Egmond vervoerd om in het klooster te worden begraven.
Dirk trouwde, 22 of 23 jaar oud, in 1186 in Loosduinen met Aleida van Kleef, ongeveer 16 jaar oud. Aleida is geboren omstreeks 1170, dochter van Dirk van Kleef.
III. Willem I van Holland, geboren omstreeks 1166. Willem is overleden op 04-02-1222, ongeveer 56 jaar oud. Hij is begraven in Abdij Rijnsburg.
Notitie bij Willem: Vermeld op 2 augustus 1215 als getuige in een zgn "Königsurkunde" opgemaakt in Neuss. Aanwezigen o.a. Lodewijk hertog van Baiern, Hendrik hertog van Brabant, graaf Adolf van Berg, Hendrik hertog van Limburg en zijn zoon Walrav, graaf Willem van Holland, graaf Frederik van Altena en graaf Adolf van Mark.
Graaf van Holland en van midden Friesland vanaf 1206, na strijd met Lodewijk van Loon, die was getrouwd met Ada, de dochter van zijn broer Dirk VII die in 1203 was overleden.
In 1213 door keizer Otto IV erkend als graaf over geheel Holland.
Nam deel aan de derde kruistocht in 1189 waarbij zijn vader overleed in 1190. Zelf werd hij op de terugtocht in Frankrijk gevangen genomen. In 1191 keerde hij in Holland terug maar raakte in onmin met zijn oudere broer Dirk, die zijn vader was opgevolgd als graaf. Willem zocht steun bij de opstandige Friezen.hij kon zelf niet weg uit Zeeland en daarom stuurde hij zijn vrouw Aleid met een leger naar West Friesland. In 1195 kwam het tot een treffen tussen Aleid en haar zwager Dirk. Aleid won door de leiders van Niedorp en Winkel om te kopen. Het geschil werd bijgelegd en Willem kreeg het bestuur over het graafschap Midden Friesland. (Het huidige Friesland) Willem kreeg al snel weer een conflict met zijn broer. Hendrik de Kraan, heer van Kuinre hield strooptochten in Midden Friesland. Willem vernietigde daarop de burcht van Kuinre. Dirk VII had echter in 1196 het tijdelijk bewind over het bisdom Utrecht van keizer Hendrik VI gekregen en had zijn oom Dirk van Holland aangesteld als bisschop. Hendrik van Kuinre was leenman van de bisschop en Dirk kon dus niet toestaan dat diens goederen vernield werden. Hij liet zijn broer Willem door Hendrik van Kuinre gevangen nemen. Willem ontsnapte en vluchtte naar Otto I van Gelre. Deze lag ook in een conflict met Dirk van Holland, omdat hij pogingen ondernam om het Oversticht (Drenthe en Overijssel) te bemachtigen. In 1197 trouwde Willem met de dochter van zijn gastheer. In 1203 betwiste hij, na de dood van zijn broer, zijn nicht Ada de opvolging in de adellijke leenrechten van haar vader. In 1204 wist Lodewijk van Loon, de man van Ada, met hulp van de graaf van Vlaanderen en de bisschoppen van Luik en Utrecht, Willem te verdrijven naar Zeeland. In 1205 heroverde Willem echter zijn voormalig graafschap. In 1206 werd de vrede in deze "Loonse oorlog" getekend. Willem kreeg Zeeland en de streek rond Geertruidenberg en Lodewijk van Loon de rest. Maar in 1213 kreeg Willem het hele graafschap Holland als rijksleen van keizer Otto IV. In 1214 trok Willem met keizer Otto op en nam deel in de slag bij Bouvines. Hij wordt daar de behaarde graaf van Holland genoemd.
In 1216 nam Willem deel aan een Franse expeditie naar Engeland tegen Jan zonder Land. De Engelse koning bracht het verdrag van 1206 weer boven water en erkende alleen Lodewijk van Loon als graaf van Holland. Deze Jan bereikte ook dat Willem in 1216 werd geëxcommuniceerd door de Paus. Om van de ban af te komen heeft Willem in 1217 deel genomen aan de vijfde kruistocht. Op die tocht verwierf hij veel roem. Via een tussenstop in Portugal vanwege storm, hielp hij de Portugeze koning de Moren te verdrijven. In 1220 keerde hij terug na onenigheid met de pauselijke afgezant Pelagius over het afwijzen van de voorstellen van de Egyptische sultan al-Kamil om het ingenomen Damiate te ruilen voor Jeruzalem. Willem I verleende stadsrechten aan Geertruidenberg in 1213, Middelburg in 1217, Dordrecht in 1220 en waarschijnlijk heeft hij ook Leiden stadsrechten verleend. Tijdens zijn bewind zijn de dijken van de Hollandse Waard aangelegd. Ook de Hoogheemraadschappen zijn toen ontstaan.
Op zijn ambtszegel stond het opschrift Wilhelmus Comes Frisiae.
Willem:
(1) trouwde, ongeveer 31 jaar oud, in 1197 in Staveren met Adelheid van Gelre, ongeveer 19 jaar oud. Adelheid is geboren omstreeks 1178, dochter van Otto I van Zutfen van Gelre en Richardis van Scheyern Wittelsbach. Adelheid is overleden op 12-02-1218, ongeveer 40 jaar oud. Zij is begraven in Rijnsburg.
(2) trouwde, ongeveer 54 jaar oud, omstreeks 1220 met Maria van Brabant.
Notitie bij Maria: weduwe van keizer Otto IV.
IV. Hendrik van Holland, geboren omstreeks 1165.
V. Adelheid van Holland, geboren omstreeks 1163. Adelheid is overleden na 1205, minstens 42 jaar oud. Adelheid trouwde, ongeveer 13 jaar oud, in 1176 met Otto I markgraaf van Brandenburg, 49 of 50 jaar oud. Otto is geboren op 21-06-1126. Otto is overleden op 07-03-1184, 57 jaar oud.
VI. Floris van Holland. Floris is overleden op 30-11-1210 in Utrecht.
Notitie bij Floris: Proost van Utrecht
VII. Agnes van Holland. Agnes is overleden in 1228.
Notitie bij Agnes: Abdis in Rijnsburg
VIII. Boudewijn van Holland.
IX. Sophia van Holland.
X. Elisabeth van Holland.
XI. Mechtild van Holland (zie 533).
1088 Hendrik van Cunre van Urk, geboren omstreeks 1125. Hendrik is overleden na 1170, minstens 45 jaar oud.
Notitie bij Hendrik: Opgevoerd omdat in de oorkonde van 1148, vermeld bij Coenraet van Urk, staat vermeld dat Coenraet van Urk een zoon heeft als opvolger.
Dat Hendrik van Cunre een zoon is van Coenraad van Urk is niet uit oorkonden of annalen af te leiden. Maar gezien de levensloop van Hendrik (de Crane) van Kuinre ligt de afstamming voor de hand. Mogelijk was deze Hendrik getrouwd met een dochter van Coenraad van Urck en is hij zelf een nazaat van Looz, gelet op het wapen van Kuinre.
Omstreeks 1165 is een burcht te Kuinre gebouwd en deze Hendrik zal dan de eerste bewoner zijn geweest van die burcht.
Kuinre is een strategisch gelegen plek waar door het leger van Karel Martel of zijn opvolgers zeker een versterking met verblijfsmogelijkheden is aangelegd en grond ontgonnen voor voedselpruduktie, tijdens de pogingen om de Friezen en Saksen te onderwerpen. Het landgoed diende dan voor de voedselvoorziening van het leger en de decentrale hoven. Het landgoed/leengoed was in slechte staat van exploitatie, wanneer bisschop Godebald in 1118 het "Swechus" in Kuinre in bezit krijgt. Een burcht was niet (meer) aanwezig, maar alleen een (zomer)verblijf voor vee en verzorgers, vergelijkbaar met de Bôen van Schoonebeek.
Aan wie het goed in 1118 in leen is gegeven door de bisschop Godebald is niet vermeld.
Rond 1165 was Godfried van Rhenen bisschop van Utrecht, als opvolger van Herman van Horne, die in 1150 Hartbert van Wierum was opgevolgd als bisschop. Bisschoppen moeten, net als andere wereldlijke heersers, een beroep doen op vertrouwelingen om hun macht veilig te stellen. Dat gebeurde meestal door de benoeming van familieleden op hoge posten en door het uitgeven van leengoederen, eventueel met burcht, op strategische plekken aan dienstmannen/ridders uit hun directe omgeving. Na 1165 verschijnen in het Oversticht in oorkonden meer namen van ridders/leenmannen van de bisschop, waarvan het stamgebied uit de omgeving van die bisschoppen moet worden gezocht, vaak als zoons van bestaande leenmannen.
Hij trouwde met
1089 NN van NN.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Hendrik I van Kuinre, geboren omstreeks 1150 (zie 544).
II. [vader:waarschijnlijk, moeder:misschien] Wolter Crane, geboren omstreeks 1160.
Notitie bij Wolter: Oorkonden Sticht Utrecht nr. 542.
1200. Bisschop Diederik II geeft een overzicht van het ontstaan en de wijdingen van liet klooster Bethlehem bij Doetinchem, en bevestigt het in zijn immuniteitsrecht en zijne bezittingen.
Getuigen: Wolter Spierink, Gijsbert, Egbert en Egidio?, broers van Amstel, Alfred, Albert en Willem van W???nen, Hubert van B??sencheim, Gerard van Hundeswic, Jacob en Lambert ter A, Sweder van Wisch, Steven van Zuilen, Willem van Malbergen, Sweder van Dingethe, Willem van Bronkhorst, Hendrik van Borculo, Evert Tak??, Sybert Swe??, Gosewijn van Berentrothe, Wolter Radinc, Udo en Wolter Crane, Menso van Wezep, Helmwich van Zalk, en vele anderen.
III. [misschien] Udo Crane, geboren omstreeks 1160.
IV. [vader:waarschijnlijk] Hendrik van Steenwijck, geboren omstreeks 1165. Hendrik is overleden vóór 1218, ten hoogste 53 jaar oud.
Notitie bij Hendrik: Vermeld in een oorkonde van 1206 als priesters/getuige, samen met Johan van Vollenhove. Aanwezige ridders: Wolter van Coevorden, de broers Menzo en Roelof van Peize, Arnold van Ruinen, Otto van de Polle, Hugo Sturm (Calthorne bij Diever), Gerard Lewe, Hugo Donker, de broers Egbert en Menso van Groningen, Wicher Lapinch (Radinc?), Rudolf, Hendrik van Norch, Walter Radink, schulte Bartold (van Eelde), Gelmer van Ide, Werenzoon van Bunne, Egbert van Hof, Otto van Ruinen en Jacob ter A.
Mogelijk ook vermeld als Hendrick van Oric.
Vermeld staat een Heinricus Oric in een oorkonde van omstreeks 1219 uit het Donaugebied.
In een oorkonde van omstreeks 1220 uit dezelfde streek, waarin veel dezelfde getuigen voorkomen, wordt vermeld een Heinrich Nagelle. In een derde oorkonde, ook uit 1220 staat vermeld Nagillin als plaatsaanduiding.
De vermelde personen kunnen eventueel gelezen worden als Hendrik van Urk en Hendrik van Nagele en zijn dan waarschijnlijk één en dezelfde persoon. Nagele was omstreeks die tijd de havenplaats van het gebied Urk.
De oorkonden staan vermeld in de Monumenta Boica, volumen primum, monumenta Garsensia, codex traditionum op blz 45 en 46.
De hoofdpersoon in de eerst vermelde oorkonde is ridder Wernher van Berg, die voor het zieleheil van zijn vrouw Gertrudis 13 solidi schenkt aan de kerk/klooster van Garzense. (Garst of Carsten onder Passau) (Vrije vertaling, er kan wat anders bedoeld zijn)
De heren van Berg hadden belangen in dit gebied. In een oorkonde van 1150 ontneemt de hertog van Beieren, op verzoek van zijn broer Koenraad, bisschop van Passau, Adelbert van Berg de voogdij van St Pölten en geeft hem hier andere goederen voor terug. (Urkundenbuch des Landes ob der Enns volume 2; 777-1189)
Als getuigen in de oorkonden van 1219/1220 worden behalve Werner van Berg en Hendrik van Oric/Nagele nog heren van Tanne, van Aich, van Gibinge, Perkheim, Chazbach, genoemd, allen uit het gebied Passau. De oorkonde zal dus waarschijnlijk in dat gebied zijn opgemaakt.
In "Ostereichischer"Geschichtsforscher"1841 staat een artikel van Viktor Freiherr Handel-Mazzetti over "Uber die Vögte von Perg" , en hieruit mogen we opmaken dat de hierboven vermelde Adelbert van Berg tot de familie Perg behoort.
Onduidelijke naamsvermelding in oorkonden kunnen tot verwarring leiden.
Uit andere stukken blijkt dat de naam Nageli als familienaam ook in het bisdom Passau voorkomt. We mogen dan ook aannemen dat Hendrik van Oric een verschrijving is in deze oorkonden en dat er geen banden bestaan tussen het gebied Urk en het gebied Passau.
Hendrik trouwde met [waarschijnlijk] Evese van Oosterwolde. Evese is geboren omstreeks 1170.
Notitie bij Evese: In een oorkonde van 1218 vermeld als weduwe van Ostwalt. Ds. J W Schaap zegt in zijn artikel over het adellijke geslacht Reding, gepubliceerd in 1966, dat met Ostwalt Oosterwolde wordt bedoeld.
Vermeld in een oorkonde van 1 januari 1219 waarin de bisschop van Utrecht de schenking goedkeurt van een hoeve in Middelbrink, gelegen aan de oostzijde, aan het klooster te Ruinen, door Eveze, weduwe Ostwalt (Oosterwolde) en Ida, de vrouw van Nicolaas, zoon van Eveze die in het Heilige Land is gestorven, waarvan de voogden van de zoon van Nicolaas en Ida hierbij aanwezig zijn en hiermee instemmen.
Getuigen: Rudolf van Coevorden, Egbert van Groningen, Rudolf van Norch, en de voogden van de zoon van Nicolaas en Ida: Gijsbert (van Steenwijck0, Hugo Dunker (van Steenwijck), Herman Clincke (van Ruinen), Rudolf Rocke (van Ruinen)
Herman Clencke en Rudolf Rocke zijn, op basis van de volgorde van vermelding, dan verwant aan Ida van Ruinen en zeer waarschijnlijk broers.
1090 Godschalk van Sepperothe.
Notitie bij Godschalk: Volgens het Nieuw Nederlands Biografisch Woordenboek zou hij omstreeks 1170 gehuwd zijn.
Quedam narracio: Godschalk verwekte drie zonen, Rodolphum, Mensonum en Hecbertum, door Hans van Rij vertaald (1989) als Roelof, Menso en Egbert.
Hij stamt af van de ridders van Sepperothe. De plaats heet nu Seppenrade en ligt vlak bij Lüdinghausen, ten zuiden van Münster.
Hij trouwde omstreeks 1160 met de ongeveer 25-jarige
1091 NN van Groningen van Wierum, geboren omstreeks 1135. NN is overleden vóór 1178, ten hoogste 43 jaar oud.
Notitie bij NN: Volgens het Nieuw Nederlands Biografisch Woordenboek zou zij omstreeks 1170 gehuwd zijn. Bron: Narracio. Zij is overleden voor haar vader Leffart.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. NN van Sepperothe, geboren omstreeks 1160 (zie 545).
II. Egbert III (ook Egbertus) van Sepperothe van Groningen, geboren omstreeks 1163. Egbert is overleden in 1240, ongeveer 77 jaar oud.
Notitie bij Egbert: MD Teenstra: 1195. Herbert, broer van Rudolf van Sepperothe, is voogd over Rudolfs zoon Albert, na diens overlijden tijdens een kruistocht. De door Teenstra vermelde Herbert is dezelfde als Egbert of Ecbert of Ekbert die in de Quedam narracio wordt vermeld.
Bisschop Boudewijn zendt een zekere Berthold naar Groningen om gedurende de minderjarigheid van Albert, als burggraaf in Groningen op te treden.Hij wordt echter hetzelfde jaar nog door Egbert van Sepperothe doodgeslagen.
Quedam narracio: Hecbert of Egbert leefde nog in 1232. Was prefect van Groningen voor 1/3e deel.
Deze Hecbert is waarschijnlijk dezelfde die in latere stukken als Egbert staat vermeld. (Egbert III)
Zie oorkondenboek Groningen-Drenthe.
(1206) Vermelde namen o.a. Johan van Vollenhove, Herman van Steenwijck, Wolter van Coevorden, de broers Rudolf en Menso van Peize, Arnold van Ruinen, Otto van de Pol, Hugo Sturm, Gerard Lewe, Hugo Donker, de broers Egbert en Menso van Groningen, Wicher Lapinch, Hendrik van Norg, Walter Radinc, Schulte Bartold, Gelmer van Ide, Werenzone van Bonne, Egbert ten Hove, Otto van Ruinen en Jacob ter A.
Opmerking Anne Post: Schulte Bartold woonde in Eelde, waarschijnlijk op Oosterbroek, een borg nabij het oorspronkelijke landgoed Lemferding en aan de Drentse A gelegen.Gelmer van Ide woonde op een oorspronkelijk mottekasteel, ten noorden van de wegsplitsing Groningen, Norg, Rolde (Assen) tussen de huidige Lugtenburgerweg en de Moespot. Dit was een zogenaamde ringwalburcht bestaande uit twee cirkelvormige grachten die samen een 8 vormen. Op de kleinste stond een uitkijktoren. Later worden bewakers van Ide vermeld. Bedoeld wordt dan waarschijnlijk dat deze het verkeer bij Yde van en naar Groningen moesten controleren. Werenzone van Bonne woonde op de burcht te Bunne die in 1145 is gebouwd in opdracht van bisschop Herbert van Wierum. Egbert ten Hove zal op een hofgoed hebben gewoond, waarschijnlijk op de Gruenenborg aan de Hunze bij Groningen. Egbert en Menso van Groningen zullen op de borg Selwerd hebben gewoond. Jacob en de later vermelde broer Gerard woonden op een borg gelegen aan de A.
(1208) Vermelde namen o.a. Volker van Coevorden, Walter Rading, Arnold Wilde, Bernard Benze (van de Ese), Menso van Peize, Egbert van Groningen, Otto Proeys ?, Volradus van IJsselmuiden, Jacob en Gerard ter A.
(1212) Volker van Coevorden, ridder, Egbert van Groningen, Rudolf van Peize, Johan van Ruinen, Schulte Bertold, Engelbert van Steenwijck.
(1217) Namen: Egbert van Groningen, Rudolf van Peize, Rudolf van Coevorden, Arnold van Ruinen, Arnold van Alva en Menzo van Gravestorp.(van Peize)
(1 januari 1219) Namen: Rudolf van Coevorden, Egbert van Groningen, Rudolf van Norch, Frederik Redinc; voogden van Ida, vrouwe van de Ese: Gijsbert, Hugo Donker, Herman Clencke, Rudolf Rocke.
(10 januari 1224) Namen: de broers Rudolf en Frederik van Coevorden, Johan van Ruinen, Bernard van de Ese, de broers Rudolf en Menso van Peize, Egbert van Groningen, Bertold van Steenwijck, Schulte Bertold van Drenthe, Frederik Rading met zijn broer Walter, Coenraad, schulte van Vollenhove, ridders.

(19 oktober 1225) Egbert van Groningen zal als scheidsman optreden.
(21 juli 1233) Wilbrand, bisschop van Utrecht neemt het klooster Marienberg in bescherming (gesticht voor de zielen van zijn voorganger Otto en de met hem gevallenen in de slag bij Ane) Aanwezigen: Egbert, prefect van Groningen, Rudolf van Norch, de broers Herman en Gerard van Roden. Pelgrim en Wolter Radinc van Vollenhove, Hendrik van Schoonebeek, Burchard en Gerard van Middelwijk, Sweder van Voorst, Gijsbert van Buchorst, Alfred van IJsselmuiden, Eilard van Bentheim, Winnemar van Hardenberg, Egbert van Haren, Engelbert en Hendrik van Gerner, Remfrid van Junne, Sweder van Genne en Herman van Vilsteren.
(19 mei 1235) Egbert van Groningen vermeld.
Egbert trouwde met NN van NN.
III. Rudolf van Sepperothe van Groningen, geboren omstreeks 1165. Rudolf is overleden in 1195, ongeveer 30 jaar oud.
Notitie bij Rudolf: Vermeld 1181, 1184.
Overleden tijdens een kruistocht in 1195.
Was prefect van Groningen voor 1/3e deel na het overlijden van zijn grootvader van moeders zijde.
Rudolf trouwde met NN van NN.
IV. Menzo van Sepperothe van Groningen, geboren omstreeks 1175. Menzo is overleden vóór 1225, ten hoogste 50 jaar oud.
Notitie bij Menzo: Was prefect van Groningen voor 1/3e deel na het overlijden van zijn grootvader.
ogd0043 datum 1206 of 1207. Genoemd wordt o.a. Heinrico de Nurch.
Enkele anderen: Johanne de Volnho, Hermanno de Stenwic, sacerdotibus;
Woltero de Covorde, Rodulfo, Menzone, fratribus de Peisge, Arnoldo de Rune, Ottone de Pollo, Hugo(ne) Sturm, Gerardo Leone, Hugone Dunker, Egberto, Menzone, fratribus de Gruningen, Wichero Lapinch, Randulfo, Waltero Radiac, Bartoldo sculteto, Gelmaro de Ide, Werenzone de Bonne, Egberto de Hove, Ottone de Rune, Jacobo de A et aliis quam pluribus.
(Theodoricus, bisschop van Utrecht, verklaart van Fredericus, abt van Ruinen, de kerken van Steenwijk en Borne verkregen te hebben alsmede de kapel van Westerbork benevens enige tienden voor enige tienden in ruil tegen de kerk van Beilen)
V. Christina? van Sepperothe, geboren omstreeks 1170.
Notitie bij Christina?: Krijgt na de dood van haar grootvader het landgoed Lemferding bij Eelde als leengoed van de Bisschop van Utrecht.
Zie verder de vermelding bij haar zuster.
Christina? trouwde met [waarschijnlijk] Barthold, (van Groenenberg) schulte van Eelde. Barthold, is geboren omstreeks 1170, zoon van Johannes, schulte van Eelde en NN van Peize (zie 1056,I). Barthold, is overleden in 1240, ongeveer 70 jaar oud.
Notitie bij Barthold,: De bisschop van Utrecht stelt in 1206 het Schultambt voor Drenthe in en belast de heren van Eelde erfelijk met deze functie.
De eerste die wordt aangesteld is ridder Bartold in 1206 en die heeft deze functie uitgeoefend tot zijn dood in 1240.
Volgens J W Schaap de stamvader van de schulten van Eelde.
MD Teenstra: In 1206 wordt het schultambt in Drenthe ingesteld en de heren van Peize worden hier erfelijk mee beschonken. Zijnde Bertold van Eelde ridder, 1206-1240; Rutger van Eelde 1263-1290; Rutger II van Eelde 1303-1325; Hendrik van Eelde 1325-1340. Dat betekent dus dat Bertold van Eelde volgens Teenstra,een afstammeling is van een van Peize. (In 1177 is echter reeds sprake van een Johannes als schulte.)
Vermeld in de Quedan narracio in hoofdstuk 27. Hier wordt vermeld dat zijn zoons bij Peize gevangen genomen worden door krijgslieden van de bisschop en worden opgesloten in de Sint Walburgskerk te Groningen.Namen van die zoons worden niet vermeld.
Zie oorkondenboek Groningen-Drenthe volgnrs.
43 (1206) Vermelde namen o.a. Johan van Vollenhove, Herman van Steenwijck, Wolter van Coevorden, de broers Rudolf en Menso van Peize, Arnold van Ruinen, Otto van de Pol, Hugo Sturm, Gerard Lewe, Hugo Donker, de broers Egbert en Menso van Groningen, Wicher Lapinch, Hendrik van Norg, Walter Radinc, Schulte Bartold, Gelmer van Ide, Werenzone van Bonne, Egbert ten Hove, Otto van Ruinen en Jacob ter A.
53 (1212) Volker van Coevorden, ridder, Egbert van Groningen, Rudolf van Peize, Johan van Ruinen, Schulte Bertold, Engelbert van Steenwijck.
64 (1 januari 1219) Namen: Rudolf van Coevorden, Egbert van Groningen, Rudolf van Norch, Frederik Redinc; voogden van Ida, vrouwe van de Ese: Gijsbert, Hugo Donker, Herman Clencke, Rudolf Rocke.
67 (10 januari 1224) Namen: de broers Rudolf en Frederik van Coevorden, Johan van Ruinen, Bernard van de Ese, de broers Rudolf en Menso van Peize, Egbert van Groningen, Bertold van Steenwijck, Schulte Bertold van Drenthe, Frederik Rading met zijn broer Walter, Coenraad, schulte van Vollenhove, ridders.
83 (omstreeks 1225, lijst van opbrengsten aan het kapittel van de dom te Utrecht) Namen in Drenthe: Egbert van Groningen, Rudolfs zoon Albert, Leffarts zoon Menso, Thezo’s zoon Johannes, Johan van Ruinen, Johan van Haarlo, Steven van Tuten, Lubbert van Dalen, Philip uit Ide, Otto van Zeegse, Menso van Roden, Rudolf van Langelo, Albert van Uffelte, Rudolf van Norch, Herman van Voorst, Theodorus van Buckhorst, Rudolf van Peize, Zijn broer Menso van Peize, Rudolf Rogge, Rudolf van Coevorden, Schulte Bartold (van Eelde), Bernard te Rothe ?, Resindis, dochter van Hendrik Papinck, Ludolf van Kuinre, Lubbert van Bunne.

Generatie 12 (stamovergrootouders)

2112 Rudolf van Werl van Wierum, geboren omstreeks 1070.
Notitie bij Rudolf: Rudolf van Wierum, de hier opgevoerde vader van Herbert of Hartbert van Wierum, zal een kleinzoon zijn van graaf Rudolf van Fivelgo, vermeld in de oorkonde van mei 1040 waarin keizer Hendrik Drenthe en de stad Groningen en andere goederen schenkt aan de bisschop van Utrecht.
Herman II van Werl had een zoon Rudolf uit een tweede huwelijk waarvan verder niets bekend is. Hij kwam niet in aanmerking voor opvolging als graaf. Na de dood van Herman II werd zijn zoon Bernhard III, uit zijn eerste huwelijk, graaf in de Emsgau en Frisia (tussen Lauwers en Eems). Bernhard had een borg in Emden. Het was gebruikelijk in grafelijke kringen om belangrijke bestuurlijke posities te laten innemen door vertrouwelingen en dan meestal familieleden. Daardoor was de macht beter te handhaven en mogelijk uit te breiden. Het gebied van graaf Bernhard bestond uit meerdere gouwen. Het is dan aan te nemen dat een deel van die gouwen, waaronder Fivelgo en Hunsego, als onderleen door Bernhard aan zijn halfbroer Rudolf is gegeven. De zetel van deze Rudolf zal dan op een strategische plek hebben gelegen in dit gebied. Deze plek is dan Wierum, van waaruit een goede verbinding over zee met Emden bestond. Op dit punt, waar Hunze en Aa samen komen en waar alle verkeer van en naar Groningen te controleren is, zal zeker een borg of versterkt huis hebben gestaan. Kleinzoon Rudolf, vader van Herbert, zal hier gewoond hebben en niet in Bierum zoals deze plaats is vertaald uit het latijn door de samenstellers van de bekende oorkondenboeken van het Sticht.
Zie ook de veronderstelling van Roemeling, vermeld bij Herbert. Rudolf zal dan bekend geweest zijn als Rudolf van Wierum.
Wierum, en meerdere terpen langs de Hunze, waren al bewoond voor het jaar 0.
Zeer waarschijnlijk is de borg Selwerd, net ten zuiden van Wierum, een vervanging van een versterkt huis te Wierum.
Archeologische opgravingen door de stad Groningen, http://gemeente.groningen.nl/stadsgeschiedenis/over-archeologie, toonden aan dat ter plaatse waar de borg Selwerd heeft gestaan, ook sporen zijn gevonden van een eerder ter plaatse gebouwde houten borg of bolwerk, vermoedelijk gebouwd omstreeks 1100-1150. De bouwer is dan een nazaat van Rudolf van Wierum en moet dan Leffart zijn geweest, door zijn broer Herbert, bisschop van Utrecht en bezitter van het gebied Selwerd, benoemd als prefect van Groningen. De afgezette prefect Egbert woonde op de Gruenenborg aan de Hunze. De borg Selwerd is dan het stamhuis van de prefecten van Groningen van het Westfaalse geslacht van Werl / (later van Sepperothe),waarin de naam Rudolf veelvuldig voorkomt. De Gruenenborg aan de Hunze is het stamhuis van de prefecten van het Saksische geslacht Groenenberg of Groenebeke, verwant aan de graven van Brunswijk, waarvan velen de naam Egbert dragen.
Hij trouwde met [misschien]
2113 [misschien] Sigardis? van NN. Sigardis is overleden na 1148 in Coevorden ?.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Herbert (Hartbert) van Wierum, Bisschop van Utrecht, geboren omstreeks 1100. Herbert is overleden op 12-11-1150, ongeveer 50 jaar oud.
Notitie bij Herbert: Vermeld in Quedam Narracio pag.2 als Hartbert en afkomstig van Berum in Frisia.
Bisschop van Utrecht 1139-1150. Daarvoor Domprost van Utrecht.
De aanduiding "Berum in Frisia" wordt verschillend gelezen en er is geen eenduidigheid welke plaats hiermee bedoeld wordt.
Een enkeling meent dat Bierum boven Delfzijl wordt bedoeld, maar anderen denken dat hier Wierum moet worden gelezen.
Men denkt dan aan Wierum boven Dokkum vanwege de toevoeging Frisia. Maar Frisia omstreeks 1100 was het gehele gebied langs de kust tot aan de Weser. Ook het huidige Groningen behoorde daartoe.
Mol en Noomen denken in hun artikel " DE STICHTING VAN DE AUGUSTIJNER KOORHERENABDIJ LUDINGAKERKE EN HAAR RELATIE MET ROLDUC" aan het gebied rond Sexbierum in Friesland en vinden in ieder geval Bierum in Groningen hoogst onwaarschijnlijk.
Roemeling zegt in zijn artikel in de Nederlandscha Leeuw van okt/nov 1973 dat voor Berum niet moet worden gelezen Bierum, maar Wierum, gelegen vlak bij Groningen in een bocht van de Hunze. En dat is veel logischer. De terp Wierum bestaat nog steeds en was vroeger een heel strategisch punt, waar de oude Hunze instroomt in het Reitdiep, toen een open verbinding met de Noordzee. Wie Wierum bezat had de controle over de handel van en naar de stad Groningen.
Wierum wordt al vermeld in een oorkonde van 855. Hierin schenkt een zekere Folker zijn erfgoederen aan de abdij Werden, gelegen in o.a. Humerki, met name genoemd Krassum en Wierum. (Zie oorkondenboek Lacomblet nr. 65)

Omstreeks 1145 liet Herbert, bisschop van Utrecht, een burcht bouwen in Bunne, gelegen in de driehoek Norg-Peize-Eelde. Daarbij ook een kapel en een bierbrouwerij, het geheel omringd door een brede gracht. Na Herberts dood in 1150 kwam de burcht waarschijnlijk in bezit van zijn broer Ludolf, drost van Coevorden, vanwege de latere vermelding van een Ludolf van Bunne.
II. Ludolf van Wierum van Coevorden, geboren omstreeks 1105. Ludolf is overleden omstreeks 1155, ongeveer 50 jaar oud.
Notitie bij Ludolf: Verkreeg van zijn broer Herbert in 1141 Coevorden in leen en de jurisdictie over Drente.
Was daarvoor zeer waarschijnlijk leenman van het landgoed Ansen, allodiaal bezit van de bisschop van Utrecht. Zijn zoon Folker trok zich in 1196 terug op zijn erfgoed Ansen.
Omstreeks 1145 liet Herbert, bisschop van Utrecht, een burcht bouwen in Bunne, gelegen in de driehoek Norg-Peize-Eelde.Daarbij ook een kapel en een bierbrouwerij, het geheel omringd door een brede gracht.
Na Herberts dood in 1150 kwam de burcht waarschijnlijk in bezit van zijn broer Ludolf, drost van Coevorden. Omstreeks 1280 is deze burcht een klooster geworden van een Duitse orde. Een Ludolf van Bunne werd de 5e Land-Kommandeur der Utrechtse Balije en wel van 1286 tot 1288.
Ludolf trouwde, ongeveer 30 jaar oud, omstreeks 1135 met Johanna van Goor, ongeveer 15 jaar oud. Johanna is geboren omstreeks 1120, dochter van Willem II van Goor. Johanna trouwde later omstreeks 1155 met Floris van Vorenborch (±1125-na 1195).
III. Leffart van Wierum van Groningen, geboren omstreeks 1110 (zie 2182).
IV. [moeder:misschien] Lambert van Wierum van Peize, geboren omstreeks 1125 (zie 1056).
2128 Adolf V van Berg.
Hij trouwde met
2129 Irmgard van Arnsberg.
Kind uit dit huwelijk:
I. Eberhart I van Altena, geboren in 1130 (zie 1064).
2130 Arnold II van Kleef. Arnold is overleden omstreeks 1149.
Hij trouwde met
2131 Ida van Brabant. Ida is overleden op 20-02-1147.
Kind uit dit huwelijk:
I. Adelheid van Kleef (zie 1065).
2132 Dirk VI van Holland, geboren omstreeks 1108. Dirk is overleden op 05-08-1157, ongeveer 49 jaar oud. Hij is begraven in Rijnsburg.
Notitie bij Dirk: Graaf van Holland en Midden Friesland en Urk/Emelweerd. Graaf van Bentheim.
Hij was graaf van Holland van 1121 tot 1129 en van 1131 tot zijn overlijden in 1157.
Stond tot zijn meerderjarigheid onder voogdij van zijn moeder Petronella. Hij huwde met Sophia van Reineck, waardoor het graafschap Bentheim in handen van de graven van Holland kwam. Zijn jongere broer Floris kwam een paar maal tegen hem in opstand en in 1129 werd Floris graaf tot 1131, vanwege de steun van zijn moeder, de bisschop van Utrecht Andries van Cijck en de roomse koning Lotharius III, zijn oom. In 1131 verloor hij die steun en moest vluchten naar het gebied van de West Friezen. Deze waren tegen Dirk VI in opstand gekomen. Zij boden Floris de heerschappij over West Friesland aan en ook de Kennemers sloten zich bij hun aan. In 1132 werd de broedertwist door tussenkomst van Lotharius bijgelegd. In 1133 bezette Floris de stad Utrecht. Herman en Godfried van Cuijck trokken met een leger naar Utrecht. In 1139 ondernam hij een bedevaart naar het Heilige Land en verwierf van paus Innocentiüs II de onafhankelijkheid van de Utrechtse kerk voor de abdijen van Egmond en van Rijnsburg. Deze werden het bijzonder eigendom van de Pauselijke Stoel.
Met de bouw van het klooster te Egmond was begonnen in het jaar 1140. Dirks moeder draagt het klooster na gereedkoming op aan paus Innocentiüs II. De voogdij komt bij de graven van Holland en komt erfelijk toe aan het geslacht Egmond. beginnend met kwade Wouter van Egmond, die in 1208 overlijdt. Abt wordt Walter, eerder proost van de abdij te Lens van de abdij van Gent; waarschijnlijk heeft hij annalen van Gent naar Egmond overgebracht. De beide kloosters werden door deze constructie aan de heerschappij van de bisschop van Utrecht onttrokken.
In 1143 trok hij ten strijde tegen Herbert, de bisschop van Utrecht.
Zie: http://www.awn-beverwijk-heemskerk.nl/pdf/gravenoprij1.pdf
Dirk is begraven in de in 1133 door zijn moeder gestichtte abdij van Rijnsburg.
Hij trouwde, ongeveer 16 jaar oud, omstreeks 1124 met de ongeveer 9-jarige
2133 Sophia von Salm von Rieneck, geboren omstreeks 1115. Sophia is overleden in 1176 in Jeruzalem, ongeveer 61 jaar oud.
Notitie bij Sophia: Gravin van Bentheim.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Floris III van Holland, geboren omstreeks 1140 (zie 1066).
II. Dirk van Holland, geboren omstreeks 1138. Dirk is overleden in 1151, ongeveer 13 jaar oud.
III. Otto van Holland van Bentheim, geboren omstreeks 1142. Otto is overleden omstreeks 1209, ongeveer 67 jaar oud.
Notitie bij Otto: Zie: http://www.topluuk.nl/getperson.php?personID=I3900&tree=GM01
Hij verkrijgt in 1150 als erfgenaam van zijn grootmoeder Bentheim, na de dood van zijn grootvader Otto. Zijn grootmoeder Gertrudis is voogdes tot hij meerderjarig is.
Hij wordt vermeld 1166-1208.
Hij begeleidt zijn moeder op haar (tweede) reis naar het Heilige Land in 1173.
Neemt deel aan de vijfde Italië-tocht van keizer Frederik Barbarossa en treedt op 29-07-1176 in Pavia als getuige op wanneer deze de rechten van de stad Cremona vernieuwd.
Hij is (wederom met zijn broer graaf Floris III van Holland) getuige aan het keizerhof te Mainz op 23 en 27-05-1182. Hij voert oorlogen tegen de burggraven van Coevorden die de lucratieve steenhandel over de Vecht verstoren. In 1187 wordt hij burggraaf van Coevorden. In 1189 neemt hij deel aan de Derde Kruistocht, onder leiding van keizer Friedrich I Barbarossa.
Op 20-10-1195 is hij in Mainz getuige wanneer zijn neef Dirk VII van keizer Hendrik VI de tol van Geervliet ontvangt. In 1196 moet hij Coevorden met Drenthe weer afstaan.
In 1207 ondersteunt hij verklaringen die aan de Engelse koning worden afgegeven dat het huwelijk van Ada van Holland (dochter van Dirk VII) met Lodewijk II van Loon wettig is.

http://www.kasteel-bentheim.nl/index.php/geschiedenis/De+opkomst+van+de+graven+van+Bentheim?MttgSession=277894e5dc90771b04cb15a9b26a4bb9
De opkomst van de graven van Bentheim.
Het vorstenhuis Bentheim bestaat uit twee uit het Münsterland stammende lijnen - de "Fürsten zu Bentheim und Steinfurt", de eigenaren van het kasteel Bentheim, en de "Fürsten zu Bentheim-Tecklenburg" die hun residentie in Rheda hadden.
ca. 1100 tot 1533
1050 Eerste vermelding van een plaats met de naam "Binithem" in de belastingregisters van de abdei Werden (nu een stadsdeel van Essen).
1116 Keizer Lothar III verovert kasteel Bentheim en geeft het aan zijn zwager Otto von Salm-Rhieneck
1146 Na de vete met de Bisschop van Utrecht komt het kasteel in handen van graaf Diederik VI van Holland.
rond 1160 Bouw van de kasteelmuren, de toren van de Katharinenkerk en de kruittoren.
1394 Bernhard, de laatste graaf van Bentheim uit het geslacht Holland, sticht klooster Frenswegen. Na zijn dood gaan het kasteel en het graafschap over aan het geslacht van de heren van Güterswyk.
1487 Het "eeuwigdurende erfverdrag" leidt tot het samengaan van de graafschappen Bentheim en Steinfurt.

Van een graafschap Bentheim binnen de huidige gebiedsgrenzen kan in deze vroege periode nog niet worden gesproken. Waarschijnlijk reikte de invloed van het kasteel niet veel verder dan de rechtspraak in Schüttorf en de omliggende dorpen langs het stroomdal van de Vecht. Het landschap bestond toen hoofdzakelijk nog uit uitgestrekte heidevelden en ondoordringbare moerassen, en er woonden nauwelijks mensen.
De kerkelijke organisatie van het graafschap Bentheim in de middeleeuwen verdeelde het territorium in twee helften. Het noordwestelijke deel van de zogenaamde ’Niedergrafschaft’ besloeg Neuenhaus, Veldhausen, Emlichheim en Uelsen en stond onder het gezag van het bisdom Utrecht. De zgn. ’Obergrafschaft’ waartoe Bentheim, Schüttorf en Nordhorn behoorden, maakten deel uit van het Bisdom Münster.
Rond de overgang van de 11e naar de 12e eeuw schijnen de kasteelheren van Bentheim samen met de bisschop Burchard von Münster trouwe aanhangers te zijn geweest van de uit Salische dynastiek stammende keizer Hendrik V. De geplande invoering van een algemene keizerlijke rijksbelasting zorgde voor oproer bij de Westfaalse en Saksische adellijken. Er brak een oorlog uit tegen Hendrik V. Tijdens deze oorlog slaagden de opstandelingen onder aanvoering van graaf Friedrich von Arnsberg en de hertog van Saksen en de latere keizer Lothar von Süpplinburg er in 1115 in, met de slag bij Welfesholze in de oostelijke Harz van de keizerlijke troepen te winnen. Daarna vernietigden ze alle met de keizer sympathiserende kastelen vanaf de Harz tot in Noordwest-Duitsland, zelfs de Domburg van Münster.
In het jaar 1116 nam Hertog Lothar von Süpplinburg kasteel Bentheim in en brandschatte het. Waarschijnlijk vond hierbij de laatste van de Northeimse graven, Otto de Jongere, de dood. De verwoeste burcht werd al snel weer opgebouwd en kwam in het bezit van Lothars zwager, Otto von Salm-Rieneck.
In 1146 ontstond er een gewapend conflict tussen Otto von Rieneck en de bisschop van Utrecht over eigendomsrechten in Twente. Gedurende deze onenigheid kwam het tot een veldslag, Otto werd met zijn ridders bij Ootmarsum verslagen en als gevangene naar Utrecht gebracht. Na korte tijd kwam hij weer vrij, maar hij moest accepteren dat zijn kasteel tot aan 1190 in leen aan het bisdom van Utrecht werd gegeven.
Het hoofdgebouw van het kasteel en kapel eiste de bisschop voor zichzelf op. Twee jaar later raakte Otto opnieuw verstrikt in conflicten, ditmaal vanwege zijn bezittingen aan de Middenrijn. Hierbij werd zijn enige zoon en erfgenaam als gevangene door Hermann von Staleck vermoord. Via de erfenis van Otto’s dochter, Sophie von Rhieneck, kwam het kasteel en heerlijkheid Bentheim in het bezit van de graven van Holland. De zijlijn van dit geslacht vernoemde zich voortaan naar het kasteel Bentheim.
Rond 1200 nam het territorium van de heren van Bentheim in omvang toe. Het grondgebied dat voorheen hoofdzakelijk uit het kasteel zelf en een hoeve in Schüttorf bestond, werd nu door de aankoop van het Gogericht Uelsen en het gebied van het tegenwoordige graafschap aanzienlijk uitgebreid. Daarmee was de basis gelegd voor de vorming van een aaneengesloten territorium.
In de 12e en 13e eeuw probeerden de graven van Bentheim herhaaldelijk door het kopen van drost-ambten in Twente en Drenthe en het burggraafschap van Coevorden hun territorium in het aangrenzende Nederlandse gebied te vergroten. De territoriale uitbreidingen in de bisdommen Münster en Osnabrück hadden minder succes. Gedurende een korte tijd zagen de heren Bentheim hun macht duidelijk toenemen toen ze in de tweede helft van de 13e eeuw het graafschap Tecklenburg erfden. Maar deze erfenis werd al snel weer verdeeld, wat de positie van de Bentheims in het noorden van Westfalen weer verzwakte. Ook hun invloed in de Nederlanden werd rond 1300 sterk teruggedrongen.
Het is niet eenvoudig het territorium van de Bentheimers in de 12e en 13e eeuw te definiëren. In deze tijd was men nog maar net begonnen de eigen territoriale grenzen af te bakenen. Weliswaar maakten de heren van Bentheim in deze periode aanspraak op de titel van graaf, maar deze was vermoedelijk uitsluitend afgeleid van hun herkomst uit het geslacht Holland. Pas in de 14e eeuw kon het grondgebied van Bentheim rechtmatig ’graafschap van het Heilige Roomse Rijk’ worden genoemd. Vanaf nu werden ter beveiliging van het gebied verschillende kastelen en steden (Neuenhaus en Nordhorn) gesticht en structureel vergroot. Rond 1400 waren de grenzen van het grondgebied min of meer afgebakend. Deze zijn tot op vandaag vrijwel gelijk gebleven.
Tegen het einde van de 14e eeuw stierven de graven van Bentheim van de Hollandse tak uit. De erfenis ging aan een neef, Everwyn von Güterswyk. De heren von Güterswyk hadden hun stamslot aan de rechteroever van de Nederrijn bij Dinslaken. In 1420 vergrootten zij het bezit van Bentheim nog eens door een huwelijk met het adellijke huis Steinfurt, dat vanaf dat moment met huis Bentheim was verbonden. In 1486 werd graaf Everwin II door keizer Friedrich III met Bentheim beleend. Daarmee was het graafschap voor het eerst als een rijksleen erkend.
Otto trouwde, ongeveer 23 jaar oud, in 1165 in ’s Gravenhage met Alveradis van Malsen van Cuijck, ongeveer 15 jaar oud. Alveradis is geboren omstreeks 1150, dochter van Godfried I van Cuijk en Jutta (van Arnsberg) (Ida) van Werl. Alveradis is overleden in 1230, ongeveer 80 jaar oud. Alveradis trouwde voorheen omstreeks 1160 met Hendrik IV van Kessel (±1145-1219).
Notitie bij Alveradis: Ook vermeld als Alveradis van Arnsberg, erfdochter van Malsen.
Vrouwe van Malsen. Uit: http://home.zonnet.nl/broekhoven2/Broekhoven/f810.htm
Getrouwd BEF 1172
OTTO IV VAN BENTHEIM:
Geboren ABT 1135
Overleden ABT 1208
Beroep: Graaf van Bentheim (1150), Burggraaf van Coevorden, ook wel Otto I van Holland geheten.
Graaf/Burggraaf van Coevorden, vermeld vanaf 1166, verkrijgt als erfgenaam van zijn gtootmoeder Gertrud van Northeim het graafschap Bentheim] [zie Gens Nostra 1991, afstammingsreeks Karel de Grote, reeks 227, nr 13, 14 en 15].
Hij vergezelt zijn moeder op haar tweede kruistocht naar Jeruzalem in 1173 en is op 23 en 27 mei 1182 aan het hof van de Duitse Keizer te Mainz.
Hij neemt deel aan de derde kruistocht in 1189.
ALVERADIS VAN ARNSBERG:
Geboren ABT 1150
Overleden AFT 1205
Erfgename van Malsen.
IV. Boudewijn van Holland. Boudewijn is overleden op 30-04-1196 in Mainz.
Notitie bij Boudewijn: Uit Wikipedia:
Bisschop van Utrecht van 04-07-1178 tot 1196.
Boudewijn was een zoon van graaf Dirk VI van Holland en Sophia van Rheineck en een broer van graaf Otto van Bentheim en graaf Floris III van Holland. Vooraleer bisschop van Utrecht te worden, was Boudewijn volgens sommige bronnen aartsbisschop van Bremen en kapelaan van Hendrik de Leeuw. Als bisschop van Utrecht kon het graafschap Holland zijn macht in Utrecht versterken. Tijdens zijn regering was hij in strijd met hertog Otto I van Gelre over de Veluwe en Salland en met de burggraven van Groningen en Coevorden. De oorlogen in het Oversticht, waar plunderingen van bisschoppelijke goederen bovendien schering en inslag waren, legden een zware wissel op de financiën van het bisdom. Boudewijn werd na zijn dood bijgezet in de Dom van Utrecht.
V. Dirk van Holland. Dirk is overleden op 28-08-1197 in Padua.
Notitie bij Dirk: Werd in 1196 domproost van Utrecht en in 1197 bisschop van Utrecht.
Uit Wikipedia:
Dirk van Holland was een zoon van graaf Dirk VI van Holland en Sofia van Bentheim en daarmee een broer van graaf Floris III en bisschop Boudewijn II.
Dirk werd in 1196 domproost in Utrecht. Na de dood van zijn broer werd hij door de Hollandse partij als kandidaat voor de Utrechtse zetel naar voren geschoven, hierin gesteund door keizer Hendrik VI. Gelre kwam met Arnold van Isenburg, gesteund door de paus en de aartsbisschop van Keulen. Hierdoor ontstond een impasse, waarin Dirk als bisschop van het Nedersticht werd erkend, en Arnold van Isenburg als bisschop van het Oversticht.
Beide kandidaten reisden daarop naar Rome, waar Arnold in 1196 door paus Innocentius III tot bisschop van Utrecht werd gewijd. Snel daarna overleed hij en Dirk I werd alsnog geconsacreerd. Hij overleed op de terugweg van Rome naar Utrecht te Pavia.
VI. Sophia van Holland.
Notitie bij Sophia: Abdis te Rijnsburg
VII. Hadewich van Holland.
Notitie bij Hadewich: Non te Rijnsburg.
VIII. Geertruid van Holland.
IX. Petronilla van Holland.
2176 [waarschijnlijk] Coenraet van Urk (Oric), geboren omstreeks 1105. Coenraet is overleden na 1148, minstens 43 jaar oud.
Notitie bij Coenraet: OSU nr 394 jaar 1148: Coenraet wordt voor het eerst vermeld in een oorkonde van 1148 waarin Wigbold, de abt van het klooster Corvey aan Conrad van Oric een bezitting verpacht, gelegen in Meretha (vertaald als Mirdum in Gaasterland). De pacht moet worden voldaan in het huis te Coevorden, bij vrouwe Sigardis, de kameraar van het klooster, of een gevolmachtigde vertegenwoordiger. De akte is getekend in Anlo, een hof van Hartbert bisschop van Utrecht, die als getuige daarbij aanwezig was.
Is in 1152 mogelijk getuige in een akte waarbij bisschop Herman van Utrecht de kerk te Blijdenstede in het bezit stelt der haar door zijn voorganger geschonken goederen. Getuigen dienstmannen: kastelein Otto, Ulricus, Coenradus (van Orc ?), Werenboldus (van Buckhorst ?), Ingelbertus (van Ramele ?), Meinoldus, Radingus (van Vollenhove ?), Alardus (van Gravestorp ?), Marcuardus, Reinnerus en Jonathas. Coenradus (van Urk) was dan dienstman van de bisschop van Utrecht. Waar is niet vermeld, maar het moet een plek zijn dat onder de macht van de bisschop was.
Een mogelijke verwant van Coenraet van Urk is Hendrik de Crane van Kuinre. Deze huwde een kleindochter van Leffert van Groningen, de broer van bisschop Hartbert. Het is dan ook niet vreemd dat Hendrik de Crane behalve Kuinre ook het landgoed Eyen (Een), ten westen van Norg en ten zuidwesten van Groningen, als leenman van de bisschop van Utrecht in bezit heeft gekregen. Dit landgoed lag aan de enige invalsweg naar Friesland in het noorden en paste waarschijnlijk goed in het streven van Hendrik de Crane om meer macht in Friesland te krijgen.
Omdat het wapen van Hendrik van Kuinre lijkt te zijn afgeleid van het wapen van Looz/Loon, komt als mogelijke vader of grootvader van Coenraad, Hendrik van Looz in beeld, naar wie dan de zoon Hendrik van Coenraad kan zijn vernoemd..
Een logische vader lijkt Adelhardus, de eerst vermelde voogd van het hof van Pantaleon in Urck in de oorkonde van omstreeks 1107. Deze Adelhardus was toen nog jong, mogelijk nog niet eens getrouwd. Om de mogelijke lijn zichtbaar te maken is als vader Adelhardus opgevoerd met als grootvader Hendrik van Looz. De naam Coenraad verwijst dan naar Coenraad van Horne, de grootvader van Hendrik van Looz van moeders kant.
Hij trouwde met
2177 NN van NN.
Kind uit dit huwelijk:
I. [vader:waarschijnlijk] Hendrik van Cunre van Urk, geboren omstreeks 1125 (zie 1088).
2182 Leffart van Wierum van Groningen, geboren omstreeks 1110. Leffart is overleden na 1178, minstens 68 jaar oud.
Notitie bij Leffart: Prefect van Groningen. (Naam Leffert oorspronkelijk Lyfrid)
Hij werd benoemd in 1144 door zijn broer Herbert nadat deze de prefectuur aan Egbert van Groenenberg had ontnomen. Deze Egbert was prefect van 1141 tot 1144 en was ook benoemd door bisschop Herbert, maar Egbert lag regelmatig met de Gelkingers in de stad Groningen overhoop.
Volgens MD Teenstra zouden de Groenbergers, na het verwerven van de wereldlijke macht door de bisschop van Utrecht in 1047 zijn aangesteld als leenmannen, maar hun beleid van bevoordeling van familieleden leidde tot groot ongenoegen onder de bevolking, wat in 1105 escaleerde in het ontstaan van de groepering van de Gelkingers, die de bisschop van Utrecht niet meer erkenden als wereldlijk machthebber van Groningen.
Komt voor in een oorkonde van 1177 en 1178 samen met zijn jongere broer Lambert van Peize, Schulte Johannes, Walter Radinc (van Vollenhove) en Arnold Wilde.
Na zijn overlijden worden 3 kleinzoons elk voor een derde beleend met de prefectuur. Deze, Rudolf, Menzo en Hecbert (Egbert), zijn van een dochter getrouwd met Godschalk van Sepperothe (beiden overleden voor hun vader resp.schoonvader).
Volgens M D Teenstra in zijn breedvoerig tijdrekenkundige tafel is Leffart overleden in 1160 (1180?). Zijn kleinzonen waren Lefferd, Rudolf, Menso en Herbert.
Anne Post: Heeft vermoedelijk de (houten) borg Selwerd laten bouwen op de grond die hij als leenman in bezit had. Deze borg stond 3,5 kilometer ten zuidoosten van zijn geboortehuis op de wierde Wierum, toen behorend tot Frisia, waar de Hunze instroomt in het Reitdiep vroeger Koningsdiep.
Hij trouwde met [waarschijnlijk]
2183 NN van Ruinen, geboren omstreeks 1120.
Notitie bij NN: Vermoedelijk een nazaat Groenenberg, vanwege de voornamen Egbert en Menzo van haar kleinkinderen.
Kind uit dit huwelijk:
I. NN van Groningen van Wierum, geboren omstreeks 1135 (zie 1091).

Generatie 13 (stambetovergrootouders)

4224 NN (Hartbert, Heribert) Rudolfszn van Werl, Graaf van Fivelgo, geboren omstreeks 1040.
Hij trouwde met
4225 NN van NN.
Kind uit dit huwelijk:
I. Rudolf van Werl van Wierum, geboren omstreeks 1070 (zie 2112).
4262 Godfried I met de baard van Brabant.
Hij trouwde met
4263 Ida van Namen.
Kind uit dit huwelijk:
I. Ida van Brabant (zie 2131).
4264 Floris II de vette van Holland, geboren in 1081. Floris is overleden op 02-03-1121, 39 of 40 jaar oud. Hij is begraven in Abdij van Egmond.
Notitie bij Floris: Vermeld als graaf vanaf 1091, na de dood van zijn vader.
Floris kreeg van de bisschop van Rijnland de titel Graaf van Holland. Floris II is de eerste die zo werd genoemd, daarvoor werd zijn domein nog als het graafschap Friesland aangeduid. Floris verwierf grote rijkdom door de ontginning van de veengebieden in het Rijnland en door tolheffing op de grote rivieren, met name bij Vlaardingen waar in die tijd de Lek, Waal en Maas samen in de Noordzee uitmondden. Hij heeft tijdens zijn regering diverse houten kerken vervangen door kerken van tufsteen.
Bijgenaamd de Vette, of de Dikke. (Florentius Crassus)
Waarschijnlijk een gevolg van de verworven rijkdommen vooral vanwege de tolheffing bij Vlaardingen, waar Rijn, Maas en Waal samen naar zee stromen.
Nam geen deel aan de eerste kruistocht in 1096. Stimuleerde omstreeks die tijd de veenontginningen langs de grote rivieren. Voerde in 1101 als eerste de titel graaf van Holland (Florentius comes de Hollant) als leenman van de bisschop van Utrecht. Zijn graafschap omvatte de gehele kuststrook en de lage landen ernaast, tussen Gent en Alkmaar.
Ook hij bevorderde de verdere ontginning van veengronden in het Rijnland.
Hij trouwde, ongeveer 27 jaar oud, omstreeks 1108 met de ongeveer 23-jarige
4265 Gertrud (Petronella) van Opper Lotharingen, geboren omstreeks 1085.
Notitie bij Gertrud: Noemde zich Petronilla van Saksen na haar huwelijk. Ook vermeld als Gertud van Sachsen.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Dirk VI van Holland, geboren omstreeks 1108 (zie 2132).
II. Floris de Zwarte van Holland, geboren omstreeks 1110. Floris is overleden in 1133 in Utrecht, ongeveer 23 jaar oud.
Notitie bij Floris: Kwam een paar maal tegen zijn broer in opstand. In 1131 boden de West Friezen hem aan om hun Heer te worden.
De broedertwist werd door tussenkomst van hun oom koning Lotharius II in 1132 bijgelegd.

Uit wikipedia:
Deze Floris (bijgenaamd de Zwarte) bezat wel de ambities die bij zijn oudere broer leken te ontbreken. Hij kwam openlijk in opstand tegen zijn broer en werd van 1129 tot 1131 ook als graaf van Holland in oorkonden genoemd. Zelfs Rooms-koning Lotharius en bisschop Andries van Utrecht erkenden Floris als de rechtmatige graaf van Holland. In maart 1131 werd Dirk VI echter weer officieel graaf van Holland genoemd en leken de broers zich te hebben verzoend.
Zo’n 6 maanden later (augustus 1131) stonden de broers alweer tegenover elkaar, nadat de opstandige Westfriezen Floris de heerschappij over heel West-Friesland hadden aangeboden. Floris accepteerde dit maar al te graag en ook de Kennemers sloten zich daarna bij de opstand aan. Een jaar later, in augustus 1132, kwam Rooms-koning Lotharius tussenbeide en werd de broedertwist wederom bijgelegd, ook al had dit weinig invloed op het verzet van de Friezen.
Floris kwam in conflict met de familie van Cuijk toen zijn huwelijksaanzoek aan een van de dochters van de familie werd afgewezen. Floris viel bisschop Andries van Cuijk aan en bezette de stad Utrecht. Herman en Godfried van Cuijk trokken met een leger naar Utrecht. Zij verrasten Floris toen die buiten de stad aan het jagen was en doodden hem.
Dirk verwoestte daarop het kasteel van Herman bij Lexmond en Herman, Godfried en Andries moesten vluchten. Pas toen er een nieuwe keizer kwam (Koenraad III van Hohenstaufen), kon een vrede worden bereikt. Andries werd hersteld als bisschop, maar Herman moest voortaan Dirk als zijn heer erkennen voor zijn bezittingen bij Lexmond.
4266 Otto I van Salm graaf von Rieneck, geboren omstreeks 1085. Otto is overleden in 1151, ongeveer 66 jaar oud.
Notitie bij overlijden van Otto: Overlijdensdatum ook 1149. Aangehouden 1151 zoals in Fon jelde pag. 205 is vermeld.
Notitie bij Otto: Urkundenbuch Niederrhein nr 301 01-08-1126; graaf Otto von Rheineck is voogd over het Benedicterinenklooster op het Rijneiland Rolandswerth dat door aartsbisschop Friedrich I aan de abdij van Siegburg is geschonken.
Koning Koenraad bevestigde in 1145 op basis van een gerechtelijk oordeel van de vorsten, dat de bisschop de grafelijke rechten in Friesland bezat, wat kennelijk voor Otto von Rheineck aanleiding was om in 1146 vanuit zijn kasteel in Bentheim het graafschap Twenthe binnen te vallen.
Uit een oorkonde van 1165 blijkt dat de koning een compromis heeft getroffen tussen de bisschop van Utrecht en graaf Floris III van Holland, die een zoon was van Otto’s dochter Sophia, g/m Dirk VI van Holland. Het beheer over het kasteel Bentheim als de rechten op de Friese graafschappen werd geregeld.
Zie ook: http://resources.huygens.knaw.nl/retrofiles/obnb/Kloosterrade.pdf
[1148 december 25 -] 1149 [december 24] Bonn
Arnold I, aartsbisschop van Keulen, beoorkondt de stichting en dotatie van een bedehuis in het dorp Hersel door gelovigen ter plaatse alsmede de regeling waarbij een hoeve land grenzend aan het dorp leenroerig aan de aartsbisschop aan het bezit is toegevoegd, en regelt de verhouding van het met het bedehuis te verbinden regulierenconvent met het kapittel van St.-Cassius en St.-Florentius te Bonn. Onder de getuigen: abt Erpo van Kloosterrade. Onder de getuigen Adelbert, graaf van Bonn, Adolf graaf van Saffenberg, Adolf graaf van Berg, Otto graaf van Rheineck, Diederik graaf van Are, Hendrik graaf van Limburg, Gosewijn van Heimesberg, Adelbertus graaf van Norvenich,
Hij trouwde met
4267 Gertrudis Palatina van Northeim, geboren omstreeks 1085. Gertrudis is overleden in 1154, ongeveer 69 jaar oud.
Notitie bij Gertrudis: Gertrudis, erfgename van Friesland en gravin/vrouwe van Bentheim 1150-1154, gehuwd met Siegfried I van Weimar-Orlamünde, paltsgraaf van de Rijn, en met Otto I van Salm und Rhieneck, paltsgraaf am Rhein, graaf van Bentheim 1134-1140 en 1148-1150.
Gertrudis is de schoonzuster van keizer Lothar von Supplinburg.
Nadat in 1134 de laatste graaf von Bentheim, Johannes, is gestorven, verkijgt Gertrudis Bentheim als erfdeel. Zij bouwt de burcht opnieuw op die in 1116 door hertog lothar von Suplinburg is vernietigd, gelijktijdig met de vernietiging van de burcht Schulenburg bij Veldhausen.
Gertrudis is weduwe van Siegfried III von Weimar Orlamunde (ovl. 1113).
Kinderen uit dit huwelijk:
I. NN von Rieneck. NN is overleden in 1146 in Ootmarsum.
Notitie bij NN: In 1146 verslagen door de bisschop van Utrecht in een veldslag bij Ootmarsum. Zie Fonjelde pag 205.
II. Otto graaf von Bentheim, geboren omstreeks 1110. Otto is overleden in 1148, ongeveer 38 jaar oud.
Notitie bij Otto: Graaf van Bentheim van 1140 -1148. Hij is vermoord door Herman von Staleck.
In 1144 voert hij oorlog tegen de bisschop van Utrecht, maar wordt overwonnen en bij Ootmarsum gevangen genomen. Hij wordt verplicht om Bentheim af te staan aan de bisschop van Utrecht, maar krijgt het in leen terug.
Letzter Besitzer des Landes Tubantia. Bruder von Sophia, Erbin vom Twenderlande. Vermeld in Johann Hübners Genealogische Tabellen Leipzig 1727.
III. Sophia von Salm von Rieneck, geboren omstreeks 1115 (zie 2133).
4352 [waarschijnlijk] Adelhardus van Urk, geboren omstreeks 1085.
Notitie bij Adelhardus: Ca. 1107 Abt Herman van Zutphen van het klooster St Pantaleon geeft de hof te Urk in pacht aan Adelhardus, de voogd van dat hof. Het leengoed verkeerde in neergaande staat van exploitatie.
Het wapen van Hendrik van Kuinre, kleinzoon van Adelhardus, heeft sterke overeenkomsten met het wapen van Looz(Loon) en Horne.
Als Adelhardus zijn grootvader is, is een mogelijke overgrootvader Hendrik van Looz(Loon). Van deze Hendrik zijn verder geen gegevens bekend, maar hij past wel in de tijdbalk.
Adelhardus was voogd van het hof te Urk en als verkrijger van het leengoed zullen er (familie)banden zijn geweest, of met de van Zutphens, of met andere betrokkenen bij het klooster St Pantaleon.
Het leengoed Urk van Adelhardus ligt in het graafschap dat op 28 december in het jaar 1107 verkregen is door Hendrik van Zutphen, (zoon van Otto de Rijke van Zutphen), van de keizer, in ruil tegen het leengoed Alzey, waar de keizer belang bij had. Hendrik was even voor de ruiling, op ruim 40-jarige leeftijd voor het eerst getrouwd met de ongeveer 10 jaar oudere weduwe Mathilde van Beichlingen van Northeim. De kans op het krijgen van kinderen door dit echtpaar was klein, en als voorwaarde had de keizer gesteld dat, mocht Hendrik bij zijn overlijden geen wettige mannelijke nakomelingen hebben, bij uitzondering zijn vader, graaf Otto, indien deze dan nog in leven was, het graafschap zou krijgen. In alle andere gevallen zou het graafschap dan terugvallen op de keizer. Het verkrijgen van Alzey was voor de keizer kennelijk van zo groot belang dat hij een deel van Frisia, dat hij in principe al had toegezegd aan de Bisschop van Utrecht, in ruil aanbood aan een nakomeling van één van de machtigste en rijkste graven binnen zijn rijk. Mogelijk zijn er voor de ruiling nog meer afspraken gemaakt en is het huwelijk van Hendrik met Mathilde daar een deel van, evenals het verkrijgen van het leengoed/hofgoed Urk door Adelhardus.
Een familieband tussen Adelhardus en de van Zutphens lijkt voor de hand te liggen. Directe aanwijzingen zijn er echter niet. Een mogelijkheid is dat Adelhardus dezelfde persoon is als Alardus van Wesenhorst, zoon van Godfried van Lohn en kleinzoon van Gerard van Zutphen van Lohn, die een broer is van Otto de Rijke van Zutphen. Godfried en Gerard waren in 1108 al overleden. Een mogelijke aanwijzing is een oorkonde van 1145, waarin keizer Koenraad III de schenking bekrachtigd van de gouwen Oostergo en Westergo in Friesland aan de bisschop van Utrecht. Getuigen hierbij waren o.a. Allardus van Wesenhorst en zijn broer Winemarus. Een bezitter van rechten in een aangrenzend gebied is dan een logische getuige.
Maar het familiewapen van Lohn is een geheel andere dan die van Loon(Looz)(Urk)(Kuinre). Daarom wordt hier Hendrik van Looz(Loon) als mogelijke voorouder opgevoerd. Daarmee wordt de lijn naar van Loon aangegeven, maar ook naar Horne.
Maar alle theorieen zijn vermoedens.
Kind van Adelhardus uit onbekende relatie:
I. [waarschijnlijk] Coenraet van Urk (Oric), geboren omstreeks 1105 (zie 2176).
4364 Rudolf van Werl van Wierum (dezelfde als 2112 in generatie 12).
Hij trouwde met [misschien]
4365 Sigardis? van NN (dezelfde als 2113 in generatie 12).
gelre-wapenschild.jpg
2 Gelre-wapenschild
4366 [waarschijnlijk] Otto van Ruinen (afb. 2), geboren omstreeks 1100. Otto is overleden na 1141, minstens 41 jaar oud.
Notitie bij Otto: Als moeder van Otto van Ruinen is Adelheid van Zutfen aangenomen. Deze had een zoon Otto waarvan verder geen gegevens bekend zijn. Het wapen van Ruinen bevat drie rozen, dezelfde als die voorkomen in het wapen van Gelre/Zutfen uit de jaren 1190-1236. (Otto I van Gelre) De geboortedatum van Otto van Ruinen is praktisch gelijk aan die van Otto, zoon van Adelheid. Deze Adelheid bezat erfelijke rechten op o.a. de Emsgau, via haar vader verkregen van haar grootvader Godschalk van Twenthe.
zie ndva 1897 blz 219.
De Heren van Ruinen woonden op de havezate Oldenhof bij Ruinen.
De oudst bekende stamvader was een Otto van Ruinen, geboren omstreeks 1093, die in 1139 voor het eerst wordt vermeld als getuige en dienstman van bisschop Andries of Andreas. Deze begiftigde de kerk te Oldenzaal met pachten uit de kerken te Anlo, Beilen, Vries, Eelde, Norch, Roden en Roderwolde. De getuigen hiervan zijn: Hartbertus, Hoofd provoost (de latere bisschop van Utrecht), Albero, provoost van St Pieter, Adelardus provoost (van Pantaleon?), Hugo, provoost van St Marie, Lutbertus, dekaan van St Martini, Arnoldus, dekaan, allen kanunniken; de vrijen Simon, Leodricus en Henricus; graaf Godfried (van Cuijck g/m Jutta van Werl) en zijn broer Herman ( II van Malsen), Franco van Diepenheim, Wernerus zijn broer, allen dienstmannen; Hugo van Hoonhorst, schulte Frederik (van Coevorden) Otto van Ruinen, Bartold en zijn zoon Gosewijn, Lidulphus van Oldenzaal en vele anderen.
Otto was toen al niet zo jong meer, want bij een belangrijke schenking in 1141 was medeondertekenaar zijn zoon, die toen dus volwassen was.
In die akte van 1141 wordt hij Otto dienstman van St Maarten genoemd. Op zijn verzoek schenkt bisschop Herbert de kerk van Steenwijk aan de kerk St Maria te Ruinen. Otto had die kerk van de bisschop in leen. Otto zelf schonk aan de kerk van Ruinen zijn veen tussen Ruinen en Meppel met alle tienden, twee huizen te Ruinen, het land Gislo, de tienden te Anreep, een huis te Petthe (Pesse) en een huis te Buun. Hij deed dit om de monniken die daar onder de regel van St Benedictus wilden leven, een beter bestaan te geven. In feite dus een schenking aan het gestichte klooster te Ruinen. Getuigen waren o.a. de vrije mannen Hugo, Walter, Rudolf, Godfried en Diederik. De leken Albero, Gerard, Egbert, Werenbold, Everard, Steven, Sieger, Walter en de voornoemde Otto van Ruinen. Verder Wiecher, Herman, Benso, Rodolf, Tidico, Rudericus, Benneco, Alferdus en zijn broer Leferdus, Wazo, Godschalk, Frederik van Coevorden, Arnoldus, de zoon van de bovenvermelde Otto, Anneco. Heppo en vele anderen.

De voorouders van Otto van Ruinen zijn tot op heden niet rechtstreeks te traceren. Ruinen, de Oldehof, was omstreeks 1100 een leengoed van de bisschop van Utrecht, die behalve de kerkelijke macht ook de wereldlijke macht bezat, verkregen op 21 mei 1040 en vermeld in een oorkonde van koning Hendrik III. Koning Hendrik III was eigenaar van alle gronden in Drenthe behalve die van de boermarken in Drenthe, de grond die de Drentse eigenerfde boeren in gebruik hadden ten tijde van Karel de Grote. Deze Karel had namelijk bepaald, na de onderwerping van de Drenten omstreeks 805, dat alle niet bebouwde en bij de boeren niet in bewerking zijnde grond van de koning was. De Drenten waren het hier uiteraard niet mee eens, maar moesten dit onder dwang aanvaarden. Karel gaf delen van zijn grond uit aan getrouwen uit zijn omgeving om dit namens hem te beheren en hij vaardigde een landgoederenbesluit uit, waarbij ridders uit zijn leger een stuk grond kregen waarop zij een landgoed moesten aanleggen, waarop vee moest worden gehouden en produkten moesten worden verbouwd ter voorziening van voedsel voor zijn hoven en zijn leger. Deze landgoederen werden voornamelijk aangelegd op strategische punten en langs hoofdroutes in zijn rijk. In oorkonden van mei 1040 worden enkele in Drenthe met name genoemd, zoals Uffelte, Wittelte, Pithlo, Eyen (Een) en Lintherunge (Lenverding of Lemferding bij Eelde). In latere oorkonden komen de namen van meer leengoederen voor waarop zich ook een versterkt huis bevindt en een kapel, zodat mag worden aangenomen dat ook die hebben behoord tot de vroegste landgoederen. Ruinen behoort daar ook toe. De ridders/leenmannen waren telgen uit adellijke geslachten uit zuidelijker streken.
Ook de voorouders van Otto van Ruinen stammen af van Westfaalse graven die destijds ten tijde van Karel de Grote de macht uitoefenden. Van de oudst bekende heren van Norch (Eyen), Eelde, Peize, Groningen, Coevorden, Steenwijk en Kuinre zijn de voorouders getraceerd. Nazaten van Otto van Ruinen zijn hiermee verwant, maar ook de voorouders van Otto zullen die verwantschap hebben, gezien de roepnamen in de familie. Vermoedelijk loopt ook deze lijn via Zutphen/Gelre naar de streken langs de Rijn.
Het wapenschild van de heer van Ruinen heeft 3 rozen, dezelfde als het wapen van Gelre.
Zie ook: http://www.pdejong.com/genealogie/parenteel/vanruinen/d1.htm
Kinderen van Otto uit onbekende relatie:
I. Arnoldus van Ruinen, geboren omstreeks 1120 in Ruinen. Arnoldus is overleden na 1141, minstens 21 jaar oud.
Notitie bij Arnoldus: Vermeld als zoon en erfgenaam van Otto in een oorkonde van 1141. Zie bij Otto.
II. [waarschijnlijk] NN van Ruinen, geboren omstreeks 1120 (zie 2183).
III. [waarschijnlijk] NN van Ruinen, geboren omstreeks 1120. NN trouwde met [waarschijnlijk] Egbert II van Groenenberg. Egbert is geboren omstreeks 1110, zoon van [waarschijnlijk] Werner? van Groenenberg.
Notitie bij Egbert: Egbert werd in 1143 afgezet door bisschop Herbert van Wierum, die daarna zijn broer Leffart tot prefect van Groningen benoemde.

Generatie 14 (stamoudouders)

8448 Rudolf van Fivelgo van Werl, geboren omstreeks 1010.
Notitie bij Rudolf: De van Werls hadden in die tijd vele graafschappen in leen in het noordelijk deel van het keizerrijk, langs de kust. Ze staan vermeld als graaf in de Emsgau, graaf in Frisia, graaf in Fivelgo.
Hij trouwde met
8449 NN van NN.
Kind uit dit huwelijk:
I. NN (Hartbert, Heribert) Rudolfszn van Werl, Graaf van Fivelgo, geboren omstreeks 1040 (zie 4224).
8524 Hendrik II van Leuven.
Hij trouwde met
8525 Adela van Teisterbant.
Notitie bij Adela: Vermeld in een oorkonde, opgemaakt tussen 1076 en 1099. In deze schenkingsoorkonde van gravin Adelheid, g/m Hendrik graaf van Leuven, dochter van graaf Everhard, graaf in de Betuwe en Teisterband, uit het huis der Unrochingen komen diverse getuigen voor.Rogier van Malsen, Herman van Mereheym, Dirk van Herlaer en zijn zoon Poppo, Heimerik van Meer, Gerung van Asperen, Johannes van Empel, Winimarus en zijn broer Adelardus, zonen van Adelardus, Rutger van Druten, Albero van Batenburg, Dirk van Batenburg, Albert van Heeswijk en zijn broer Dirk, Lambert van IJzendoorn, Werenbertus van Oyen, Gijsbert van Medele, Hatbartus van Boxtel, Roelof van Batenburg, Willem Frenz, Snellardus van Gemert en Hamelgerus van Rijswijk.
Kind uit dit huwelijk:
I. Godfried I met de baard van Brabant (zie 4262).
8528 Dirk V van Holland, geboren in 1054. Dirk is overleden op 17-06-1091, 36 of 37 jaar oud. Hij is begraven in Abdij van Egmond.
Notitie bij Dirk: Dirk V was pas 7 jaar toen zijn vader sneuvelde in 1061. Zijn moeder trad op als regentes.
Bisschop Willem I van Utrecht profiteerde hiervan om het Rijnland en het Kennemerland in te nemen. Dit werd goedgekeurd door keizerin Agnes van Poitou, de regentes van Duitsland.
Van het graafschap bleven zo de meest noordelijke en zuidelijke gebieden over. Zijn moeder begreep dat zij een sterke bondgenoot nodig had, daarom trouwde ze in 1063 met Robrecht I van Vlaanderen. Dirk ontving Vlaanderen ten oosten van de Schelde en de eilanden ten westen van de Schelde (o.a. Walcheren), als vergoeding voor het verlies van zijn domein.
Robrecht wist het Rijnland en Kennemerland weer terug te veroveren. In 1076 verzamelde Dirk een Vlaams leger en probeerde zijn graafschap te heroveren. De nieuwe bisschop Koenraad verschanste zich in het kasteel van IJsselmonde. Dirk wist het kasteel te veroveren. Koenraad sloot vrede en gaf daarbij het Rijnland en Kennemerland terug aan Dirk.
Uit andere bron:
Na de dood van zijn vader in 1061 werd Rijnland ingenomen door de bisschop van Utrecht Willem I. Dirk V was toen 7 jaar en zijn moeder was regentes. Zijn graafschap was in tweeën gespleten; het noordelijk deel, het Kennemerland raakte hij in 1071 ook nog kwijt, maar na de moord op Godfried met de Bult in 1076 werd hij opnieuw aangesteld tot graaf. Dat kwam omdat zijn moeder in 1063 hertrouwde met Robrecht de Fries, graaf van Vlaanderen. Dirk V verkreeg Vlaanderen ten oosten van de Schelde en de eilanden ten westen van de Schelde, o.a. Walcheren. Deze lagen direct ten noorden van de Gentse goederen, het land van Waas. Dit als vergoeding voor zijn verloren graafschap Rijnland. Zijn stiefvader Robrecht wist het Rijnland en Kennemerland terug te veroveren, onttrok de Zuid Hollandse eilanden aan de Utrechtse bisschop en nam in 1076 met een sterk Vlaams leger, de sterkte IJsselmonde in. Hier had de Utrechtse bisschop Koenraad zich verschanst. Koenraad sloot daarop vrede en gaf het Rijnland c.s terug in leen aan Dirk V.
Hij trouwde, ongeveer 26 jaar oud, omstreeks 1080 met [waarschijnlijk] de ongeveer 15-jarige
8529 Othilde van Saksen, geboren omstreeks 1065. Othilde is overleden op 18-11-1120, ongeveer 55 jaar oud.
Kind uit dit huwelijk:
I. Floris II de vette van Holland, geboren in 1081 (zie 4264).
8532 Herman I von Salm.
Hij trouwde met
8533 Sophia van Rieneck.
Kind uit dit huwelijk:
I. Otto I van Salm graaf von Rieneck, geboren omstreeks 1085 (zie 4266).
8534 Hendrik de Vette van Northeim, geboren omstreeks 1052. Hendrik is overleden op 10-04-1101, ongeveer 49 jaar oud (oorzaak: vermoord). Hij is begraven in Abdij Bursefelde.
Notitie bij overlijden van Hendrik: Begraven in het door hem en zijn vrouw in 1093 gestichte Benedictijner klooster Bursfelde, tussen Uslar en Münden.
Notitie bij Hendrik: Vermeld als markgraaf van Brunswijk, graaf van Northeim, graaf van Ruhrgau en graaf in Midden Frisia.
Vermoord. https://nl.wikipedia.org/wiki/Hendrik_van_Northeim
Hendrik was zwager van Egbert II van Meißen. Egbert verloor al zijn titels omdat hij volhardde in de opstand tegen keizer Hendrik. Het markgraafschap van Friesland werd door de keizer aan bisschop Koenraad van Zwaben (bisschop) van Utrecht toegewezen. Toen die in 1099 werd vermoord claimde Hendrik de functie, op grond van de aanspraken van zijn vrouw. Dit werd door de keizer gehonoreerd en Hendrik werd benoemd tot markgraaf van Friesland. Toen Hendrik naar Friesland trok, werd hij daar gedood terwijl zijn vrouw ternauwernood ontkwam. Hierover bestaan meerdere lezingen.
Hendrik werd feestelijk ontvangen in Staveren door een gezelschap van Utrechtse ministerialen en voorname inwoners van Friesland en Staveren. Tijdens de ontvangst probeerden ze Hendrik te vermoorden. De aanslag mislukte en Hendrik en zijn vrouw vluchtten per schip naar Deventer maar ze werden door de Friezen ingehaald. Hendrik werd neergestoken en vervolgens door de Friezen overboord geworpen, zodat hij verdronk in de Nagel, de benaming van een rivier bij Nagele, de havenplaats van het territorium Urk.
Hendrik is begraven in de abdij van Bursefelde.
Zie ook; D.J. Henstra, Friese graafschappen tussen Zwin en Wezer
Hij trouwde, ongeveer 28 jaar oud, omstreeks 1080 met de ongeveer 22-jarige
8535 Gertrudis von Meissen von Braunschweig, geboren omstreeks 1058. Gertrudis is overleden op 09-12-1117, ongeveer 59 jaar oud.
Notitie bij Gertrudis: Erfgename van de bezittingen van haar vader.
Ook vermeld als Gravin van Brunswijk en regentes van Meissen.
Gertrudis trouwde (1) met Dietrich von Katlenburg (ovl. 1085). Gertrudis trouwde (3) met Heinrich von Eilenburg Wettin.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Richenza van Northeim, geboren omstreeks 1081. Richenza is overleden in 1141, ongeveer 60 jaar oud.
Notitie bij Richenza: Richenza (-1141), gehuwd met Lotharius van Supplinberg, die later keizer zou worden.
Vermeld in een oorkonde van 15 juli 1135 waarin keizer Lotharius, op verzoek van zijn vrouw Richenza, de Ministerialen van zijn kerk in Wildeshausen, bevestigd in hun privilegien. Getuigen: Maarschalk Adelbertus, paltsgraaf Frederik, Herman, Otto van Rieneck, Otto zoon van maarschalk Koenraad.
Richenza trouwde, ongeveer 19 jaar oud, in 1100 met Lotharius van Supplinburg.
Notitie bij Lotharius: Hertog van Saksen in 1106 en later tot keizer gekroond. Veroverde in 1115 met geweld Münster. Bisschop Burchard van Münster vluchtte naar de keizer en stierd in 1118 op weg naar Rome. Lotharius dwong het kapittel van Münster zijn familielid Dirk van Winzenburg tot vorst-bisschop te nemen. In 1 1 17 werd Dirk al elect van Munster
genoemd en getuigde hij als zodanig samen met Hendrik de Oude van Zutphen in een oorkonde van Herman van Zutphen, abt van Pantaleon in Keulen."
II. Gertrudis Palatina van Northeim, geboren omstreeks 1085 (zie 4267).
III. Otto III van Northeim, geboren omstreeks 1087. Otto is overleden in 1116, ongeveer 29 jaar oud.
Notitie bij Otto: Otto III (-1116) Hij is nooit gehuwd geweest en stierf kinderloos. Hij was geestesziek.
Waarschijnlijk was hij wel de opvolger van zijn vader Hendrik in 1101 als graaf in Friesland. Zie: Fon-Jelde; Middeleeuws Frisia (PDF-bestand op internet)
Muntfondsten tonen dit waarschijnlijk aan.
Bij zijn dood vererfden de grafelijke rechten van zijn vaders kant naar zijn neef Siegfried IV van Northeim, maar de rechten van zijn moeders kant gingen naar Otto von Salm von Rheineck, de man van zijn zuster Gertrud; na het overlijden van zijn moeder Gertrudis in 1117. Gertrud en haar zuster Richenza blijken na de dood van hun moeder afspraken te hebben gemaakt over de verdeling van de erfenis. Lotharius, de man van Richenza, wilde bepaalde zaken graag in bezit hebben, zoals het klooster te Brunswijk en het kan zijn dat daarbij Otto, de man van Gertrudis, accoord is gegaan en daarbij Bentheim en Friesland heeft verkregen. Maar dit laatste is niet uit schriftelijke stukken bekend; alleen een aantal daadwerkelijk plaats gehad hebbende gebeurtenissen doen dit vermoeden.
Het geschil omtrent de grafelijke rechten in Friesland met de bisschop van Utrecht bleef.
Koning Koenraad bevestigde in 1145 op basis van een gerechtelijk oordeel van de vorsten, dat de bisschop de grafelijke rechten in Friesland bezat, wat kennelijk voor Otto von Rheineck aanleiding was om in 1146 vanuit zijn kasteel in Bentheim het graafschap Twenthe binnen te vallen.
Uit een oorkonde van 1165 blijkt dat de koning een compromis heeft getroffen tussen de bisschop van Utrecht en graaf Floris III van Holland, die een zoon was van Otto’s dochter Sophia, g/m Dirk VI van Holland. Het beheer over het kasteel Bentheim als de rechten op de Friese graafschappen werd geregeld.
Otto bleef kinderloos.
8704 [waarschijnlijk] Hendrik van Looz (Loon), geboren omstreeks 1065.
Notitie bij Hendrik: Er is geen bewijs van het bestaan van deze persoon. Opgevoerd om een mogelijke binding van het geslacht van Loon met het geslacht van Kuinre aan te geven .(op basis van het wapenschild)
Kind van Hendrik uit onbekende relatie:
I. [waarschijnlijk] Adelhardus van Urk, geboren omstreeks 1085 (zie 4352).
8732 Arnold van Blankenheim van Gelre, geboren omstreeks 1082.
Hij trouwde, ongeveer 18 jaar oud, omstreeks 1100 met [waarschijnlijk] de ongeveer 18-jarige
8733 [waarschijnlijk] Adelheid van Zutphen, geboren omstreeks 1082. Adelheid is overleden vóór 1118, ten hoogste 36 jaar oud.
Notitie bij Adelheid: Volgens http://www.graafschap-middeleeuwen.nl/joomla/index.php/adel/graafschap-zutphen/240-otto-ii-de-rijke.html erft zij de rechten in Agradingouw en Emsgouw en de voogdij van Münster, of krijgt deze als huwelijksgeschenk mee. Zij is waarschijnlijk twee keer getrouwd geweest. (Ook wordt vermeld dat zij met Egbert van Saarbrucken getrouwd zou zijn geweest en dat zij het huis Tecklenburg zouden hebben gesticht. Waarschijnlijk is het Adelheid van Gelre die met een van Teclenburg is getrouwd. Adelheid moet geboren zijn tussen 1060 en 1085 en kan dus ouder zijn dan hier vermeld. Mogelijk stamt Otto uit een eerder huwelijk. Een partner zou dan kunnen zijn Arnold van Blankenheim van Gelre. Het wapen van Otto van Ruinen is identiek aan het wapen van Gelre, drie rozen op een geel vlak, zoals het wapen van Gelre uit de jaren 1190-1236.)

Vermeld staat dat Adelheid een zoon Otto had. Van deze zoon is verder niets bekend.
Mogelijk dat deze Otto dezelfde is als Otto van Ruinen die omstreeks 1093 moet zijn geboren. Gezien de namen van de nakomelingen van Otto van Ruinen is deze mogelijkheid zeer reeel.
Adelheids broer Hendrik verkrijgt in 1107 het graafschap Agridiogen, later overeenkomend met het gebied Kuinre-Urk-Emelweerd, in bezit. In 1139 wordt Hartbert van Wierum bisschop van Utrecht en het is zeer waarschijnlijk dat de borg Ruinen rond die tijd is gesticht en in leen is gegeven aan Adelheids zoon Otto.
Adelheid trouwde (2), ongeveer 23 jaar oud, omstreeks 1105 met [waarschijnlijk] Willem van Steinvorde (±1070-1147), ongeveer 35 jaar oud.
Kind uit dit huwelijk:
I. [moeder:waarschijnlijk] Otto van Ruinen, geboren omstreeks 1100 (zie 4366).

Generatie 15 (stamoudgrootouders)

16896 Hermann II van Werl, geboren omstreeks 980. Hermann is overleden op 14-05-1025, ongeveer 45 jaar oud.
Notitie bij Hermann: http://nl.wikipedia.org/wiki/Herman_II_van_Werl.
Herman II van Werl (ca. 980 - overleden vermoedelijk na 14 september 1029) stamde uit de hoogste West-Europese adel.
Hij was een zoon uit het eerste huwelijk van de Saksische graaf Herman I van Werl met Gerberga van Bourgondië, een dochter van Koenraad van Bourgondië en Mathilde van Frankrijk.
Herman was graaf van Werl vanaf 997 tot 1024. Hij verwierf ook de graafschappen Lochtrop (bij Eslohe) en Dreigau (in het Sauerland) en in het bisdom Osnabrück. Ook was hij voogd van de abdij van Werden, de abdij van Liesborn, het stift van Meschede en het stift van Oedingen. Oedingen werd door Herman samen met zijn moeder, Gerberga van Bourgondië, gesticht.
Herman was een trouw bondgenoot van zijn halfzuster Gisela van Zwaben en daardoor een tegenstander van keizer Hendrik II. In 1018 werd Herman gevangengenomen door Udo van Stade, neef van de bisschop van Münster in een conflict over het voogdijschap over Liesborn, wat Herman uiteindelijk verloor. In 1019-20 verzette hij zich samen met de Billungen en de paltsgraven tegen de politiek van Hendrik II die sterk op de bisschoppen steunde. Herman kwam ook in conflict met de aartsbisschop van Keulen over voogdijschappen en over de gevangenname van zijn moeder. Na de dood van Hendrik II speelde Herman een belangrijke rol in de verkiezing van Koenraad II de Saliër (de man van Gisela) tot koning van Duitsland.
Herman was in 997 met een onbekende vrouw getrouwd, en hertrouwde in 1007 met Godila van Rothenburg (ca. 968 - 18 juni 1015). Zij was dochter van Werner van Rothenburg (ovl. 1015), neef van bisschop Wigfried van Verdun, en weduwe van Lotharius III van Walbeck. Wegens te nauwe verwantschap werden Herman en Godila geëxcommuniceerd, wat een geliefd middel van Hendrik II was om zijn tegenstanders te dwarsbomen. Herman en zijn eerste vrouw kregen de volgende kinderen:
Hendrik (ovl. na 1051), graaf van Werl, voogd van Höddeken en van de kathedraal van Paderborn en was net als zijn vader in conflict met de bisschoppen van Münster.
Koenraad, Adalbert, Bernard (ovl. na 1066).
Graaf van Werl en van Friesland. Voogd van Soest, Paderborn, Werden en Liesborn. Stichtte het kasteel van Arnsberg. Vader van: Koenraad van Werl-Arnsberg, Hendrik (in 1084 bisschop van Paderborn), Liupold (graaf van Werl-Arnsburg als opvolger van zijn broer). (Deze site is een gedeeltelijke vertaling van een eerdere Duitse site)

http://de.wikipedia.org/wiki/Grafen_von_Werl
Nachfolger von Hermann I. als Erbe der Grafschaft war Hermann II.. Er erbte ganz Südwestfalen.
Hermann II. war ein politischer Gegner des Bischofs Dietrich von Münster und wurde 1018 von Udo von Katlenburg - vermutlich der Vogt und ein naher Verwandter (vielleicht sogar Bruder) des Bischofs - gefangen genommen. Bei diesem Konflikt büßte Hermann auf einer Fürstenversammlung in Goslar die Vogteirechte über das Kloster Liesborn ein. Nach seiner Freilassung schloss sich Hermann trotz seiner Verwandtschaft mit dem Kaiserhaus der Rebellion der Billunger und der Pfalzgrafen gegen die kirchenfreundliche Politik Heinrichs II. an. Dabei spielten wohl auch Ansprüche auf das burgundische Erbe eine Rolle. Im Konflikt stand er auch mit dem Erzbischof Heribert von Köln. Auch dabei ging es um Vogteirechte. Hermann war zusammen mit seiner Mutter Gerberga Stifter des Klosters Oedingen, dessen Vogt er auch wurde.
Nach dem Tod Kaiser Heinrichs II. kam es in Werl zu einer Versammlung sächsischer Grafen, um die Wahl des Saliers Konrad zum Kaiser vorzubereiten. In den folgenden Jahren nahm Hermann II. mit seinen Söhnen an mehreren sächsischen Adelsversammlungen Teil. Dabei wurde Hermann nach dem Herzog meist an zweiter Stelle genannt. Graf Hermann war einer der Vögte des Klosters Werden. Nachdem sich der dortige Abt Hettharnich über Eingriffe Hermanns beim Kaiser beschwert hatte, wurden dem Grafen unter anderem die Höfe bei Arnsberg und weitere Besitzungen übergeben; dafür verzichtete die Grafenfamilie auf weitere Ansprüche gegenüber dem Kloster. Dadurch konnte der durch Erbteilungen geschrumpfte Besitz des Hauses wieder einigermaßen konsolidiert werden.[7]
Hermann trouwde (1) met NN von NN.
Hij trouwde (2), ongeveer 27 jaar oud, in 1007 met de 29 of 30-jarige
16897 Godila von Rothenburg, geboren in 977. Godila is overleden op 18-06-1015, 37 of 38 jaar oud. Godila is weduwe van Lothar III graaf von Walbeck (ovl. 1003).
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Rudolf van Fivelgo van Werl, geboren omstreeks 1010 (zie 8448).
II. Mathilde van Werl, geboren omstreeks 1012.
17048 Lambert II van Leuven.
Hij trouwde met
17049 Oda van Verdun.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Hendrik II van Leuven (zie 8524).
II. Adela van Leuven, geboren omstreeks 1040. Adela trouwde, ongeveer 15 jaar oud, omstreeks 1055 met Otto I markgraaf von Weimar-Meissen. Otto is overleden in 1067.
17050 Everhard van Teisterbant en Betuwe.
Kind van Everhard uit onbekende relatie:
I. Adela van Teisterbant (zie 8525).
17056 Floris I, borggraaf van Gent, graaf van Holland, geboren omstreeks 1025. Floris is overleden op 28-06-1061 in Nederhemert, ongeveer 36 jaar oud.
Notitie bij Floris: Volgt zijn broer Dirk IV op in 1049. Floris raakte in conflict met de keizer door zijn tol op de Merwede. Op 30-04-1054 werd hij vervallen verklaard van zijn leenrechten door keizer Hendrik IV, die deze rechten gaf aan de bisschop van Utrecht. Floris trok zich daar niets van aan, maar in 1058 gaf keizerin-regentes Agnes bevel om Floris tot de orde te roepen. Floris was zwaar in de minderheid maar door listen wist hij de troepen van Keulen, Brunswijk en Cuijk te verjagen.
In 1061, bij Neder Hemert versloeg hij de Friese graaf Egbert I en dacht de strijd gewonnen te hebben; maar Herman van Cuijk, burggraaf van Utrecht overviel Floris heimelijk aan de oevers van de Maas en Floris sneuvelde samen met honderden van zijn mannen.
http://www.manfred-hiebl.de/genealogie-mittelalter/dietriche_grafen_von_holland/florenz_1_graf_von_holland_1061/florenz_1_graf_von_holland_+_1061.html; Vermeld als graaf in Friesland.
Florenz I. folgte seinem Bruder Dietrich IV. 1049 in der Regierung, unterwarf sich Kaiser HEINRICH III. und behauptete damit sein Erbe. Er setzte die traditionellen Fehden fort und wurde von Markgraf Ekbert I. von Braunschweig-Meißen aus Rivalität um Friesland ermordet.
Hij trouwde, ongeveer 28 jaar oud, omstreeks 1053 met de ongeveer 20-jarige
17057 Gertrudis van Saksen-Billung, geboren omstreeks 1033. Gertrudis is overleden op 04-08-1115, ongeveer 82 jaar oud. Zij is begraven in Veurne.
Notitie bij Gertrudis: Was voogdes over zoon Dirk V;
Gertrudis trouwde (2), ongeveer 30 jaar oud, in 1063 met Robrecht I de Fries, graaf van Vlaanderen.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Dirk V van Holland, geboren in 1054 (zie 8528).
II. Floris II van Gent.
III. Albrecht van Gent.
IV. Floris van Gent.
V. Peter van Gent.
VI. Bertha van Gent, geboren omstreeks 1054. Bertha is overleden in 1093, ongeveer 39 jaar oud. Bertha trouwde, ongeveer 17 jaar oud, in 1071 met Philips I van Frankrijk, 18 of 19 jaar oud. Philips is geboren in 1052, zoon van Hendrik I van Frankrijk en Anna van Kiev. Philips is overleden op 29-07-1108 in Melun, 55 of 56 jaar oud.
Notitie bij Philips: Was koning van Frankrijk 1060-1108.
Hij verstootte zijn echtgenote Bertha in 1092 en hertrouwde Bertrade van Montfort, dochter van graaf Simon. Bertrade was getrouwd met Fulco, graaf van Anjou, maar Philips schaakte haar.
VII. Machteld van Gent.
VIII. Adela van Gent. Adela is overleden in 1085. Adela trouwde met Boudewijn graaf van Guines. Boudewijn is overleden omstreeks 1095.
Notitie bij Boudewijn: Het graafschap Guines was in 882 in leen gegeven aan Godfried de Noorman.
17064 Frederik van Luxemburg, geboren vóór 980. Frederik is overleden op 06-10-1019, minstens 39 jaar oud.
Notitie bij Frederik: Vermeld in 998 als graaf van Luxemburg, graaf in de Moezelgouw en voogd van Stavelot.
Hij trouwde met
17065 Irmentrude van Wetterau von Gleiberg. Irmentrude is overleden omstreeks 1020.
Notitie bij Irmentrude: erfgename van het graafschap Gleiberg in Hessen.
Kind uit dit huwelijk:
I. Herman I von Salm (zie 8532).
17068 Otto I van Northeim hertog van Beieren, geboren omstreeks 1020. Otto is overleden op 11-01-1081, ongeveer 61 jaar oud. Hij is begraven in Northeim Nicolai Kapelle.
Notitie bij Otto: Vermeldingen in Annalista Saxo.
Vermeld in een oorkonde van 1058 van Hendrik IV.
Hertog van Beieren, in 1061 verkregen van keizerin Agnes, weduwe van keizer Hendrik III. Later door de keizer afgezet als hertog van Beieren.
Zie ook het vermelde bij Otto de Rijke van Zutphen, goederenlijst Corvey.
De graven van Nordheim waren erfelijk voogd van de abdij Corvey.
Hij trouwde, ongeveer 30 jaar oud, omstreeks 1050 met de ongeveer 25-jarige
17069 Richenza van Schwaben, geboren in 1025. Richenza is overleden vóór 1083, ten hoogste 58 jaar oud.
Notitie bij Richenza: Ook geschreven als Richza en Richeza.
Gravin van Werl, gravin van Northeim, hertogin van Beieren.
Erfgenaam van Hachen, erfgenaam van Ruhrgouw.
Uit: Annalista Saxo:
Das Jahr 1082.
In diesem Jahre wurde das Münster des heiligen Johannes des Täufers in der Vorstadt der Stadt Magedaburg vom Erzbischofe Hartwig und den Bischöfen Godescalc und Gifrod geweiht. Der sächsische Markgraf Udo der Aeltere starb am 4. Mai. Seine Gattin hieß Oda und ihre Herkunft war folgende. Graf Rodolf, gebürtig aus einem Orte Westfalens, der Werla heißt, der Kaiserin Gisla Bruder, zeugte einen Sohn Namens Herimann, welcher eine Frau Namens Richenza heirathete und mit ihr die erwähnte Oda zeugte. Diese gebar dem genannten Udo Heinrich, Udo, Sigifrid, Rodulf und eine Tochter, die Adelheid geheißen wurde und welche der Pfalzgraf Friderich von Putelenthorp heirathete und, als er starb, Graf Lodowich der Aeltere von Thüringen. Die Mutter der eben genannten Oda aber hatte nach dem Tode des Grafen Herimann der vormalige Herzog von Northeim zur Frau genommen und er zeugte mit ihr treffliche Männer, den Grafen Heinrich den Dicken, den Vater der Kaiserin Richinza und der Pfalzgräfin Gertrud, ferner den Grafen Sifrid von Boumeneburg, den Grafen Kono von Bichlinge und drei Töchter, von denen eine Namens Ethilinde der Herzog Welph von Baiern heimführte und als er sie verstieß, heirathete sie Graf Herimann von Kalverla und sie gebar ihm den Grafen Herimann. Die dritte aber führte Graf Konrad von Arnesberg heim und zeugte mit ihr den Grafen Friderich. Als nun der ältere Udo gestorben war, folgte ihm
sein Sohn Markgraf Heinrich. Dieser hatte eine Frau Eupraccia, des Königs von Ruscien Tochter, die in unserer Sprache Adelheid genannt wurde und welche nachher Kaiser Heinrich heirathete.

Das Jahr 1083.
Der Sommer war so heiß, daß eine große Menge von Fischen im Wasser umkam. Unter Kindern und Greisen kamen viele Todesfälle an der Ruhr vor. Der Gottesfriede kam auf. Otto von Northeim, ein kluger und sehr vornehmer Mann, einst Herzog von Baiern, aber ungerechter Weise vom Könige Heinrich abgesetzt, ist am 11. Januar gestorben. Sein Großvater war Graf Sigefrid von Northeim, welcher mit der Gräfin Machthilde Sigefrid, den Mörder jenes großen Markgrafen Ekkehard, zeugte, und den Benno, welcher mit der Gräfin Eilika diesen Otto zeugte, von dem wir sprechen. Er hinterließ ebenfalls Söhne und Töchter, welche ihm die Herzogin Richeza geboren hat, von denen an der passenden Stelle erzählt worden ist.
Richenza is weduwe van Hermann III van Werl (±1013-±1045), met wie zij trouwde (1), ongeveer 15 jaar oud, omstreeks 1040.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Hendrik de Vette van Northeim, geboren omstreeks 1052 (zie 8534).
II. Ethelinde van Northeim, geboren omstreeks 1055.
Notitie bij Ethelinde: In annalista Saxo jaar 1082, een bericht over het huwelijk van Edelinde, de dochter van hertog Otto van Northeim en tevens de verstoten vrouw van hertog Welf van Bayern, met graaf Herman van Calvelage, en over de geboorte van hun zoon Herman.
Ethelinde:
(1) trouwde met Welf hertog von Bayern.
(2) trouwde met Herman van Calvelage van Ravensberg.
Notitie bij Herman: Bouwde omstreeks 1100 de burcht op de Ravensberg.
III. Siegfried III van Boyneburg van Northeim, geboren omstreeks 1057. Siegfried is overleden omstreeks 1108, ongeveer 51 jaar oud.
Notitie bij Siegfried: Vermeld als graaf van Boyneburg.
Siegfried trouwde met Adelheid von Schauenburg.
IV. Ida van Northeim. Ida trouwde met Thiemo I graaf van Wettin.
V. Mathilde van Beichlingen van Northeim, geboren omstreeks 1055. Mathilde is overleden omstreeks 1140, ongeveer 85 jaar oud.
Notitie bij Mathilde: Ook vermeld als Mathilde van Northeim.
Sloet 206; In een oorkonde opgemaakt tussen 1105 en 1118 (vermoedelijk 1107) staat vermeld dat Hendrik (van Zutphen) trouwt met een dochter van Kuno van Nordheim, wiens vader Otto van Nordheim is. Dit kan, gelet op de tijdbalk, niet juist zijn. Otto van Northeim is haar vader en Kuno haar broer.
Mathilde bleef kinderloos. Mathilde:
(1) trouwde, ongeveer 15 jaar oud, omstreeks 1070 met Koenraad (Konrad) von Arnsberg van Werl, ongeveer 20 jaar oud. Koenraad is geboren omstreeks 1050, zoon van Bernard III (van Arnsberg) van Werl en NN van NN. Koenraad is overleden in 07-1092 in Friesland, ongeveer 42 jaar oud.
Notitie bij Koenraad: Gesneuveld in Frisia in de Emsgau.
(2) trouwde, ongeveer 52 jaar oud, omstreeks 1107 met Hendrik I (de oude) van Zutphen, ongeveer 47 jaar oud. Zie 17466,I voor persoonsgegevens van Hendrik.Het huwelijk van Mathilde en Hendrik bleef kinderloos.
VI. Eilika van Northeim.
Notitie bij Eilika: Abdis van 1070-1089
VII. Koenraad van Northeim, geboren omstreeks 1060. Koenraad is overleden in 1103, ongeveer 43 jaar oud.
Notitie bij Koenraad: Graaf van Beichlingen.
Vermoord in 1103, een paar jaar na zijn broer Hendrik die in 1100 was ingehaald in Stavoren als graaf van Friesland tussen Vlie en Lauwers.
Hij stichtte het familieklooster Oldisleben. hij is vermoord door zijn leenmannen van Ilfeld en Rothenburg.
Sloet 206; In een oorkonde opgemaakt tussen 1105 en 1118 staat vermeld dat Hendrik (van Zutphen) trouwt met een dochter van Kuno van Nordheim, wiens vader Otto van Nordheim is.
Koenraad trouwde, ongeveer 27 jaar oud, in 1087 met Kunigunde van Weimar-Orlamünde von Beichlingen, ongeveer 30 jaar oud. Kunigunde is geboren omstreeks 1057, dochter van Otto I markgraaf von Weimar-Meissen en Adela van Leuven (zie 17048,II). Kunigunde is overleden vóór 22-05-1124, ten hoogste 67 jaar oud. Kunigunde is weduwe van Wladimir Fürst von Jaropolk und Turow (ovl. 1086), met wie zij trouwde omstreeks 1073. Kunigunde trouwde later omstreeks 1110 met Wiprecht Markgraaf von Groitzsch (ovl. 1124).
17070 Egbert I von Meissen von Brunswijck, geboren in 1030. Egbert is overleden op 08-01-1068, 37 of 38 jaar oud. Hij is begraven in Burgkapelle St Blasien Dankwarderode.
Notitie bij Egbert: Volgde zijn broer Bruno op als graaf in Westerlauwers Friesland in 1057. Bleef ook Fivelgo en Hunsego, in casu het gehele gebied Frisia tussen Lauwers en Eems, bezetten dat door zijn broer in 1047 was veroverd.
Was graaf van Brunswijk vanaf 1057 en graaf van Meissen en van Midden Friesland.
Komt in 1057 in gevecht met Saksische opstandelingen, onder leiding van de buitenechtelijke zoon van Bernard II van Brandenburg, die probeerden in een hinderlaag de zesjarige Hendrik IV, keizer, en zijn moeder te vermoorden.
Egbert en zijn broer Bruno kwamen te hulp. Bruno sneuvelde en Egbert werd zwaar gewond, maar genas. Als beloning kreeg hij de bezittingen van zijn broer erbij, waaronder het graafschap Friesland.
Hij trouwde met
17071 Irmengard von Susa, geboren in 1020. Irmengard is overleden in 1078, 57 of 58 jaar oud.
Notitie bij Irmengard: Ook vermeld als Irmgard van Turijn
Irmengard trouwde (1) met Otto von Schweinfurt.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Amelung von Brunswijck.
II. Gertrudis von Meissen von Braunschweig, geboren omstreeks 1058 (zie 8535).
III. Egbert II van Meissen, geboren in 1061. Egbert is overleden op 03-07-1090 in Silketal, 28 of 29 jaar oud.
Notitie bij overlijden van Egbert: Datum ook 3 juli op hget slagveld in het Silketal.
Notitie bij Egbert: Vermeld in 1086 als graaf van Fivelgo. (In 1047 met geweld veroverd door zijn oom Bruno en na diens dood in 1057 opgevolgd door zijn vader Egbert tot 1068. waarna Egbert II onder voogdij van zijn moeder graaf werd)
Ook vermeld als graaf van Brunswijk, IJsselgouw, markgraaf van Meissen en markgraaf van Friesland.
In 1089: Markgraaf Egbert misdraagt zich en doet aanslag op het leven van keizer Hendrik IV. Zijn goederen worden hem ontnomen. Het graafschap Oostergo en Westergo in Friesland wordt gegeven aan de bisschop Koenraad van Utrecht. Egbert kreeg het tijdelijk terug, maar misdroeg zich gezien door de ogen van Siegfried, de zoon van wijlen hertog Otto en van markgraaf Hendrik en de zijnen, waarop de vorsten van het rijk, aanwezig te Quedlinburg besloten om het definitief aan Koenraad, bisschop van Utrecht te geven. Aanwezig de aartsbisschoppen Hartwig van Maagdeburg en Liemar van Hamburg, de bisschoppen Erpho van Munster, Gunther van Neurenberg, Volmar van Lienden, Hemezo van Halberstad, Uto van Hildesheim, Werner van Mersseburg, Robert van Bamberg; de leken Diemon, Diederik en Otto en verdere getrouwen van ons en van verscheidene waardigheden en staten.
Egbert bleef kinderloos. Egbert trouwde met Oda von Weimar. Oda is geboren omstreeks 1040. Oda is overleden in 1111, ongeveer 71 jaar oud. Oda trouwde later omstreeks 1070 met Bernhard von Meinhövel (±1040-±1080).
17408 Emmo II (Irmfried) van Looz (Loon), geboren omstreeks 1025. Emmo is overleden op 17-01-1078, ongeveer 53 jaar oud.
Notitie bij Emmo: https://nl.wikipedia.org/wiki/Emmo_van_Loon
Zie ook Arnold Jan Bijsterveld: De volle middeleeuwen (900-1200); Van Karolingische kernregio tot territoriale lappendeken.
Voorheen werd aangenomen dat Emmo de zoon was van graaf Giselbert van Loon, maar waarschijnlijk was hij de zoon van diens broer Arnulf van Haspinga, omdat dit verklaart waarom "Arnold" de steeds terugkerende naam van het geslacht werd.[1]
Emmo’s jongere broer Otto II van Duras was abt in de abdij van Sint-Truiden. Tussen 1046 en 1078 werden Emmo en Otto samen als comites de Los vermeld, hetgeen doet vermoeden dat ze het graafschap samen bestuurden. De stelling dat Emmo trouwde met een erfdochter van Horne is al lang achterhaald;[2] intussen staat vast dat hij trouwde met Swanhilde, dochter van Dirk III van Holland[3]

[1] Geert Souvereyns & Arnoud-Jan Bijsterveld, "De graven van Loon"
[2] Mathias Joseph Wolters, Notice historique sur l’ancien comté de Hornes & sur les anc. seigneuries de Weert, Wessem, Ghoor et Kessenich (Gyselynck, Gent, 1850), p 10 (noot Anne Post: onbetrouwbaar volgens van de Boel)
[3]Henk Verdonk, "Stammen de heren van Herlaer af van de graven van Loon" - in "Het oude land van Loon vol 77 (Hasselt, 1998), p 250-253.

W M van de Boel vindt de vermelde binding van het huis Horne aan het huis Looz/Loon door het huwelijk van Emmo van Looz met Ermengarde van Horn achterhaald en verwijst naar diverse modernere publicaties. Uit later bekend geworden gegevens is Emmo de Looz gehuwd met Swanhilde van Holland, dochter van Dirk III van Holland.
Wanneer we de tijdbalk in acht nemen en de namen van de vermelde kinderen van Emmo dan moet worden aangenomen dat Emmo twee keer getrouwd moet zijn geweest.
Uit de bekende overlijdensdata kan worden afgeleid dat Emmo’s eerste vrouw Swanhilde moet zijn geweest en dat hij daarna getrouwd is met Ermengarde. Arnold en Dirk moeten verwekt zijn na 1055, dus bij Ermengarde en mogelijk ook Hendrik.
Emmo is weduwnaar van Swanhilde van Holland (±1024-±1055), met wie hij trouwde (1), ongeveer 22 jaar oud, omstreeks 1047, zie 34112,III.
Hij trouwde (2), ongeveer 30 jaar oud, omstreeks 1055 met de ongeveer 15-jarige
17409 Irmengard van Horne??, geboren omstreeks 1040. Irmengard is overleden na 1078, minstens 38 jaar oud.
Notitie bij Irmengard: Vermeld door Roderick W Stuart in Royelty for Commoners, 2002 Baltimore Maryland.
Immo (Emmo)IV , Count of Loos, d. by 17 Jan 1078; md by 1055, Irmengard von Hornes, a widow in 1078; dau of Conrad, Count of Hornes.
Vermoedelijk overgenomen uit het werk van F X Goedhals- Histoire généalogique de la maison de Horne, Bruxelles 1848. Ook te vinden in het boekje van M J Wolters- Notice historique sur l’ancien comté de Hornes et sur les anciennes seigneuries de Weert, Wessem, Ghoor et Kessenich; Gand, 1850.
In 1079 schonk gravin Ermengardis (weduwe van graaf Emmo van Loon) goederen aan het Sint Lambertuskapittel te Luik met de eis dat haar goederen, gelegen te Bree en te Gruitrode geplaatst zouden worden onder de voogdij van graaf Diederik.
Over Horne zie ook: De Heren van Horne van W. M. van de Boel. Deze noemt bovenstaande publicaties hopeloos verouderd en verwijst naar K Korteweg; De rechtsbronnen van Woudrichem en Altena.
Van de Boel zegt op basis van vermeldingen in oorkonden en andere oude geschriften dat er pas in 1102 een Engelbert wordt vermeld met de toevoeging van Horne.
Dat zou betekenen dat Irmengard geen van Horne is.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Arnold I graaf van Looz (Loon), geboren omstreeks 1060. Arnold is overleden omstreeks 1125, ongeveer 65 jaar oud.
Notitie bij Arnold: https://nl.wikipedia.org/wiki/Arnold_I_van_Loon
Arnulf of Arnold volgde zijn vader Emmo van Loon op in 1079 of eerder. In 1086 werd hij ook voogd van de Sint-Pieter te Luik. In 1088 bemiddelde Arnold in een conflict over de opvolging van zijn oom Otto II van Duras als abt van abdij van Sint-Truiden. Hij hielp de Luikse prins-bisschop Hendrik I van Verdun om diens kandidaat aan de macht te brengen. Hiervoor kreeg hij in 1094 de functie van voogd van Sint-Truiden, voor de bezittingen in het bisdom Metz - ondanks fel verzet van Hendrik I van Limburg.

Arnold nam deel aan de Eerste Kruistocht, in het contingent van Godfried van Bouillon. In 1115 erfde hij van zijn schoonvader de functies van burggraaf van Mainz en graaf van Rieneck. Hij werd ook voogd van het stift St.-Peter & Alexander te Aschaffenburg. In 1119 steunde Arnold de kandidatuur van Frederik van Namen voor de functie van bisschop van Luik, die inderdaad werd gekozen.

Het wapenschild van de graven van Loon heeft 5 dwarsbalken van keel op een gouden achtergrond. Het wapen van Rieneck is hiervan afgeleid.
Als geboortedatum komt ook voor >1055 en als sterfdatum tussen 1125 en 1135.
Als moeder ook vermeld Irmengard van Looz.
Arnold trouwde, ongeveer 30 jaar oud, omstreeks 1090 met Adelheid van Rieneck van Mainz. Adelheid is een dochter van Gerard graaf van Rieneck en burggraaf van Mainz en Hedwich van Blieskastel.
Notitie bij Adelheid: Erfgename van Rieneck.
II. Diederik Heer van Herlaer van Looz (Loon), geboren omstreeks 1062. Diederik is overleden omstreeks 1134, ongeveer 72 jaar oud.
Notitie bij Diederik: Zoon van Emmo, II. graaf van Looz en Irmengarde van Horne
Echtgenoot van Ermengarde van Cuyck.
Broer van Arnold I, graaf van Loon (count de Looz); Otto, heer van Diest; Reinaud van Loon; Hendrik van Loon; Mathilde van Loon en Sophia.
Beroep: keizerlijk opperjachtmeester.
In een oorkonde opgemaakt tussen 1076 en 1099 komen onder de getuigen Theodericus de Herlaer en zoon Poppo voor.
In aanwezigheid van kerkelijke hoogwaardigheidsbekleeders en rijksvorsten hield keizer Hendrik IV in mei 1078 te Aken een bijeenkomst en besliste hij in het geschil aangaande de kerk van Echt tussen Dirk van Herlaer, aangesteld in 1076 als voogd van de Sint-Servaaskerk te Maastricht, en graaf Gerard van Wassenberg. Gerard werd voor de tweede maal veroordeeld om de inkomsten van de kerk te Echt, die hij zich wederrechtelijk had toegeëigend, terug te geven aan de Sint-Servaaskerk. Een priester genaamd Jocundus, heeft in de Vita sancti Servatii een aantal waardevolle vermeldingen neergezet en noemt enkele namen en gebeurtenissen waaruit het bovenstaande blijkt. Dirk van Herlaer moet dezelfde persoon zijn als Diederik van Loon.
In 1087 wordt nogmaals Dirk van Herlaer genoemd.
Wordt vermeld in een oorkonde van 28 december 1107 van keizer Hendrik V, opgemaakt in Aken, waarbij deze in ruil voor het rijksgoed Alzey aan graaf Hendrik van Zutphen een graafschap in Friesland gaf.(Urk en Emelweerd en mogelijk Kuinre)
Daarna nog in een oorkonde van 26 juni 1108 van graaf Floris I van Holland, samen met Gerard van Wassenberg en Hugo van Voorne.
Diederik trouwde, ongeveer 23 jaar oud, omstreeks 1085 met Ermengarde van Cuijk, ongeveer 15 jaar oud. Ermengarde is geboren omstreeks 1070, dochter van Herman van Malsen en Ermengardis van Namen. Ermengarde is overleden in 1134, ongeveer 64 jaar oud.
III. Otto heer van Diest van Looz (Loon).
Notitie bij Otto: Werd door huwelijk voogd van de abdij te St Truiden.
IV. Reinoud van Looz (Loon).
V. Hendrik van Looz (Loon), geboren omstreeks 1065 (zie 8704).
VI. Mathilde van Looz (Loon).
VII. Sophia van Looz (Loon).
17464 Gerard I graaf van Wassenberg van Gelre, geboren omstreeks 1060. Gerard is overleden op 16-10-1129, ongeveer 69 jaar oud.
Notitie bij overlijden van Gerard: overleden voor 1122. Volgens MD Teenstra overleden in 1117. In dat jaar zou zijn zoon hem zijn opgevolgd.
Volgens http://www.graafschap-middeleeuwen.nl/genealogie/getperson.php?personID=I40&tree=DGidME_01 overleden op 16-10-1129.
Notitie bij Gerard: Verkreeg in 1076/1077 van Albert III van Namen, die door keizer Hendrik IV was belast met het gezag over Nederlotharingen, het domein Echt in leen. Gerard vergreep zich bij herhaling aan de inkomsten van de kerk in Echt, die tussen 929 en 939 door Gerberga, de echtgenote van hertog Giselbert van Lotharingen en zuster van keizer Otto I, aan de Sint-Servaaskerk waren geschonken. Hij werd in 1087 op een rijksdag in Aken hiervoor bestraft en Dirk van Herlaer (van Looz/Loon/Horne) werd aangesteld als voogd van de St Servaaskerk te Maastricht.
Wordt in de getuigenis van Jocundus aangeduid als een man met een opvallende lengte.
Wordt in 1082 de opvolger van zijn vader, na het overlijden van zijn oom en voogd Diederik II, broer van zijn vader, als waarnemend graaf na het overlijden van zijn vader omstreeks 1070. Graaf in Zuid Hamaland.
Ook graaf van Wassenberg en van Looz; Voogd van St Marie in Utrecht.
22 juni 1083; (Sloet 189) Koning Hendrik IV geeft de abdij te Elten in de gouw Hamaland, in het graafschap van Gerard, aan de kerk van Hamburg.
Sloet 191; 1085; Keizer Hendrik IV doet door zijn graven Gerard van Wassenberg en Gozewijn van Heinsbergen, Luipo in het bezit stellen van de abdij van St Truijen.
Het stamslot van Gerard II lag in Wassenberg in de Molengouw, een ondergouw van Hettergouw, het meest zuidelijke deel van zijn bezit. Gelder lag centraler en daar heeft hij zich mettertijd gevestigd en werd daarna, vanaf 1096, bekend als Gerard van Gelre.
Sloet 193; 1087; Keizer Hendrik IV beslist, volgens uitspraak der rijksgroten, de geschillen over de kerk te Echt tussen graaf Gerard van Wassenberg en St Servaas te Maastricht. Als getuigen waren aanwezig : Magnus hertog van Saksen, Koenraad hertog van Lotharingen, graaf Adelbert, graaf Cono, graaf Arnoldus, graaf Hendrik van Lacho, graaf Godfried van Kercklo en zijn zoon.
Sloet 196; 1096; Gerard graaf van Gelder en zijn broeder Hendrik getuigen van Ida gravin van Boeljon, bij een gift van haar en haar zoon Godfried aan het klooster van Aflingem. Gezegeld door Gerard en Hendrik en Godschalk van Iacen, Hendrik van Cuck, Cono van Montout, Diederik van Bemel, Hendrik van Birbaica, Baldewijn van Oosterwijk, Walter van Grimbergen.
Sloet 198; 9 november 1099; Gerard graaf van Gelre is getuige in een oorkonde waarbij de bisschoppen van Spiers en Worms een ruiling aangaan. Andere getuigen: hertog Frederik, palzgraaf Siegfried, Cuno zoon van hertog Otto, Gerard hertog van Mogentinus, Adelbrath, markies Burchart, Wippreth en Heriman.
Sloet 201; 16 mei 1101; Keizer Hendrik IV neemt door tussenkomst van o.a. Gerard graaf van Wassenberg, de abdij Lobbes in zijn bescherming.
Sloet 202; 3 augustus 1101; Otto van Zutfen en Gerard graaf van Wassenberg, zijn aanwezig bij de teruggave door Hendrik graaf van Limburg van het predium Pronsfeld aan de abdij te Prum, ten overstaan van Hendrik IV. Andere aanwezigen: hertog Frederik, markies Burchart, Gerard van Gulik, Wernerus van Groningen, graaf Adolf van Berg en Diederik van Thoneburch.
Sloet 204; 13 april 1104; Gerard graaf van Gelre is getuige in een oorkonde van Frederik aartsbisschop van Keulen, over giften van Meginher van Randerode aan het stift van Maria ad Gradus. Volgende getuigen zijn graaf Gerard van Julich en zijn broer Gerlach, Gerhart van Hochstaden, Diederik van Mere, Herman van Zulpico, Hartpern van Fraegenzo, Eppo van Scleido, Bernewin van Othweiler, Gerunc van Scevene, Huprecht van Oye, Bertram van Iecheze en Walter van Buckenheim.
Sloet 209; 3 december 1105; Graaf Gerard van Gelre is getuige in een oorkonde waarbij keizer Hendrik IV goederen geeft aan de abdij van St Pantaleon in Keulen.
Sloet 211; Omstreeks 1107 trouwt Jolanda, dochter van graaf Gerard van Gelre en Wassenberg met Boudewijn III, graaf van Henegouwen.
Sloet 213; 2 november 1107; Gerard graaf van Gelre is getuige in de oorkonde waarbij koning Hendrik V aan de abdij St Pantaleon te Keulen het rijksleen van Gertrudis van Boppard geeft. Andere getuigen zijn Adolf graaf van Berg en de familie Bobard Fridebreht, Arnolt, Annecho, Germar, Engilbreht, Gerlach en Diederik.
Sloet 216; Gerard vermeld als advocatus van St Marie in Utrecht.
Sloet 217; 26 juni 1108, het jaar onzeker; Gerard van Wassenberg is aanwezig bij de afstand door Burchard, bisschop van Utrecht, van de kerk te Aalburg aan de abt van St Truiden.(Aantekening van abt Rudolf in zijn Gesta abbatum Trudonensium, "dat hij den rijken Hollandschen graaf met zilveren koorden naar Utrecht had moeten trekken en den harden nek van den bisschop met een hamer van hetzelfde metaal ten zijnen gunste had doen neigen, om aan de abdij het bezit van Aalburg terug te bezorgen")
Sloet 219; Gerard graaf van Gelre als getuige genoemd.
Sloet 221; Gerard van Gelre vermeld in een oorkonde van 14 augustus 1111.
Sloet 221bis; 1112; Hendrik I koning van Engeland, machtigt de graaf van Gelre een huwelijk te bewerken bij de graaf van Vlaanderen. (De koning van Engeland trouwde in 1120 met een dochter van Godfried met de baard, graaf van Leuven)
Sloet 226; tussen 1116 en 1118; Graaf Gerard en zijn zoon Gerard getuigen in de oorkonde, waarbij keizer Hendrik V de kerk van Utrecht bevestigt in het bezit van een graafschap in Friesland.
Sloet 228; 1117; Gerard graaf van Gelre en zijn zoon Gerard zijn getuigen in de oorkonde waarbij Frederik I, aartsbisschop van Keulen, de berg Meregelpe ruilt met de kerk te Zyflich tegen de census fer kerken tussen Maas en Waal, met uitzondering van die te Dreumel en Niftrik, die aan de congregatie te Xanten betalen.
Gerard, graaf van Wassenberg en zijn zoon Gerard zijn getuigen van Frederik, aartsbisschop van Keulen, in de oorkonde over de stichting van de kerk te Dunwald.
Sloet 231; 5 april 1118; Frederik I, aartsbisschop van Keulen, doet afstand van zijn recht op de tienden van een te ontginnen broek te Stralen, terwijl graaf Gerard en zijn broer Hendrik het broek uit hunne advocatie (voogdij) ontslaan.
Sloet 232; 30 september 1118; Graaf Gerard sticht op zijn allodium Wassenberg een kerk.
Lacomblet Rheinische Urkunden nr 289; 30-09-1118; Graaf Gerhard van Wassenberg en Gelre sticht op zijn slot Wassenberg "eine Collegiatkirche".
In 1123 tekenen comes Gerardus, filius eius Gerardus als eerste wereldlijke getuigen
een oorkonde van keizer Hendrik V, waarbij deze een schenking van het graafschap Friesland door zijn vader aan de Utrechtse kerk bevestigt.
Gerard trouwde (2), ongeveer 43 jaar oud, omstreeks 1103 met Clementia van Gleiberg van Poitou (ovl. ±1140).
Hij trouwde (1), ongeveer 20 jaar oud, omstreeks 1080 met de ongeveer 20-jarige
17465 Sophia van Looz (Loon), geboren omstreeks 1060. Sophia is overleden omstreeks 1090, ongeveer 30 jaar oud.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Gerard II de Lange van Gelre, geboren omstreeks 1080. Gerard is overleden op 24-08-1131, ongeveer 51 jaar oud [bron: Necrologium van Wassenberg].
Notitie bij overlijden van Gerard: Zie Sloet 261; Gerard, graaf van Gelre, bijgenaamd de Lange, sterft.
Zie in detoelichting van Sloet ook mogelijke andere familierelaties.
Notitie bij Gerard: Hij, of zijn vader, steunt de keizer Hendrik in 1114, wanneer de Keulse bisschop Frederik I, gesteund door een aantal machigen uit zijn bisdom, in opstand komt.
Volgens MD Teenstra zou hij zijn vader in 1117 zijn opgevolgd.
Sloet 238; 1122; Gerard graaf van Gelre, is getuige in een oorkonde waarbij keizer Hendrik V de kerken van St Servaas en van St Marie te Maastricht bevestigt in haar recht van dwangmolen.
Sloet 239; 29 maart 1122; Gerard graaf van Gelre en zijn zoon zijn aanwezig toen keizer Hendrik V aan het klooster Siegberg het recht geeft op de metalen die in de bodem van zijn bezittingen gevonden mochten worden. Andere getuigen waren Godfried hertog van Leuven, hertog Koenraad, graaf Adelbert van Namen, graaf Arnold van Kleef, Gijsbert van Duraz.
Sloet 240; 25 april 1122; Keizer Hendrik V bevestigt een gift die door zijn grootmoeder Agnes aan het klooster te Burscheid is gedaan, na raadpleging van de aanwezigen waaronder hertog Godfried van Leuven, graaf Godfried van Namen, graaf Gerard van Gelre, graaf Arnold van Los, Graaf Willem van Luxemburg, graaf Lambert van Acuto-Berg, en graaf Gijsbert.
Sloet 242; 2 augustus 1123; Gerard graaf van Gelre is getuige in een oorkonde waarbij keizer Hendrik V vrijdom van doop en begrafenisrechten geeft aan Deventer.
Sloet 244; 1126; Godebald, bisschip van Utrecht geeft aan het kapittel van de Dom te Utrecht terug het broek, behorende bij Amerongen, Doorn en Koten, ingevolge uitspraak der vorsten en ten overstaan van koning Lothar. Getuigen zijn Diederik van Zutfen, bisschop van Münster, hertog Hendrik van Saksen (Hendrik de Grootmoedige hertog van Beieren en getrouwd op 20 mei 1127 met Gertrudis dochter van Lothar van Supplinburg die in 1106 tot hertog van Saksen werd benoemd), graaf Paganus, graaf Arnold van Lon, graaf Gerard van Gelre, graaf Arnold van Kleef, graaf Adolf van Hövel, graaf Diederik van Upage, heer Gerard van Ostade, heer Godfried van Malsen, en zijn broer heer Herman, heer Riquinus van Malsbergen, heer Godfried van Rhenen, kastelein Arnold, Wulfgerus van Amstel, Werenbold van Werkendam, Willem en Hugo.
Sloet 245; 31 maart 1125; Keizer Hendrik V bevestigt een gift aan de abdij van St Jacob te Luik gedaan onder getuigenis van markies Tietbaldus, graaf Godfried van Namen, graaf Berengerus van Sozbach, graaf Arnold van Los, graaf Gerard van Wassenberg, graaf Willem, graaf Lambert, Gosewijn broer van Gerardus, en anderen.
Sloet 247; 1127; Gerard van Gelre als getuige genoemd van aartsbisschop Frederik van Keulen.
1127-1131. De bisschop van Traiectum oorkondt dat graaf Gerhardus en zijn zoon Henricus, met toestemming van Gerhardus’vrouw Ermengardis, voor hun zieleheil en dat van hun voorouders in de kapel te Ellenchem zal worden gebeden en daartoe alle tienden hebben geschonken aan de kerk in Zutphen als prebende voor de daar verblijvende broeders. Getuigen, Adam van Brunckhorst, Bernhard van Brunckhorst, Udo van Zutphen en Pelgrim.
Sloet 251; Gerard graaf van Gelre vermeld in een oorkonde van 2 februari 1129 waarin hij zich na beschuldiging, overgeeft aan koning Lothar III, en Gerards volgelingen 1000 mark als losprijs beloven.
Sloet 252; 10 februari 1129; Gerard graaf van Gelre is getuige in een oorkonde waarin koning Lothar III een wijnberg aan de abdij St Pantaleon teruggeeft.
(Dit moet dan de wijnberg zijn die Irmingarde haar broer Herman, benoemd tot abt in 1082, geschonken heeft)
Sloet 253; 8 maart 1129; Koning Lothar III bevestigt de burgers van Duisburg in het recht van vrije steengroeve in het bos aldaar, onder getuigenis van graaf Gerhardus de Lange van Gelre, graaf Arnold van Kleef, graaf Herman van Calverlage, graaf Herman van Salm, graaf Otto van Reineck, graaf Floris van Holland, graaf Gerard van Hostad, graaf Berhard van Hillesheim, graaf Godfried en Herman van Cuch, graaf Adolf van Berg, en een aantal dienstmannen.
Sloet 260; 29 maart 1131; Gerard graaf van Gelre is getuige in een oorkonde waarbij koning Lothar III het klooster Beuron in Würtemberg aan de Donau in zijn bescherming neemt. Enkele getuigen: graaf Otto van Reineck, graaf Adalbert van Saxen, de graaf van Holland en zijn broer, de graaf van Namen, de graaf van Montenon en zijn broer, graaf Koenraad van Luxemburg, graaf Reinold van München en zijn broer Frederik, graaf Arnold van Loon, graaf Arnold van Kleef, graaf Hugo, graaf Herman van Salm en zijn broer, Wilhelm graaf van Gliezberg.
Gerard trouwde, ongeveer 37 jaar oud, omstreeks 1117 met Ermgard (Ermengardis) van Zutphen, ongeveer 32 jaar oud. Ermgard is geboren omstreeks 1085, dochter van Otto II de rijke van Zutphen (zie 17466) en Judith (Jutta) van Arnstein. Ermgard is overleden omstreeks 1140, ongeveer 55 jaar oud.
Notitie bij overlijden van Ermgard: Is overleden tussen 1134 en 1138.
Ermgard trouwde later in 1134 met Koenraad II hertog van Luxemburg (1106-1136).
Notitie bij Ermgard: Volgt in 1118 haar broer Hendrik op als gravin van Zutphen.
Uit een oorkonde van 1204, een vredesverdrag tussen de bisschop van Utrecht en Lodewijk van Loon, graaf van Holland, blijkt dat het graafschap Urk en Emelweerd in de praktijk bezit is gebleven van de erfgenamen van Otto II de Rijke van Zutphen.
1134 op 2 februari; Andreas, bisschop van Traiectum, oorkondt dat gravin Ermengardis, erfgename van de stad Zutphen, tezamen met haar echtgenoot Cunradis van Lucelenburg, en haar zoon Henricus, de kerk in Lochem met de tienden en inkomsten heeft geschonken aan het kapittel van de kerk van Zutphen, dit voor het zieleheil van haar (eerdere) echtgenoot Gerhardus, haar vader Otto, haar moeder Judith en haar broers, bisschop Diederik, en de graven Hendrik en Gerard.
Na Ermgards overlijden gaat Zutphen naar haar zoon Hendrik II.
II. Arnold van Blankenheim van Gelre, geboren omstreeks 1082 (zie 8732).
III. Judith (Jutta) van Wassenberg van Gelre, geboren omstreeks 1087. Judith is overleden op 24-06-1151, ongeveer 64 jaar oud.
Notitie bij Judith: Verkreeg Wassenberg als bruidschat mee.
Trad na het overlijden van haar man in 1189 toe tot het klooster van Rolduc of Kloosterrade.
Judith trouwde, ongeveer 23 jaar oud, op 04-06-1110 met Walram II hertog van Limburg, 24 of 25 jaar oud. Walram is geboren in 1085, zoon van Hendrik I, graaf van Limburg en Adelaide (Adelheit) van Bodenstein. Walram is overleden op 16-07-1139, 53 of 54 jaar oud.
Notitie bij Walram: Bijgenaamd Paganus. Ook hertog van Neder Lotharingen van 1128 tot 1139 ter vervanging van Godfried I van Leuven, benoemd door de keizer van Duitsland. Hij verkreeg ook het markgraafschap Antwerpen in leen. In 1129 werd hij voogd van Duisburg.
1115 graaf van Aarlen, 1119 graaf van Wassenberg en Limburg, 1128 graaf van Neder Lotharingen.
http://www.kareldegrote.nl/Reeks170_Hermans.html
Walram III Paganus van Limburg, de “heiden” genoemd wegens zijn vete met de bisschop van Luik, geb. 1085, graaf van Luxemburg, hertog van Neder-Lotharingen, overl. 6 aug. 1139, tr. Jutta van Geldern, geb. 1087, overl. 24 juni 1151, dochter van Eberhard van Wassenberg en Clementia van Poitou.
IV. Jolanda van Dalen van Gelre, geboren omstreeks 1088.
Notitie bij Jolanda: Erfgenaam van het graafschap Dalen en erfgenaam van Dodewaard.
Gravin van Henegouwen.
Jolanda:
(1) trouwde, ongeveer 19 jaar oud, in 1107 met Boudewijn III van Henegouwen. Boudewijn is overleden in 1120.
Notitie bij Boudewijn: Sloet 211 toelichting.
(2) trouwde, minstens 32 jaar oud, na 1120 met Godfried van Bouchain.
17466 Otto II de rijke van Zutphen (afb. 2), geboren omstreeks 1045. Otto is overleden op 16-04-1113, ongeveer 68 jaar oud. Hij is begraven in Walburgiskerk Zutfen.
Notitie bij Otto: Vermeld als Heer van Zutphen, graaf in Friesland, ondervoogd van Corvey, graaf van Zutphen, Graaf van Corvey en graaf in Noordwestfalen.
1064 Vermeld als graaf Otto. Willem, bisschop van Utrecht, verklaart, volgens opdracht van keizer Hendrik IV, dat graaf Otto op een hofdag, door die keizer te Aken gehouden, waar tegenwoordig was Gerard graaf van Gelre, overgedragen heeft aan Constantijn van Melegarde de advocatie over de horige goederen en personen der kerk te Zutfen, doch voor zich en de wettige erfgenaam van oppidum Zutfen behouden heeft die over de curtis der kerk en over de wastinsigen; de proost ontvangt voor het ruilen van horigen twee solidi of een geitenvel; de keizer staat toe, dat ieder vrije zich en zijne goederen aan de kerk te Zutphen mag opdragen.
(Enkele vermeldingen kunnen niet juist zijn. Hendrik IV werd keizer in 1084; de aanwezige Herman was aartsbisschop van Keulen tussen 1089 en 1099; ook de overige vermelde hoogwaardigheidsbekleders kunnen niet aanwezig zijn geweest. Gerard graaf van Gelder moet dan Gerard I Flamens zijn geweest. Ook aanwezig zou zijn geweest Coenradus hertog van Luxemburg. Dat moet dan de grootvader zijn geweest van Koenraad van Luxemburg die in 1134 trouwt met Ermgard, de dochter van graaf Otto II van Zutfen. De inhoud van het stuk blijkt echter uit latere oorkonden wel juist te zijn)
Wordt vermeld omstreeks 1169 als getuige in een oorkonde van de kerk van Osnabrück als zoon van prefect Godschalk.
27 september 1074. Otto, graaf van Zutfen en Gelre, getuige in de oorkonde, waarbij Anno II, aartsbisschop van Keulen, goederen door Everhard, graaf van Kleef, en zijn vrouw Berta gegeven voor het stichten van een kerk te Neuss, tussen deze en de Dom te Keulen verdeelt. (Ook in dit stuk vermeldingen van getuigen die niet mogelijk zijn. Dat Otto ook graaf van Gelder was op dat moment kan ook niet waar zijn)
Sloet 202; 3 augustus 1101; Otto van Zutfen en Gerard graaf van Wassenberg, zijn aanwezig bij de teruggave door Hendrik graaf van Limburg van het predium Pronsfeld aan de abdij te Prum, ten overstaan van Hendrik IV. Andere aanwezigen: hertog Frederik, markies Burchart, Gerard van Gulik, Wernerus van Groningen, graaf Adolf van Berg en Diederik van Thoneburch.
Sloet 203; 1103; Otto graaf van Zutfen is aanwezig bij het ruilen van goederen tussen de proosten van St Steven te Mainz en van Ravengirsburg, waarbij de eerste de kerk van Alzey verkrijgt.
Sloet 208;1105 graaf Otto vermeld als de herbouwer van de kerk van St Petrus en St Walburgis te Zutfen, ingewijd door bisschop Burchart, die tevens de privileges van de kerk bevestigd.
Uit Henk Verdonk: In 1105 verklaart bisschop Burchard van Utrecht, dat hij, op verzoek van graaf Otto, illustris comitis domini Ottonis, naar Zutphen is gekomen om daar de door deze graaf na een brand her bouwde kerk in te wijden, en nadat hij met de graaf de door mot en vuur beschadigde privileges van de kerk heeft ingezien – op verzoek van de graaf en zijn wettige zonen, ipso cum filiis suis legitimis, die daarover met zijn kanunniken overleg had gepleegd – met de vredesban de goederen van deze kerk bevestigt, en wel over vier met naam genoemde hoven (curtes principales), te weten: te Zutphen, Broekhof, Horstlaar en Rijssel, en over de tien hoeven die graaf Godschalk had geschonken voor de nagedachtenis van zijn zoon Gebehard en al zijn verwanten, en wier voogdij aan de erfgenamen van de Zutphense nederzetting, sola advocatia in manu sua propria et heredum suorum legitimorum huis oppidi retenta, bleef voorbehouden.
Betreffende oorkonde, naar een afschrift uit de zgn. Zutphense rotulus, wordt voor een vervalsing gehouden. Toch mag worden aangenomen dat de inhoud elementen bevat uit een echt stuk. Uit deze oorkonde blijkt dat graaf Otto van Zutphen meerdere zonen heeft gehad.
1107 Hendrik V, Rooms koning, oorkondt dat hij op verzoek van graaf Otto van Zutphen en diens zoon Henricus aan de kerk van Zutphen het recht heeft gegeven dat vrijen zich en hun goed aan haar mogen schenken; aan de proost heeft hij rechtsmacht gegeven en regelt diens bevoegdheden en die van zijn schout; voorts bevestigd hij de graaf in de volledige rechtsmacht in Menardinghamme en in de wildban aan beide zijden van de Isla, welk bezit de graaf en diens voorgangers op grond van eigendomsrecht en niet ingevolge een koninklijke schenking bezaten. Andere getuigen: graaf Cruin, graaf Cono, graaf Hendrik van Kassel, Diederik van Los, Steven en Herman van Oye en graaf Berengarius van Sultebach.
Sloet 210; Oorkonde opgemaakt tussen 1106 en 1128, een lijst van goederen van het stift Corvei, waarin ook het beneficium voorkomt van graaf Otto van Zutfen, voor zijn advocale servitutem, en hoe hij en zijn zoon Hendrik zich goederen hadden aangematigd.
Oorkonde van het stift Corvey tussen 1106 en 1113 opgenomen in het UB van Osnabrück. Overzicht van de inkomsten van abt Erkenbert waarin ook de lenen van graaf Otto en zijn zoon Hendrik worden vermeld.
Uit Henk Verdonk: In een tussen 1106 en 1113 vervaardigde lijst van goederen van abt Erkenbert van Corvey (1106-1128) wordt graaf Otto van Zutphen met zijn zoon Hendrik genoemd. Volgens deze lijst hield Otto comes Sutfenensis voor zijn diensten als voogd, pro advocati servicio, de hoven Haselünne, Huntlosen en Lastrup in leen van de abdij, alsmede het goed Aldrup, dat door graaf Hendrik, de zoon van Otto, werd geclaimd, comes Heinricus filius Ottonis, en negen boerderijen in Hollwege. Volgens deze goederenlijst had graaf Otto deze voogdij ontvangen uit handen van de hertog, habuit nec advocatiam illam sed advocatiam ducis.
Aangezien de graven van Northeim hoofdvoogd van de abdij van Corvey waren, kan met deze hertog alleen Otto van Northeim zijn bedoeld, die van 1061 tot zijn afzetting door koning Hendrik IV in 1070 hertog van Beieren was. Ook na zijn afzetting bleef hij zich hertog noemen. Omdat Otto van Northeim op 11 januari 1083 overleed, moet graaf Otto van Zutphen in ieder geval vóór deze datum de voogdij over deze goederen in handen hebben gekregen. Zoon Hendrik was gehuwd met Mathilde van Beichlingen, haar vader was voormelde Otto van Northeim. Hendrik ruilt het leen Alzey voor een graafschap in Friesland (Urk en Emelweerd en Kuinre).
Coenradus van Urck verkrijgt later van de abdij Corvey het leengoed Mereta (Mirdum in Gaasterland). Zeer waarschijnlijk zijn er familierelaties tussen Coenraad van Urk en Koenraad van Beichlingen mogelijk, al of niet via Adelhardus de eerste voogd van het leengoed van St Pantaleon in Urk.
Otto trouwde (2), ongeveer 40 jaar oud, omstreeks 1085 met Judith (Jutta) van Arnstein (±1070-1118), ongeveer 15 jaar oud.
Hij trouwde (1), ongeveer 15 jaar oud, omstreeks 1060 met
17467 NN (Irmgard?) van Northeim.
Notitie bij NN: De graven van Nordheim waren erfelijk oppervoogden van de abdij Corvey.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Hendrik I (de oude) van Zutphen, geboren omstreeks 1060. Hendrik is overleden in 1118, ongeveer 58 jaar oud.
Notitie bij overlijden van Hendrik: Volgens de Algemene Geschiedschrijving van Nederland door J P Arens zou Hendrik in 1123 zijn overleden en opgevolgd zijn door zijn broer Dirk, de bisschop van Münster. Na diens dood werd Ermgard gravin.
Volgens Anton Fahne von Roland in zijn boek Die Dynasten, Freiherren und Grafen von Bochholz zou Hendrik de laatste graaf van Hamaland zijn geweest, overleden in 1127, met als erfgenaam zijn zuster Ermgarde. Aus Bondam, Charterboek der Hertogen van Gelderland, pag 176.
Notitie bij Hendrik: Sloet 206; In een oorkonde opgemaakt tussen 1105 en 1118 (vermoedelijk in 1107) staat vermeld dat Hendrik trouwt met een dochter van Kuno van Nordheim, wiens vader Otto van Nordheim is.
Dit kan, gelet op de tijdbalk, niet juist zijn. De vader van Mathilde moet Otto zijn en Kuno is haar broer.
Sloet 207; In een oorkonde uit het jaar 1105 schrijven de geestelijkheid en de burgerij van Mainz aan keizer Hendrik IV, dat zijn vijanden, bijgestaan door o.a. graaf H, zoon van graaf O, de stad zullen aanvallen. Zeer waarschijnlijk wordt hier graaf Hendrik van Zutfen bedoeld.
Sloet 215; In een oorkonde van 28 december 1107 geeft koning Hendrik V aan graaf Hendrik van Zutfen een graafschap in Friesland (Agridiogen of Umbalaha, later graafschap Kuinre) en bepaald, dat wanneer Hendrik zonder wettige erfgenaam zal overlijden, zijn vader Otto hem zal opvolgen. Getuigen: graaf Gerard (van Gelre?), graaf Ervinus, graaf Ernest van Homburg, graaf Cono, graaf Hendrik van Kassel, zijn broer Bruno, Fultinus, Witichinus, Diederik van Los, Hendrik van Lateste, Steven en Herman van Oye, Herman graaf van Redellenberg, graaf Berengarius van Sulzbach, graaf Frederik Palatinus, Godfried van Calve, Gerard van Iuwei en broer Gerlach.
In dezelfde oorkonde staat Hendrik af aan de koning het leen Alzey, dus feitelijk heeft er een ruil plaatsgevonden. Zie over Alzey het boek van Henk Verdonk; ISBN 9789012390729.
In het jaar 1114 neemt Hendrik deel aan de oorlog tussen keizer Hendrik V en de Keulenaren.
Is graaf van Zutfen in de jaren 1113 tot 1118.
In een lijst van goederen van het stift Corvey, opgemaakt tussen de jaren 1106 en 1128, komt voor het beneficium van Otto, graaf van Zutfen, voor zijn advocale servitutum en hoe hij en zijn zoon Hendrik zich goederen hebben aangematigd. (Zie Sloet nr.210)
Sloet 224; 1114; Hendrik graaf van Zutfen neemt deel aan de oorlog tussen keizer Hendrik V en de Keulenaren en steunt de Keulenaren.
Sloet 227; 1117; Hendrik graaf van Zutfen is getuige in een oorkonde waarbij Frederik I aartsbisschop van Keulen, de gift van een curia vernieuwde, door zijn voorganger Anno aan de kerk te Zyflich gedaan.
Hendrik trouwde, ongeveer 47 jaar oud, omstreeks 1107 met Mathilde van Beichlingen van Northeim, ongeveer 52 jaar oud. Zie 17068,V voor persoonsgegevens van Mathilde.Het huwelijk van Hendrik en Mathilde bleef kinderloos.
II. Dirk (Diederik II) van Winzenburg van Zutphen, geboren omstreeks 1070. Dirk is overleden op 28-02-1127, ongeveer 57 jaar oud.
Notitie bij Dirk: Bisschop van Münster.
Hij heeft in 1126 voor zijn nagedachtenis en die van zijn ouders zijn erfgoed te Niedermeiser aan het klooster Abdinghof te Paderborn ge schonken en het is dan ook niet verwonderlijk dat zijn overlijden op 28 februari in het necrologium van dit klooster wordt vermeld.
Het overlijden van de Münsterse bisschop op 28 februari 1127 wordt niet alleen in het necrologium van het klooster Abdinghof genoemd, maar ook in de dodenboeken van het klooster Möllenbeck en de bisschopskerk van Hildesheim.
De inschrijving van bisschop Dirk in het necrologium van Elten, is lang onopgemerkt gebleven. Op 27 februari wordt in dit necrologium het overlijden herdacht van Theodericus Episcopus, met wie ongetwijfeld bisschop Dirk wordt bedoeld.
Hij wordt in de oorkonde van 1127 vermeld als erfgenaam van Zutphen.
Dirk bleef kinderloos.
III. Adelheid van Zutphen, geboren omstreeks 1082 (zie 8733).
IV. Gerard van Zutphen, geboren omstreeks 1085. Gerard is overleden omstreeks 1100, ongeveer 15 jaar oud.
Notitie bij Gerard: Vermeld in een oorkonde welke is opgemaakt tussen 1129 en 1133.
Vermeld in de oorkonde van 1134. Zie bij Ermgard.
Moet jong gestorven zijn.

Generatie 16 (stamoudovergrootouders)

33792 Herman (I) van Werl, geboren omstreeks 960. Herman is overleden op 13-07-995, ongeveer 35 jaar oud.
Notitie bij Herman: http://de.wikipedia.org/wiki/Grafen_von_Werl
Der erste sicher bezeugte und einer der bedeutendsten Träger des Namen war Hermann I. (erstmals urkundlich erwähnt im Jahr 987). Auf dem Höhepunkt seines Einflusses beherrschte Hermann I. ein Gebiet, zu dem das spätere Herzogtum Westfalen, die Grafschaft Mark (beide im Sauerland), der Süden des Münsterlandes sowie der nördliche Teil des Fürstbistums Paderborn gehörten. Zum Teil reichte der Einfluss bis in die Gegend des heutigen Schleswig-Holstein.
Für die bedeutende Stellung Hermanns I. spricht seine Heirat mit Gerberga von Burgund, einer Tochter des Königs Konrad III. von Burgund. Durch diese Heirat muss Graf Hermann in den Großadelsstand aufgestiegen sein. Kinder des Paares sind Hermann II., Rudolf (auch Ludolf genannt) und Bernhard von Werl. Alle drei Söhne haben nach Übernahme der Erbschaft den Grafentitel erworben.
Nach dem Tod Hermanns I. heiratete Gerberga Hermann von Schwaben. Aus dieser Ehe stammte unter anderem Gisela von Schwaben, spätere Gemahlin Kaiser Konrads II.. Damit bestanden auch verwandtschaftliche Beziehungen der Grafen zum salischen Königshaus.
Zu den Nachkommen gehören der Haupterbe Hermann II., Rudolf von Werl und Bernhard von Werl. Es spricht nach Leidinger einiges dafür, dass die Äbtissin Ida/Hitda, die mögliche Stifterin des Hitda-Codex, eine Tochter Hermann war.[4]
Die Brüder Rudolf (auch Ludolf genannt) und Bernhard (I.) erhielten Teile des väterlichen Besitzes im Nordosten und Westen. Rudolf von Werl erbte die Groningerlande. Er hatte einen Sohn mit Namen Hermann III., der um 1045 Richenza (Werl-Northeim) geheiratet hatte. Seine Enkelin Oda heiratete um 1065 Udo von Stade. Ein weiterer Sohn könnte der Bischof von Paderborn Rudolf/Rotho gewesen sein.[5]
Bernhard von Werl war Graf am westlichen Hellweg und im östlichen Münsterland. Möglicherweise war er um 1027 auch Vogt des Stifts Essen. Ob er tatsächlich, wie Albert K. Hömberg meint, als Bernhard von Werl-Hövel Begründer der Linie der Grafen von Hövel war, ist nach Forschungen von Paul Leidinger nicht sicher.[6]
Toevoeging Anne Post:
Herman von Werl was Graaf in Groningerland. Dit gebied, exclusief de nederzetting Groningen, behoorde tot het bisdom Münster.Drenthe en de nederzetting Groningen behoorden tot het bisdom Utrecht.
Dat het Groningerland tot het bisdom Múnster is gaan behoren is historisch te verklaren. Karel de Grote benoemde tot eerste bisschop van Münster, Liudger. Liudger was de prediker van het geloof in " Frisia"’ en was als beloning voor zijn goede werk vereerd door Karel de Grote met het bisdom Münster. Liudger was ook de stichter van het klooster te Werden aan de Roer, nu een deel van de stad Essen.(Gesticht op familiegrond, volgens Westfaalse bronnen). Liudger voegde aan zijn bisdom toe, met instemming van Karel de Grote, die gebieden waar hij gepredikt had. Dat waren de gouwen Humsterland, Hunsingo, Fivelgo, Emsgo en Federgo (de laatste twee in Oost Friesland). Deze gebieden lagen niet aangesloten aan het overige deel van het bisdom Múnster. Een enclave dus, maar waarmee hij hecht was verbonden. Dat verklaart ook de vele bezittingen in Groningerland die aan het klooster Werden zijn geschonken. En dat komt ook omdat Liudger in Frisia gepredikt had vanuit Wierum, niet het Wierum in de huidige provincie Friesland maar Wierum boven Groningen. Precies op de hoek waar de oude loop van de Hunze, het Selwerderdiepje, aansluit aan het Reitfiep. Een strategisch punt, waar één van de eerste oude borgen rond de stad Groningen moet hebben gestaan. De andere, de Gruenenborgh, stond ten oosten van de stad, aan de Hunze, op een schiereiland en in het zich van de stad. Nu ligt er de Finse haven. Maar Wierum bestaat nog steeds. En hier zal Herman van Werl ook vertoefd hebben als hij zijn leengebieden bezocht. Ook zijn achterkleinzoon Leffard van Groningen, is waarschijnlijk hier geboren en niet afkomstig van Bierum, zoaks in veel artikelen is vermeld.
Hij trouwde met
33793 Gerberga van Bourgondië, geboren omstreeks 965. Gerberga is overleden na 1016, minstens 51 jaar oud. Gerberga trouwde (2) met Herman II von Schwaben, zie 136562.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Hermann II van Werl, geboren omstreeks 980 (zie 16896).
II. Rudolf I van Werl, geboren omstreeks 985. Rudolf is overleden op 12-07-1044, ongeveer 59 jaar oud.
Notitie bij Rudolf: Zie: http://www.manfred-hiebl.de/genealogie-mittelalter/werl_grafen_von/rudolf_graf_von_werl_um_1044/rudolf_graf_von_werl_+_um_1044.html (artikel Paul Leidinger)
Graaf van Fivelgo(uw) volgens de bronnen tussen 1031 en 1038. Zie www.graafschap-middeleeuwen.nl/
Komt ook voor als Ludolf von Werl. Geboren tussen 982 en 986. (de.wikipedia.org)
Vermeld in een oude Tabula van de Keulse kerk: XI Ludolphus Comes dedit Werle et quicquid propietatis habuit in Episcopatu Coloniensi et insuper tantum de sylua Lur quantum remansit fratri suo Conrado.(jaar 1000)
www.graafschap-middeleeuwen.nl/hamaland/ondergang-hamaland.html
vermeld 1031-1038; graaf aan de Groninger kust.
Rodolf (Rudolf) wordt als graaf genoemd in de oorkonde van 21 mei 1040 waarin koning Hendrik III de landgoederen Eyen en Linfherunge schenkt aan de Utrechtse kerk, welke goederen ingevolge rechterlijke uitspraak zijn ontnomen aan Uffo en zijn broers.
Na zijn dood in 1044 wordt Godfried als graaf van Fivelgo genoemd, waarschijnlijk Godfried II met de baard van Lotharingen. Deze kwam in opstand tegen de keizer, Hendrik III, die vervolgens in 1047 aartsbisschop Adalbart van Bremen met Godfried’s graafschap beleende. Deze was vermoedelijk Adalbert, zoon van Rudolfs broer Herman II van Werle.Betwijfeld moet worden of Godfried ooit Fivelgo heeft bezocht, daar hij tot zijn dood in 1069 hoofdzakelijk in zuid europa actie was.

http://de.wikipedia.org/wiki/Rudolf_von_Werl
Über ihn ist nur wenig bekannt. Seinen Namen verdankte er seinem Onkel. Über seine Enkelin Oda wurde der Vorname von den Grafen von Stade übernommen. Er war Inhaber einer Reichsgrafschaft im Groningerland (Hunse- und Fivelgo). In dieser Eigenschaft ist er noch um 1040 durch Quellen zu fassen. Möglicherweise hat er im Emsland auch Vogteirechte des Klosters Werden verwaltet. Er scheint 1018/19 die Opposition seines Bruders Hermann gegen Heinrich II. und 1025 bis 1027 die Opposition von Mathilde gegen Konrad II. unterstützt zu haben. Er hatte einen Sohn mit Namen Hermann, der um 1045 Richenza aus dem Haus der Ezzonen geheiratet hatte. Ein Sohn könnte der Bischof von Paderborn Rudolf/Rotho gewesen sein. Das Totenbuch von Essen verzeichnet ihn am 12. Juni als „Rudolphus comes.“

Zie ook: Opstellen van D J Henstra over middeleeuws Friesland. De Winsumer koninklijke oorkonde van 1057.
http://books.google.nl/books?id=whUETwVMSk0C&pg=PA149&lpg=PA149&dq=rudolf+von+werl&source=bl&ots=_E_VxKJ-p0&sig=X53q1c17M85HFa-O-8rQqJ_dDyQ&hl=nl&sa=X&ei=KWTcUd3HPIjHPOLqgMgB&ved=0CE8Q6AEwBTgK#v=onepage&q=rudolf%20von%20werl&f=false
Rudolf trouwde met Adelheid (van Saksen) van Verdun. Zie 139728,VII voor persoonsgegevens van Adelheid.
III. Bernhard II van Werl, geboren omstreeks 1000. Bernhard is overleden in 1067, ongeveer 67 jaar oud.
Notitie bij Bernhard: Bernard (ovl. na 1066). Graaf van Werl en van Friesland. Voogd van Soest, Paderborn, Werden en Liesborn. Stichtte het kasteel van Arnsberg. Was waarschijnlijk ook voogd van het stift Essen. Ook vermeld als graaf von Hövel of Hoevel.
Vermeld in een oorkonde van 24 oktober 1062, opgemaakt in Regensburg, waarin koning Hendrik IV aan de aartsbisschoppelijke stoel te Hamburg de graafschappen van graaf Bernhard in de Emsgau, Westfalen en Enger overdraagt. (Oorkondenboek van OstFriesland nr. 5)
Naamsvermelding in 1096, Ostfriesisches Urkunden Ernst Friedlander; Keizer Hendrik IV geeft de Hamburgse kerk de graafschappen terug die graf Bernhard in Emsgau en in Westfalen heeft bezeten.
IV. [waarschijnlijk] Ida van Werl (van Meschede). Ida is overleden na 1020.
Notitie bij Ida: Abdis van Meschede
V. [waarschijnlijk] Adolf I van Werl (von Keldachgouw). Adolf is overleden in 1041. Adolf trouwde met NN von NN.
34096 Lambert I met de baard van Leuven.
Hij trouwde met
34097 Gerberga van Neder Lotharingen.
Kind uit dit huwelijk:
I. Lambert II van Leuven (zie 17048).
34112 Dirk III, graaf van Holland, geboren omstreeks 982. Dirk is overleden op 27-05-1039, ongeveer 57 jaar oud. Hij is begraven in Abdij te Egmond.
Notitie bij Dirk: Tot 1005 was zijn moeder voogd; daarna werd hij zelfstandig graaf van Holland.
Dirk was actief in de ontginning van moerassen door gronden te verpachten aan Friezen die het in cultuur brachten. Tijdens zijn graafschap wist Dirk zijn gebied uit te breiden richting het oosten. In 1017/1018 zou Dirk ook nog een oorlog tegen de Friezen hebben gevoerd. Hij bouwde in 1018 een burcht in Vlaardingen en begon daar tol te heffen.
Dirk III genaamd Hierosolomieta, dit is Jeruzalemganger, wordt in de Vita S. Wolbodonis vermeld als "Gandavensis comes Theodericus". Theodericus, graaf van Gent.Ook eigenlijk burggraaf van Gent, want er is ook nog een Lambert die als voogd/burggraaf actief is als opvolger van Walbert die tot 994 wordt vermeld. Lambert I staat te boek als burggraaf van Gent van 1010 tot 1032.
Dirk III stichtte vanuit Gent een nederzetting (Vlaardingen) bij de Merwede om het verkeer over de grote rivieren te kunnen beheersen. Dit leidde tot conflicten met de bisschop van Utrecht.
Hij trouwde, ongeveer 33 jaar oud, omstreeks 1015 met de ongeveer 22-jarige
34113 Othilde van de Nordmark van Saksen, geboren omstreeks 993. Othilde is overleden op 31-03-1044, ongeveer 51 jaar oud. Zij is begraven in Quedlinburg.
Notitie bij Othilde: Ging terug naar Saksen na de dood van haar man.
Haar overlijdensdatum wordt vermeld in de Egmondse Annalen.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Dirk IV graaf van Rijnland in Holland, geboren omstreeks 1010. Dirk is overleden op 13-01-1049 in Dordrecht, ongeveer 39 jaar oud.
Notitie bij Dirk: Graaf van Rijnland in Fresia. Zijn grafelijke burcht stond in Rijnsburg, aan de Oude Rijn, direct ten oosten van het huidige Katwijk. Het graafschap bestond voornamelijk uit de bewoonbare zandruggen langs de Noordzee en de bewoonbare hoogten van de Rijndelta. Tussen dit gebied en de Utrechtse heuvelrug lag een grotendeels moerassige laagte waar nauwelijks bewoning mogelijk was. Zijn vader was al begonnen zijn gebied naar het oosten toe uit te breiden en Dirk IV zette dit voort. Hij eigende zich gronden toe tussen het huidige Zwammerdam en Bodegraven om dit te laten ontginnen, doch daardoor kwam ook hij in conflict met de bisschop van Utrecht, in die tijd Bernold. Keizer Hendrik III bemoeide zich er mee en dwong in 1046 Dirk ertoe die gebieden op te geven. Direct na het vertrek van de keizer begon Dirk de bisdommen Utrecht en Luik te plunderen. Hierop volgde een strafexpeditie van de keizer in 1047 en Dirks burcht in Rijnsburg werd totaal verwoest en ook het dorp Vlaardingen ging in vlammen op.
Dirk bleef ongehuwd. Dirk bleef kinderloos.
Dirk bleef ongehuwd. Dirk bleef kinderloos.
II. Bertrade van Holland, geboren omstreeks 1022.
Notitie bij Bertrade: Vermeld in de annalista saxo met haar zuster.
Bertrade trouwde met Dirk I van Katlenburg. Dirk is een zoon van Udo van Katlenburg. Dirk is overleden op 10-09-1056.
Notitie bij overlijden van Dirk: Gesneuveld tijdens een veldtocht tegen de Liutizen, een Slavische stam in het huidige Polen, samen met markgraaf Willem van de Saksische Noordmark.
III. Swanhilde van Holland, geboren omstreeks 1024. Swanhilde is overleden omstreeks 1055, ongeveer 31 jaar oud.
Notitie bij Swanhilde: Volgens de kroniekschrijver van de "Annalista Saxo" werd Swanhilde van Loon genoemd naar het kasteel Loon in de Haspengouw, was ze een dochter van Dirk III van Holland en Othelhilde en was ze de moeder van Arnold, burggraaf van Mainz. In het necrologium van het St. Jansklooster te Luik, waarvan de graven van Loon voogden waren, wordt op 31 maart de notitie "Spannehildis comitissima de Los, pro quahabemus II solidos" aangetroffen. Op dezelfde dag herdenkt het necrologium van het klooster Maria-Laach het overlijden van Swanhilde comtissa. Haar vermelding in dit necrologicum doet vermoeden, dat zij na 1093 is overleden, het jaar waarin de voorbereidingen voor de stichting van het benediktijnenklooster Maria-Laach werden getroffen.
Swanhilde komt verder in geen enkele oorkonde voor.
Als de vermelde vermoedelijke overlijdensdatum van Swanhilde juist is, kan haar echtgenoot niet dezelfde zijn als Emmo van Looz die in 1078 is overleden en een weduwe naliet met de naam Ermengarde.
Swanhilde trouwde, ongeveer 23 jaar oud, omstreeks 1047 met Emmo II (Irmfried) van Looz (Loon), ongeveer 22 jaar oud. Zie 17408 voor persoonsgegevens van Emmo.
IV. Floris I, borggraaf van Gent, graaf van Holland, geboren omstreeks 1025 (zie 17056).
34114 Bernhard II von Sachsen Billung, geboren omstreeks 989. Bernhard is overleden op 29-06-1059, ongeveer 70 jaar oud.
Notitie bij Bernhard: Hertog van Saksen vanaf 1011. Hertog van Lünenburg.
Was betrokken bij een korte opstand tegen koning Hendrik II maar werd in 1020 weer in genade aangenomen.
Hij trouwde met
34115 Eilika von Schweinfurt.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Herman III von Sachsen Billung, geboren omstreeks 1020. Herman is overleden op 31-05-1086, ongeveer 66 jaar oud. Herman bleef kinderloos.
II. Ordulf Billung, geboren in 1022. Ordulf is overleden op 28-03-1072, 49 of 50 jaar oud.
Notitie bij Ordulf: Hertog van Saksen
Ordulf trouwde met Wifhild Olaphsdochter.
III. Ida von Sachsen Billung, geboren omstreeks 1030. Ida is overleden op 31-07-1102, ongeveer 72 jaar oud. Ida:
(1) trouwde omstreeks 1005 met Frederik van Neder Lotharingen.
(2) trouwde, ongeveer 36 jaar oud, in 1066 met Albert III van Namen. Albert is overleden op 22-06-1102.
IV. Gertrudis van Saksen-Billung, geboren omstreeks 1033 (zie 17057).
V. Hadewich von Sachsen Billung, geboren omstreeks 1035.
34136 Benno van Northeim, geboren omstreeks 990. Benno is overleden in 1049, ongeveer 59 jaar oud.
Hij trouwde met
34137 Eilika van Braunschweig.
Kind uit dit huwelijk:
I. Otto I van Northeim hertog van Beieren, geboren omstreeks 1020 (zie 17068).
34138 Otto II van Schwaben, geboren omstreeks 995. Otto is overleden op 07-09-1047 in Keulen, op de Tomberg., ongeveer 52 jaar oud. Hij is begraven in Abdij Brauweiler.
Notitie bij Otto: Paltsgraaf van Lotharingen 1034-1045 aan de Rijn, hertog van Zwaben 1045-1047, graaf van de Deutzgau 1025-1047
Hij trouwde met
34139 Mathilde von Egisheim.
Kind uit dit huwelijk:
I. Richenza van Schwaben, geboren in 1025 (zie 17069).
34140 Ludolf III von Brunswijck, geboren in 1003. Ludolf is overleden op 23-04-1038 in Italie, 34 of 35 jaar oud.
Notitie bij overlijden van Ludolf: ook vermeld als te zijn overleden in Haus Neindorf
Notitie bij Ludolf: Liudolf was een Saksische graaf die ook heerste over Midden-Friesland. Hij wordt beschouwd als grondlegger van de Friese Brunonen. Was markgraaf van Friesland vanaf 1021
Behalve de Friese graafschappen Oostergo, Zuidergo en Westergo, was hij ook graaf van Braunschweig (stad) en de Derlingau. Liudolf stierf in 1038, toen het gevolg van Koenraad (zijn stiefvader) in Italië door ziekten werd geteisterd.
Hij trouwde, ongeveer 17 jaar oud, omstreeks 1020 met de ongeveer 20-jarige
34141 Gertrude von Egisheim Billung, geboren omstreeks 1000. Gertrude is overleden op 21-07-1077, ongeveer 77 jaar oud.
Notitie bij Gertrude: Gertrud is een dochter van Egbert Billung, zoon van Egbert Eenoog, uit het geslacht der Billungers.
Ook vermeld als Gertrudis van Billung
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Mathilde von Brunswijck. Mathilde is overleden in 1044. Mathilde trouwde in 1034 met Hendrik I van Frankrijk, 25 of 26 jaar oud. Hendrik is geboren op 17-05-1008, zoon van Robert II van Frankrijk. Hendrik is overleden op 04-08-1060 in Vitry aux Loges, 52 jaar oud. Hij is begraven in Parijs, St Denis. Hendrik is weduwnaar van Mathilde von Speyer (ovl. 1034), met wie hij trouwde in 1033. Hendrik trouwde later op 19-05-1051 met Anna van Kiev.
Notitie bij Hendrik: Hertog van Bougondie 1016-1032
koning van Frankrijk 1031-1060
Wikipedia:
Na het overlijden van zijn vader werd Hendrik koning van Frankrijk. Hij kreeg direct te maken met een opstand van zijn broer Robert en zijn moeder. Met de steun van keizer Koenraad II de Saliër en hertog Robert de Duivel van Normandië wist hij echter zijn positie te behouden. In 1032 gaf Robert zijn aanspraken op de troon op, in ruil voor het hertogdom Bourgondië. Hendrik had in 1033 een bespreking met Koenraad te Deville. Daarbij gaf Hendrik zijn aanspraken op het koninkrijk Bourgondië op ten gunste van die van Koenraad. Ook verloofde Hendrik zich met Koenraads dochter Mathilde. Later in dat jaar steunde Hendrik Koenraad daadwerkelijk tegen Odo II van Blois die probeerde om koning van Bourgondië te worden. In 1034 overleed Mathilde onverwacht op jonge leeftijd. Datzelfde jaar trouwde Hendrik met een andere Mathilde, Mathilde van Friesland, dochter van Koenraads stiefzoon Liudolf van Brunswijk. Mathilde werd in 1040 moeder van een dochter, maar beiden sterven in 1044.
Hendriks verdere regering werd bepaald door de opkomende macht van Normandië en diplomatie met Duitsland. In 1043 was een eerste bespreking met keizer Hendrik III te Carignan (Ardennes), over diens huwelijk met Agnes van Poitou. In 1048 was er een tweede bespreking met Hendrik te Carignan. Een jaar later kwam Hendrik in conflict met de paus. Hendrik verbood zijn bisschoppen om een concilie te Reims bij te wonen maar de bisschoppen die hem gehoorzaamden werden afgezet of geëxcommuniceerd. In 1056 had Hendrik een derde bespreking met keizer Hendrik te Carignan. Hierbij maakte Hendrik aanspraken op hertogdom Lotharingen en daagde de keizer zelfs uit tot een tweegevecht om de kwestie te beslissen. Keizer Hendrik vertrok echter bij nacht in het geheim uit Carignan, en bleef gewoon leenheer van Lotharingen.
Hendrik steunde in 1047 nog de jonge Willem de Veroveraar, zoon van zijn oude bondgenoot Robert, tegen zijn opstandige vazallen in de slag bij Val-ès-Dunes bij Caen. Hierdoor wist Willem definitief het gezag over zijn hertogdom te vestigen. Na zijn huwelijk met Mathilde van Vlaanderen, werd Willems positie echter zo sterk, dat hij een bedreiging werd voor Hendrik. In 1054 trok Hendrik op tegen Normandië, maar werd verslagen toen de Normandiërs bij nacht het Franse kamp bij Mortemer (Seine-Maritime) overvielen. In 1057 deed Hendrik een tweede poging om Willem te onderwerpen, maar bij Varaville werd Hendrik door Willem verslagen, doordat die handig gebruik wist te maken van de rivier en het moeras in het landschap.

In 1059 liet Hendrik zijn zoon Filips tot medekoning kronen. In 1060 stichtte hij een kapittel van Sint Maarten in Parijs. Hendrik stierf op 4 augustus 1060 in Vitry-en-Brie. Hij werd begraven in de kathedraal van Saint-Denis. Hendrik werd opgevolgd door zijn zoon Filips, die toen 8 jaar oud was. Hendriks weduwe, Anna van Kiev, was zes jaar lang regent.
II. Bruno II von Brunswijck, geboren in 1024. Bruno is overleden in 1057, 32 of 33 jaar oud.
Notitie bij Bruno: In 1038 volgde hij zijn vader op, zowel als markgraaf van Brunswijk alsook als graaf van Midden-Friesland.
Graaf van Brunswijk; markgraaf van Friesland.
Claimt in 1044 de grafelijke rechten in Fivelgo. Hij maakte zich in 1047 meester van het gebied tussen Lauwers en Eems (Hunsingo en Fivelingo), waarvan het formele gezag was toegewezen aan aartsbisschop Adalbert van Bremen. Bruno beschikte over meer macht dan de aartsbisschop, want het lukte de bisschop niet om hem te verdrijven.
Sneuvelt in 1057 in een gevecht met Saksische opstandelingen, onder leiding van de buitenechtelijke zoon van Bernard II van Brandenburg, die probeerden in een hinderlaag de zesjarige Hendrik IV, keizer, en zijn moeder te vermoorden.
Bruno en zijn broer Egbert kwamen te hulp. Bruno sneuvelde en Egbert werd zwaar gewond, maar genas. Als beloning kreeg hij de bezittingen van zijn broer erbij, waaronder het graafschap Friesland.
Bruno sneuvelde in 1057 bij een treffen met Willem van Brandenburg en werd opgevolgd door zijn broer Egbert.
Bruno trouwde met Ida.
III. Egbert I von Meissen von Brunswijck, geboren in 1030 (zie 17070).
IV. Ida von Brunswijck.
Notitie bij Ida: Ida, gehuwd met:
Leopold I, de Sterke, zoon van Adalbert van Oostenrijk.
Zij kregen de kinderen Oda en Egbert
2e huwelijk met Dedo van Dietmarschen
3e huwelijk met Etheler van Dietmarschen
met haar laatste twee mannen kreeg Ida: Richensa (gehuwd met Egilmar van Oldenburg) en Burchard (aartsbisschop in een onbekende plaats)
vermoedelijk een onbekende dochter, getrouwd met Koenraad van Haldensleben
V. NN von Brunswijck. NN trouwde met Sophia von Formbach.
34816 Arnulf (Arnold) van Looz (Loon), geboren omstreeks 990. Arnulf is overleden omstreeks 1040, ongeveer 50 jaar oud.
Notitie bij Arnulf: De broers Giselbert en Arnulf worden vermeld tussen circa 1015 en 1040 als graven van Loon en Haspengouw.
Graaf van Haspingou.
Uit: Arnoud Jan Bijsterveld; van Karolingische kernregio tot regionale lappendeken.
De graven van Loon stichtten in of voor1027 nabij de burcht in Borgloon een seculier kapittel, gewijd aan St Odulphus.
Zie ook: De graven van Loon; Geert Souvereijns en Arnoud Jan Bijsterveld.
Het graafschap Loon; Jean Baerten.
Hij trouwde met [waarschijnlijk]
34817 Ermengardis.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Emmo II (Irmfried) van Looz (Loon), geboren omstreeks 1025 (zie 17408).
II. Giselbert II van Looz (Loon) (zie 34930).
III. Otto II van Duras van Looz (Loon), geboren vóór 1046. Otto is overleden na 1085, minstens 39 jaar oud.
Notitie bij Otto: Vermeld in 1046, 1067 en tussen 1078-1085.
In 1067 zegelt hij een akte van de abdij St Truiden als voogd samen met zij broer Emmo en worden dan als graven van Los vermeld.
"Signum Ottonis advocati et fratris ejus Emmonis, comitis de Los"
Otto trouwde met Oda van Duras.
IV. Godfried van Duras.
V. Adalbert van Looz (Loon), geboren omstreeks 1020.
VI. Herman van Gronsfeld van Looz (Loon), geboren omstreeks 1035.
34818 Conrad van Horn??, geboren omstreeks 1020.
Notitie bij Conrad: De naam van Conon of Conrard van Horne vinden we onder de voornaamste vorsten, die in 1088 in Luik in het "Tribunal de paix verbleven en bekend waren als "l Anneau du palais", de paleiskring, dus een groep edelen die kennelijk de dienst uitmaakten. Bron onbekend.
Kind van Conrad uit onbekende relatie:
I. Irmengard van Horne??, geboren omstreeks 1040 (zie 17409).
34928 Gerard Flamens van Wassenberg, geboren omstreeks 1010. Gerard is overleden omstreeks 1070, ongeveer 60 jaar oud.
Notitie bij Gerard: na 1021. Sloet nr. 150.
De keizer plaatst in Wassenberg Gerardus en in Kleef Rutgerus, gebroeders en afkomstig uit Vlaanderen, als keizerlijke voogden (tutores).
Graaf vanaf 1044 tot ca 1070 van de Betuwe, Duffelgouw, Hettergouw, Teisterbant en de Veluwe.
Zijn voorouders hadden bezittingen in zuidelijker streken maar hebben die moeten verlaten onder Vlaamse druk. Zijn vader trouwde Bava, een rijke vrouw, die bezittingen had in het gebied langs de Rijn. Haar grootvader was Immed, graaf van de Betuwe, Duffelgouw en Hettergouw en haar grootmoeder, ook van vaders kant was Adela, die bezittingen had in Hamaland en de Veluwe.Via moeders kant waren er bezittingen van haar grootvader Unruoch in Teisterbant.(http://www.graafschap-middeleeuwen.nl/gelre/gerard-i-flamens.html)
In de eerste helft van de elfde eeuw kreeg koning Hendrik III te maken met graven/leenmannen die hun bezit graag wilden verstevigen en het gezag van Hendrik brokkelde wat af. Hendrik zocht steun bij de bisschop van Utrecht, die hij de wereldlijke macht over Drenthe toekende, wat gerealiseerd kon worden in 1047, na het kinderloos overlijden van de toenmalige graaf. In Hamaland en omgeving zag hij kennelijk in Gerard Flamens, tot aan dat moment geen graaf, een bondgenoot en hij beleende hem in 1052 met Teisterbant en de Veluwe en in 1067 met de Hettergouw, waarin ook Geldern ligt. Het begin van de macht van het graafschap Gelre.
Volgens een oorkonde uit 1123 was hij eerste getuige bij een schenking door de keizer van het graafschap Friesland aan de Utrechtse kerk. (Zie bij Gerard I)
Gerard trouwde (2), ongeveer 40 jaar oud, omstreeks 1050 met Alvaradis van den Moezelgouw.
Hij trouwde (1), ongeveer 20 jaar oud, omstreeks 1030 met
34929 NN van NN.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Gosewijn van Heinsberg. Gosewijn is overleden op 01-04-1128.
II. Gerard I graaf van Wassenberg van Gelre, geboren omstreeks 1060 (zie 17464).
34930 Giselbert II van Looz (Loon). Giselbert is overleden na 1070.
Hij trouwde met
34931 Liutgard.
Kind uit dit huwelijk:
I. Sophia van Looz (Loon), geboren omstreeks 1060 (zie 17465).
34932 Godschalk van Twenthe van Verdun, geboren omstreeks 1010. Godschalk is overleden op 16-12-1063, ongeveer 53 jaar oud.
Notitie bij overlijden van Godschalk: Gesneuveld op het slagveld in Noordwestfalen.
Notitie bij Godschalk: Zie: http://www.graafschap-middeleeuwen.nl/zutphen/godschalk-i-twente.html#ConflictFriesland
Graaf van Agradingouw, Emsgouw, Hetter, Twente en pagus Westfalen en heer van Zutphen.
Vermeld als leengraaf van Noord Hamaland, graaf in Bochum, graaf in Twenthe, leengraaf in Hettergouw, stichtsvoogd van Münster en voogd van Liesborn; voogd van de kapittelkerk in Zutphen en eigenaar van de burcht in Zutphen.
Godschalk sneuvelde in Friesland in het leger van bisschop Adalbert van Bremen.
In een oorkonde van 1059 zegt bisschop Wilhelmus van Utrecht dat een langdurig geschil omtrent tienden met de heren van Zutfen is opgelost. Graaf Godschalk, zijn vrouw Adelheid en hun zonen Gebehard en Otto krijgen de tienden van Lochem toegekend.(Sloet nr 173) Als Gebehard geen schrijffout is van Gerhard moet worden betwijfeld of Godschalk de vader is van de hier vermelde kinderen.
zie ook: http://wiki-de.genealogy.net/Loen_zu_Lohn,_von
Gottschalk (urk. 1026-1059, + (gefallen) 1063/64, im Dienst des Erzbischofs Adalbert von Bremen im Kampf um Friesland), war Graf von der Twente, Präfekt und Vogt der Stifte Münster und Borghorst, Sohn Hermanns, Graf im Drein-, Lochtrop- und Hessengau, Vogt von Werden. Er heiratet vor 1059 Adelheid, Erbin von Zutphen (1059) und Waldenburg, Tochter des Grafen Liudolf, Vogt von Brauweiler, (*um 995) und Besitzer der Herrschaften Zutphen und Arnheim.
Hij trouwde, ongeveer 25 jaar oud, omstreeks 1035 met de ongeveer 20-jarige
34933 Adelheid van Zutphen, geboren omstreeks 1015. Adelheid is overleden omstreeks 1070, ongeveer 55 jaar oud.
Notitie bij Adelheid: Vermeld als gravin van Zutphen, erfgenaam van Waldenburg, erfgenaam van Zutphen, erfgenaam voogdij van Borghorst, erfgenaam voogdij van Münster.
Ook vermeld als Adelheid van Lotharingen.
Adelheid is weduwe van [misschien] Rutger van Kleef (±1010-±1030), met wie zij trouwde (1), ongeveer 15 jaar oud, omstreeks 1030.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Gerard I (Gebhart?) van Zutphen van Lohn, geboren omstreeks 1043. Gerard is overleden omstreeks 1092, ongeveer 49 jaar oud.
Notitie bij Gerard: Vermeld in een oorkonde van 1059 van bisschop Wilhelm van Utrecht, waarin de geschillen tussen de voorgangers van de bisschop van Utrecht met de Heren van Zutphen worden bijgelegd. Vermeld staan graaf Godschalk met zijn vrouw Adelheid en hun zonen Gebhart en Otto.
Wordt in 1064 als erfgenaam van zijn oom Rupert, graaf van het gebied Noord-Zutphen en in 1086 graaf van Laon of Loen of Lohn.
(Opmerking Anne Post: Rupert was een zoon van Ermintrud, de zuster van zijn moeder Adelheid van Zutphen.)
http://www.graafschap-middeleeuwen.nl/lohn/gerhard-i-lohn.html
Grote kans dat Gerhard I al tijdens zijn vaders leven in diens voetsporen in pagus Westfalen en, misschien, de Hetter treedt.
In ieder geval komt hij in 1086 samen met zijn zoon Godschalk I voor met de toenaam Lohn, maar dan zonder grafelijke titel: "Gerhardus de Laon. Godascalcus filius eius".
Het geslacht Lohn heeft vele zijtakken waaronder de families Van Der Heiden, Wesenthorst, Varsseveld en Silvolde.
Zie ook: http://wiki-de.genealogy.net/Loen_zu_Lohn,_von
"Gerhard von Loen, Gf. v. Nordzutphen, geboren um 1043 (urk. 1059-1086, 1092 + 1059) um 1064 als Erbe seines Onkels Rupert, 1086 Gf. zu Loen, oo Irmgard N. Kinder:
Edelherr Godschalk I. von Lohn, Herr z. Rees (1085 –1092)
Ruprecht (Rupert) war sein Vorgänger als Graf von (Nordwest-) Zutphen, Herr in der Hetter / Elten, Lochem a.d.Berkel (1045/1064) und war verheiratet mit Irmtrud v. Aspel, welche sich nun Gräfin von Zutphen nannte und eine Nichte Kaiser Konrad II. und eine Schwester Irmgards v. Aspel war.
Zu dessen Zeit, im Jahre 1046 lag die Grenze der Grafschaft des Rupertus zu Zutphen, „in Hamalanda sito“, auch bei „de Hunne ad Weicstapolon“ oder Weggestapelen, zwischen Bathmen und Holten, bei "Loo" an der Schipbeek, „inde ad Westerfle“ oder Westerflier bei Diepenheim. Hier könnte der Sitz der späteren Familie von "Loen" zunächst vermutet werden.
Lochem an der Berkel lag 1059 in der Utrechter Grafschaft des Ruprecht. Hier war ein Streit um den Zehnten zu Lochem zwischen Godschalk, Präfekt von Gennep, Besitzer der Herrlichkeit (Süd-)Zutphen (Graafschap mit Arnheim) und Ruprecht, Graf zu (Nord-) Zutphen entstanden, welcher vom Utrechter Bischof Wilhelm I. von Poitou (1054-1076) beigelegt wurde."
Zie ook MD Teenstra: Jaar 1085. Gerhard I wordt erfgraaf van geheel Gelderland en regeert tot 1117.
Gerard trouwde met Irmgard. Irmgard is geboren omstreeks 1045.
II. Otto II de rijke van Zutphen, geboren omstreeks 1045 (zie 17466).
III. Gottschalk van Gennep, geboren omstreeks 1060. Gottschalk is overleden na 1096, minstens 36 jaar oud.
Notitie bij Gottschalk: Prefect van Gennep; vermeld in oorkonden tussen 1075 en 1096.
IV. Heribert van Gennep, geboren omstreeks 1062. Heribert trouwde, ongeveer 18 jaar oud, omstreeks 1080 met Hedwig.
V. Umbert van Zutphen, geboren omstreeks 1065. Umbert is overleden na 1093, minstens 28 jaar oud.
Notitie bij Umbert: Monnik in Corvey, later abt van het klooster Abdinghof in Paderborn.

Generatie 17 (stamoudbetovergrootouders)

67584 [waarschijnlijk] Hendrik van Werl, geboren in 915. Hendrik is overleden in 985, 69 of 70 jaar oud.
Notitie bij Hendrik: http://de.wikipedia.org/wiki/Grafen_von_Werl
Die Grafen von Werl waren um das Jahr 1000 das einflussreichste Grafengeschlecht im norddeutschen Raum und lebten auf dem Gebiet der heutigen Altstadt von Werl. Nach der Übersiedlung nach Arnsberg wurde das Geschlecht Grafen von Werl-Arnsberg genannt, ehe man später von den Grafen von Arnsberg sprach. Bereits vor diesem Übergang hatten die Grafen einen beträchtlichen Teil ihres ehemaligen Einflusses eingebüßt. In einer anderen Linie sind aus den Grafen von Werl die Grafen von Hövel hervorgegangen, eine Seitenlinie, die dann in den Jahren 1225/1226 erlosch. Auch die Reichsgrafen von Rietberg waren aus dem Geschlecht hervorgegangen, die 1562 im Mannestamm ausstarben.
Die Geschichte der Werler Grafen war ab 1930 Gegenstand zahlreicher Untersuchungen, z.B. durch Bollnow (1930), v. Klocke (1949), Schölkopf (1957) und Prinz (1970); insbesondere aber durch Hömberg (1949, 1950, 1963, 1967) und Leidinger (1965, 1972, 1994, 2007, 2009).
Hömberg nahm als Spitzenahn der Werler einen 850 und 860 bezeugten Grafen Hermann an. Dieser soll dem Geschlecht des Grafen Ricdagent stammen. Nach seiner Meinung stammten die Grafen von Werl ursprünglich aus Meschede und bewohnten dort die Hünenburg, die als fränkische Sicherung der von Soest nach Hessen führenden Straße angelegt wurde. Dieses ersten Hermanns Ehefrau sei eine Erbtochter der Cobbonen gewesen, die ihrerseits von dem sächsischen dux Ekbert und seiner Frau, der karolingischen Prinzessin und späteren Heiligen Ida von Herzfeld, abstammten. Leidinger stimmte Hömbergs Hypothesen zur Herkunft der Werler vorsichtig zu, wobei er die Überprüfung einzelner Aspekt für notwendig hält. Für eine enge Verwandtschaft mit Ida von Herzfeld spricht unter anderem die Vorliebe für diesen Vornamen im Geschlecht der Werler. Damit wäre eine verwandtschaftliche Beziehung sowohl zu den Karolingern, wie auch zu die Liudolfingern gegeben. Diese hochadelige Herkunft wäre eine Erklärung für die spätere Heirat von Hermann I. mit Gerberga von Burgund.
Toevoeging Anne Post:
De voornamen Liudolf, Egbert en Ida komen we in dit parenteel regelmatig tegen.
Kind van Hendrik uit onbekende relatie:
I. [waarschijnlijk] Herman (I) van Werl, geboren omstreeks 960 (zie 33792).
67586 Koenraad (de vreedzame) van Bourgondië.
Hij trouwde met
67587 Mathilde van Frankrijk.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Gerberga van Bourgondië, geboren omstreeks 965 (zie 33793).
II. Rudolf III van Bourgondië.
III. Berta van Bourgondië.
68224 Arnulf burggraaf van Gent en graaf in Frisia, geboren omstreeks 951 in Gent. Arnulf is overleden op 18-09-993 in Winkel, West Friesland, ongeveer 42 jaar oud. Hij is begraven in Abdij van Egmond.
Notitie bij Arnulf: Graaf van Gent vanaf 988.
Genaamd Gandensis, dat wil zeggen de Gentse graaf. Heeft zijn vader na 988 korte tijd, tot zijn dood in 993, opgevolgd als graaf van Gent, eigenlijk borggraaf of kastelein van Gent.
Hij trouwde met
68225 Luitgardis van Luxemburg.
Notitie bij Luitgardis: De Duitse keizer Hendrik II, haar zwager, riep zij te hulp toen Holland werd aangevallen door de Friezen, na de dood van haar man en tijdens het regentschap over haar minderjarige zoon Dirk. De keizer trok met een leger per schip vanaf Utrecht naar de Friese streken en bracht de Friezen tot stilstand in 1005.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Adelbert, burggraaf van Gent.
Notitie bij Adelbert,: Burggraaf van Gent, als opvolger van zijn vader. Gent bleef daarna definitief gescheiden van Holland.
II. Siegfried, dienstman (Sikko) in Frisia. Sikko is overleden na 1026.
Notitie bij Sikko: Siegfries vlucht in 1006 naar Stavoren waar hij door de potestaat Gosse Ludigman minzaam wordt ontvangen.
Siegfried werd door de Friezen Sikko genoemd en huwde met Tetta, de dochter van de 6e Friese potestaat Gosse Ludigman. Zie Kronijk van M D Teenstra met verwijzing naar Winsemius blz 118.
Hij is de stamvader van de geslachten van Tellingen en Brederode.
Sikko trouwde met Tetta. Tetta is een dochter van Gosse Ludigman.
III. Dirk III, graaf van Holland, geboren omstreeks 982 (zie 34112).
68228 Bernhard I von Sachsen Billung, geboren omstreeks 955. Bernhard is overleden op 09-02-1011 in Corvey, ongeveer 56 jaar oud.
Notitie bij Bernhard: Hertog van Saksen.
Steunde in 1002 Ekkehard van Saksen, markgraaf van Meissen, als kandidaat voor de Duitse kroon.
Hertog van Sachsen tussen 973 en 1011.
http://www.manfred-hiebl.de/genealogie-mittelalter/sachsen/bernhard_1_herzog_von_sachsen_1011_billunger/bernhard_1_herzog_von_sachsen_+_1011.html
Bernhard trat 973 die Nachfolge seines Vaters Hermann Billung an, dessen Befugnisse er wesentlich erweitern konnte. In den Jahren 974,983 und 994 wehrte er Vorstöße der Dänen in das Reichsgebiet ab. Nach dem Tode OTTOS II. hatte er entscheidenden Anteil daran, dass der Versuch Heinrichs des Zänkers, König zu werden, scheiterte und dass der junge OTTO III. als König anerkannt wurde. Auf einem Reichstag zu Quedlinburg übte er 986 das Amt des Marschalls aus; 991 und 995 beteiligte er sich an den Feldzügen OTTOS III. gegen die Slawen. Im Innern Sachsens baute er den Herrschaftsbereich der BILLUNGER, vor allem im Bardengau und an der mittleren Weser, aus. Bei der Nachwahl HEINRICHS II. durch die Sachsen im Jahre 1002 in Merseburg wies er als Sprecher des Stammes den König durch die Übergabe der heiligen Lanze erneut in die Herrschaft im Reiche ein, nachdem dieser das sächsische Stammesrecht bestätigt hatte. War sein Vater noch der Vertreter des Königs in Sachsen gewesen, so wurde Bernhard als Herzog der Repräsentant des Stammes gegenüber der Krone.
Hij trouwde met
68229 Hildegard von Stade.
Kind uit dit huwelijk:
I. Bernhard II von Sachsen Billung, geboren omstreeks 989 (zie 34114).
68272 Siegfried I van Northeim, geboren omstreeks 960. Siegfried is overleden in 1004, ongeveer 44 jaar oud.
Kind van Siegfried uit onbekende relatie:
I. Benno van Northeim, geboren omstreeks 990 (zie 34136).
68276 Erenfried (Ezzo) III paltsgraaf (Ezzo) van Lotharingen, geboren omstreeks 955. Ezzo is overleden op 21-05-1034 in Saalveld, ongeveer 79 jaar oud. Hij is begraven in Abdij Brauweiler.
Notitie bij Ezzo: Zie www.manfred-hiebl.de/genealogie-mittelalter/zutphen graven von/
Hij trouwde, ongeveer 37 jaar oud, omstreeks 992 met de ongeveer 14-jarige
68277 Mathilde van Saksen, geboren omstreeks 978. Mathilde is overleden op 04-11-1025 in Esch, ongeveer 47 jaar oud. Zij is begraven in Brauweiler, abdij..
Notitie bij Mathilde: Zou in totaal 10 kinderen hebben gebaard.
Was een zuster van keizer Otto III.
Overlijdensdatum ook 21-05-1025 in Saalveld.
Mathilde werd in het nonnenklooster Essen opgevoed en onderwezen door haar zelfbewuste en goed opgeleide nicht Mathilde van Schwaben, de dochter van hertog Liudolf.
Was na de dood van haar broer keizer Otto III, de enige overgebleven erfgenaam van de Liudolfinger. Maar de opvolger van Otto III, keizer Hendrik II, meende dat veel goederen rijksbezit waren en hierdoor ontstond een zware strijd om goederen uit de erfenis van Otto III. Toen later ook Hendrik II kinderloos stierf konden de kinderen van Mathilde opnieuw aanspraak maken op vele goederen.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Liudolf van Lotharingen, geboren omstreeks 993 (zie 69866).
II. Herman II van Lotharingen, geboren omstreeks 994. Herman is overleden op 11-02-1056, ongeveer 62 jaar oud.
Notitie bij Herman: Aartsbisschop van Keulen.1036-1056. Kanselier van de keizer van Duitsland, aartskanselier van paus Leo IX.
III. Otto II van Schwaben, geboren omstreeks 995 (zie 34138).
IV. Richenza van Lotharingen, geboren omstreeks 996. Richenza is overleden op 21-03-1063, ongeveer 67 jaar oud. Richenza trouwde met Mieczylav hertog van Polen. Mieczylav is geboren in 990. Mieczylav is overleden op 10-05-1034, 43 of 44 jaar oud.
Notitie bij Mieczylav: Mieczylav II Lambert "De Vadsige" (Mieszko) van Polen.
V. Wazela van Lotharingen, geboren omstreeks 997. Wazela trouwde met Rutger van Kleef. Rutger is geboren omstreeks 995. Rutger is overleden in 1050, ongeveer 55 jaar oud.
Notitie bij Rutger: Graaf van van Kleef 1020-50 en Zutphen, zoon van Diederik I (Durk, Thierry) van de Betuwe en Lutgard van Hamaland.
Rutger I is afstammeling van Karel de Grote. Aanvankelijk noemden zij zich ook de heren van Zutphen. Omdat Boudewijn IV hun gebieden in Ename had veroverd wende Rutger en zijn broer zich waarschijnlijk rond 1033 tot Koenraad II. Daar klaagden ze dat ze slachtoffer waren geworden van de door het heilige Roomse Rijk verloren gegane gebieden in Vlaanderen. Ter compensatie kreeg Gerard het gebied Wassenberg en kreeg zijn broer Rutger het gebied Kleef waar hij stamvader werd van het geslacht van Kleef. Deze gebieden waren vrij gekomen na de moord van Adela van Hamaland op Wichman III van Vreden (wiens goederen aansloten aan Hamaland). Hierdoor kwam het goed van Wichman vrij en werd het gebied van Adela en haar echtgenoot Balderik (Graaf van Drenthe en Salland) door de keizer geconfisqueerd. Het gebied van Rutger omvatte behalve Kleef ook Kalkar (waarschijnlijk inclusief het klooster), Zyfflich, Bedburg en Xanten. Verder werd hij leenman van goederen op de Betuwe, en mocht hij tol heffen bij Kellen en Huissen. Rutger I werd opgevolgd door zijn zoon Rutger II.
1007 juni 4 (Mainz). Hendrik II, Duits koning en Keizer plaatst in Wassenberg Gerardus en in Kleef Rutgerus, gebroeders als keizerlijke voogden (tutores). Sloet nr. 150. Regesten Roermond
VI. Adelheid van Lotharingen, geboren omstreeks 997. Adelheid is overleden vóór 1011, ten hoogste 14 jaar oud.
Notitie bij Adelheid: Abdis van St Gertrudis in Nivellis
VII. Ida van Lotharingen, geboren omstreeks 998. Ida is overleden omstreeks 1060, ongeveer 62 jaar oud.
Notitie bij Ida: Abdis van het klooster St Maria te Keulen
Ida trouwde met Georg I von Hirscher.
VIII. Mathilde van Lotharingen, geboren omstreeks 1000.
Notitie bij Mathilde: Abdis van het klooster te Villich.
IX. Theofanu van Lotharingen, geboren omstreeks 1002. Theofanu is overleden op 05-03-1056, ongeveer 54 jaar oud.
Notitie bij Theofanu: Abdis van St Cosmos te Essen.
X. Heilwich van Lotharingen, geboren omstreeks 1005. Heilwich is overleden op 21-09-1076, ongeveer 71 jaar oud.
Notitie bij Heilwich: Abdis van het stift St Maria te Neuss.
XI. Sophia van Lotharingen, geboren omstreeks 1005. Sophia is overleden omstreeks 1035, ongeveer 30 jaar oud.
Notitie bij Sophia: Abdis van St Maria te Gandersheim.
68280 Bruno von Brunswijck, geboren omstreeks 990. Bruno is overleden omstreeks 1015, ongeveer 25 jaar oud.
Notitie bij Bruno: Graaf van Brunswijk, in Derlingau en Noord Thüringen.
Hij trouwde, ongeveer 22 jaar oud, omstreeks 1012 met de ongeveer 19-jarige
68281 Gisela van Schwaben, geboren omstreeks 993. Gisela is overleden in 1043, ongeveer 50 jaar oud.
Notitie bij Gisela: Annalista Saxo: "Reichschronik" Das Jahr 1026.
Der König feierte Weihnachten in Lüttich und machte Heinrich, seinen Sohn von der Gisla, zum Könige. Diese Gisla und ihre Schwester Machtild und ihre Brüder Rodulf und Bernhard waren in Westfalen geboren, aus einem Orte, der Werla heißt. Gisla heirathete zuerst den Sohn des Markgrafen Liuppald, Ernest, und gebar ihm den Schwabenherzog Herimann. Als Herzog Ernest todt war, nahm sie Graf Bruno von Bruneswik zur Gemahlin und sie gebar ihm den Grafen Liudolf. Als auch Bruno gestorben war, führte sein Anverwandter Konrad sie gewaltsam heim und zeugte mit ihr den Heinrich, von dem wir reden. Die Machtild heirathete Graf Esic von Ballenstide und zeugte mit ihr den Grafen Adalbert den Aelteren, des Grafen Otto Vater. Ihr Bruder Rodolf zeugte den Grafen Herimann, den Vater der Frau Oda, welche Graf Udo von Stathen heirathete, der die Nordmark als der Erste aus diesem Geschlechte erwarb. Graf Bernhard, der zweite Bruder derselben Königin, hatte Töchter, von denen die eine, Namens Ida, Heinrich von dem Schlosse, welches Loufe heißt, heimführte, der Bruder des Trierer Bischofs Bruno und des Grafen Popo. Als diesen die Mäuse so angefressen hatten, daß er starb, nahm seine Witwe Ida ein Edler aus Sachsen zur Gemahlin und bekam von ihr den Grafen Sifrid von Ertiniburch. Eine Tochter derselben Ida von jenem Grafen Heinrich, Namens Adelheid, nahm Adulf von Huvili und zeugte den jungem Adulf und dessen Brüder. Nach seinem Tode verband sich mit ihr der Pfalzgraf Friderich von Sumersenburg und zeugte den Pfalzgrafen Friderich den Jüngeren. König Konrad also machte, wie gesagt worden ist, seinen Sohn zum Könige. - - Der Abt Wal von Corbeja starb am 13. Februar. Er hat vier Jahre regiert und ihm folgte Druhtmar.
Zie voor de volgorde van de huwelijken ook het boek van Henk Verdonk Alzey-Zutphen.
Sloet geeft in zijn oorkondenboek Zutphen op pagina 302 een iets andere volgorde van de huwelijken en enkele afwijkende namen van kinderen.
Gisela is weduwe van Ernst von Schwaben (ovl. ±1012), met wie zij trouwde (1), ongeveer 17 jaar oud, omstreeks 1010. Gisela trouwde (3), ongeveer 23 jaar oud, omstreeks 1016 met Koenrad II von Speyer keizer van Duitsland (±990-1039), ongeveer 26 jaar oud.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Ludolf III von Brunswijck, geboren in 1003 (zie 34140).
II. Gisela von Brunswijck, geboren omstreeks 1012. Gisela trouwde met Berthold graaf von Sangerhausen.
III. NN von Brunswijck, geboren omstreeks 1013. NN trouwde met Thiemo II graaf von Formbach.
68282 Egbert III von Derlingau Billung, geboren omstreeks 965. Egbert is overleden in 1013, ongeveer 48 jaar oud.
Hij trouwde met
68283 NN von Egisheim.
Kind uit dit huwelijk:
I. Gertrude von Egisheim Billung, geboren omstreeks 1000 (zie 34141).
69632 NN van NN.
Notitie bij NN: NN, de vader van Balderik en broers is mogelijk Rudolf II, graaf in de Haspengouw in 967, broer van Balderik I die tussen 955 en 959 bisschop van Luik was.
Uit: De graven van Loon van G Souvereyns en A J Bijsterveld.
Ook in aanmerking komt Otto van Kamerijk van Looz g/m Liutgard van Namen. Zie:
JONGBLOED H.H., De Flamenses in de 11e eeuw. Hij poneert dat de oudste graven van Loon en bisschop Balderik II van Luik zonen zijn van Odo/Otto ‘van Loon’ en Liutgard van Namen. Odo/Otto zou de zoon zijn van Arnulf Isaaczoon van Kamerijk en Bertha, dochter uit het huwelijk van Nevelong met een dochter van Reinier II. Hij baseert zich bij deze reconstructie van de oudste genealogie van de graven van Loon onder meer op de vaststaande verwantschappen (zoals die van bisschop Balderik II van Luik met Arnulf van Valenciennes, graaf Balderik († 1021) en de familie van Florennes).
Kinderen van NN uit onbekende relatie:
I. Balderik II bisschop van Luik. van Looz (Loon), geboren omstreeks 980. Balderik is overleden in 1018, ongeveer 38 jaar oud. Hij is begraven in Luik; st Jacobsabdij;.
Notitie bij Balderik: Zie: dr. J Baerten;Het graafschap Loon (11de - 14de eeuw) Assen 1959 van Gorcum.
Was bisschop van Luik tussen 1008 en 1018.
II. Giselbert I van Looz (Loon), geboren omstreeks 985. Giselbert is overleden omstreeks 1032, ongeveer 47 jaar oud. Hij is begraven in Luik; st Jacobsabdij.
Notitie bij Giselbert: De broers Giselbert en Arnulf worden vermeld tussen circa 1015 en 1040 als graven van Loon en Haspengouw.
https://nl.wikipedia.org/wiki/Giselbert_van_Loon
Giselbert van Loon (ca. 980 - ca. 1045) was de eerste graaf van het graafschap Loon dat een leen was van het graafschap Haspinga.
Hij was graaf en is vóór 18 mei 1046 overleden. Giselbert nam het initiatief om in Borgloon, het eerste centrum van het graafschap, een burcht te bouwen. De burcht was een motte op een heuvel, met een zaal en een kapel in de voorhof, die voorhof vormt de kern van het latere stadje Borgloon. Het kasteel zelf is verwoest en de motteheuvel is in de 19e eeuw afgegraven.
1015-1016. Bisschop Balderik II stelt zijn broer Giselbert aan tot voogd van de St Jacobsabdij te Luik.

https://nl.wikipedia.org/wiki/Graafschap_Loon
Een graaf van Haspinga was Arnold, een broer van Giselbert, de eerste graaf van Loon. De leenrechtelijke band tussen hen beiden ontstond hoogstwaarschijnlijk bij de regeling van de erfopvolging door hun vader Rodolf. Arnold en Giselbert hadden een broer, bisschop Balderik II van Luik, die mogelijk een rol heeft gespeeld bij de afstand van het Graafschap Haspinga aan Luik. De graaf bezat ook gebieden in Waals Haspengouw en op de rechteroever van de Maas. Voor de rechtspraak was hij een vazal van de keizer van het Heilige Roomse Rijk. Na Giselbert regeerde zijn zoon Emmo van Loon van 1046 tot 1079.
(Een nieuwere zienswijze is dat Emmo een zoon is van Arnulf of Arnold, de broer van Giselbert)
Vervolgens regeerden Arnold I van Loon, Arnold II van Loon, Lodewijk I van Loon, Gerard. Gedurende het bestuur van Gerard verhuisde de hoofdplaats van het graafschap naar een nieuwe grafelijke burcht in Kuringen genoemd het Prinsenhof. De meer centrale ligging en de nabijheid van de abdij van Herkenrode die hij in 1182 stichtte en die als mausoleum voor het grafelijk geslacht kon dienen, verklaarde deze wisseling.
Vervolgens bestuurden Lodewijk II van Loon en Arnold III van Loon het graafschap. Deze laatste schonk samen met zijn zus Machtildis, abdis van Munsterbilzen in 1220 een kapel met een miraculeus Mariabeeld met aanhorigheden en de rechten aan de Duitse Orde waaruit later de landcommanderij Alden Biesen ontstond. Arnold III stierf echter kinderloos. Lodewijk III van Loon die het eerder verworven graafschap Rieneck bestuurde en zoon van de jongere broer van Arnold III volgde hem op.
Na deze tussengraaf bestuurde zijn opvolger Arnold IV het graafschap meer dan 50 jaar. Hij huwde met Johanna, de enige dochter van de graaf van Graafschap Chiny. Na de dood van zijn schoonvader erfde hij het uitgestrekte Graafschap Chiny. Na deze graaf kwamen de graven Jan van Loon en Arnold V van Loon(1279-1323). Vijf van de acht kinderen van Arnold V traden in de Duitse Orde. Eén van hen, Gerard van Loon was van 1317 tot 1324 landcommandeur van de Landcommanderij Alden Biesen.
Na het kinderloos overlijden van Arnolds V opvolger, graaf Lodewijk IV van Loon in 1336 eiste zijn neef, Diederik van Heinsberg de titel op. Pas in 1346 ging de prins-bisschop met deze dubieuze machtswissel akkoord. Toen ook Diederik kinderloos stierf en zijn neef, Godfried van Dalenbroek de titel opeiste, was de maat voor Luik vol en werd het graafschap, na een lange strijd in 1366, ingelijfd nadat een andere pretendent en lid van de grafelijke familie, Arnold van Rummen, zijn aanspraak op de titel tegen een lijfrente van de hand deed aan de Luikse prins-bisschop.
Giselbert trouwde met Erlande van Geldenaken.
Notitie bij Erlande: Ook vermeld als Erlendis van de Luikgouw.
III. Arnulf (Arnold) van Looz (Loon), geboren omstreeks 990 (zie 34816).
69856 Gerard Flamens van Kamerijk, geboren omstreeks 970. Gerard is overleden vóór 1018, ten hoogste 48 jaar oud.
Notitie bij Gerard: Ook vermeld als Gerard Rotgerszoon van Antoing.
Bekend als Gerard Flamens
Nazaten zijn graven van Gelre en Kleef
Heeft zelf geen grafelijke titel.
Hij trouwde met
69857 Bava van Hamaland, geboren omstreeks 995.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Gerard Flamens van Wassenberg, geboren omstreeks 1010 (zie 34928).
II. Rutger van Hamaland, geboren omstreeks 1012.
Notitie bij Rutger: Krijgt van zijn broer Gerard in 1044 de Duffelgouw in onderleen, de basis voor het latere graafschap Kleef.
III. Diederik II van Hamaland van de Veluwe, geboren omstreeks 1014. Diederik is overleden in 1082, ongeveer 68 jaar oud.
IV. [vader:waarschijnlijk, moeder:misschien] Hendrik van St Maria van Wassenberg, geboren omstreeks 1000.
V. NN van Wassenberg van NN, geboren omstreeks 1000.
VI. [vader:waarschijnlijk] Willem van Gelre, geboren omstreeks 1024. Willem is overleden op 27-04-1076 in Utrecht, ongeveer 52 jaar oud.
Notitie bij Willem: Was bisschop van Utrecht van 1054 tot 1076.
In 1059 bereikte hij een accoord met graaf Godschalk van Twenthe over de tienden in Lochem.
VII. [vader:waarschijnlijk] Wickhart van Gelre.
Notitie bij Wickhart: Was voogd van Gelre.
69860 Arnulf (Arnold) van Looz (Loon) (dezelfde als 34816 in generatie 16).
Hij trouwde met [waarschijnlijk]
69861 Ermengardis (dezelfde als 34817 in generatie 16).
69864 Herman van Ename van Verdun, geboren omstreeks 967. Herman is overleden op 28-05-1029, ongeveer 62 jaar oud.
Notitie bij Herman: graaf van Brabant en graaf van Verdun.
Ook vermeld als graaf van Nifterlaka.
Hij trouwde met
69865 Imma van Haspengau, geboren omstreeks 970.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. [vader:waarschijnlijk] Ermgard van Verdun.
Notitie bij Ermgard: Ook vermeld als Ermgard Hermansdr. van Westfalen.
II. Godschalk van Twenthe van Verdun, geboren omstreeks 1010 (zie 34932).
69866 Liudolf van Lotharingen, geboren omstreeks 993. Liudolf is overleden op 11-04-1031, ongeveer 38 jaar oud. Hij is begraven in Klooster Brauweiler.
Notitie bij Liudolf: Graaf van Bonngau, graaf van Zutphen van 1025-1031, heer van Waldenberg, voogd van Münster, voogd van Brauweiler, bannerheer van Keulen. Heer van Alzey en Walberg.
Op een grafschrift in de abdij van Brauweiler staat dat Ludolf, de zoon van paltsgraaf Ezzo en Mathilde, de dochter van keizer Otto II, gehuwd is met Mathildis Ottonis Zutphaniae comitis filia. In de Fundatio monasterii Brunwilarensis staat dat zij twee zonen kregen, Hendrik en Cuno, die beide kinderloos zijn gestorven.
De abdij is gesticht door Ezzo en Mathilde. Ludolf was voogd van de abdij.
Henk Verdonk neemt in zijn boek "Alzey-Zutphen; Een onderzoek naar het rijksleen Alzey van de graven van Zutphen", pagina 331, de stelling in dat hier de familieverhoudingen duidelijk zijn aangegeven en dat uit niets blijkt dat Liudolf en Mathilde één of meerdere dochters zouden hebben gehad.
Dat is mijns inziens te kort door de bocht. Vrouwelijke nakomelingen kunnen vaak alleen worden afgeleid uit vermeldingen in oorkonden of andere stukken die betrekking hebben op de echtgenoot. Het is wel zaak daarbij te letten op de tijdbalk en dat geen generatie wordt overgeslagen.
Ook vermeld als Ludolph de Lorraine en Liudolf van Brauweiler.
Tekst zie ook Sloet nr 156; oorkonde van 11 april 1031.
Hij trouwde, ongeveer 27 jaar oud, omstreeks 1020 met de ongeveer 17-jarige Mathilde van Zutphen.
Notitie bij het huwelijk van Liudolf en Mathilde: Ook vermeld als Luidolf van Lotharingen.
69867 Mathilde van Zutphen, geboren omstreeks 1003. Mathilde is overleden na 1031, minstens 28 jaar oud.
Notitie bij Mathilde: Was erfdochter van het bezit van haar vader Otto.
Verkreeg Alzey als morgengave of weduwengoed in 1031 bij de dood van haar man Liudolf, paltsgraaf en eerste voogd van de abdij Brauweiler. Hun zoontje Hendrik stierf in hetzelfde jaar. Zie W. Bader; Die ehemalige Benediktinerabtei Brauweiler in Pulheim bei Köln; 1976.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Adelheid van Zutphen, geboren omstreeks 1015 (zie 34933).
II. Cuno van Lotharingen, geboren omstreeks 1015.
III. Hendrik I van Lotharingen, geboren omstreeks 1020. Hendrik is overleden omstreeks 1031, ongeveer 11 jaar oud. Hendrik bleef ongehuwd. Hendrik bleef kinderloos.
IV. Mathilde van Zutphen, geboren omstreeks 1020. Mathilde is overleden in 1076, ongeveer 56 jaar oud.
Notitie bij Mathilde: 1076. Hidolf, aartsbisschop van Keulen, bevestigt de abdij Siegburg in het bezit van Straelen, de helft dadelijk, de andere helft na dode van Ermentrude, die de precarie van de kerk heeft. De gegeven helft van Straelen is in 1064 door Bruno van Kessel geschonken aan de aartsbisschop Anno II van Keulen en is afkomstig uit het familiebezit van zijn vrouw Mathilde van Zutphen. In 1076 is Mathilde dus overleden en haar zuster Ermintrude leeft dan nog.
Mathilde trouwde met Bruno von Heimbach graaf van Kessel. Bruno is geboren omstreeks 1020, zoon van Hendrik van Kessel. Bruno is overleden in 1067, ongeveer 47 jaar oud.
Notitie bij Bruno: Voogd van St Pantaleon, Heer van Straelen en Stokkem.
1064. Bruno (van Kessel), graaf, schenkt Anno II, aartsbisschop van Keulen, t.b.v. de abdij Siegburg de helft van Straelen (Strala). Irmintrude, gravin, schenkt haar andere helft onder voorbehoud van levenslang vruchtgebruik.
Sloet nr. 177; Niederrheinischer Geschichtsfreund, 1883 p. 100.
1076. Hidolf, aartsbisschop van Keulen, bevestigt de abdij Siegburg in het bezit te Straelen, de helft dadelijk, de andere helft na dode van Ermentrude, die de precarie van de kerk heeft.
Sloet nr. 183. Regesten Roermond.
Zie ook:
https://www.genealogieonline.nl/de/stamboom-i-m-d-de-vries/I14629.php
Hieruit mogen we afleiden dat naar alle waarschijnlijkheid hun familie ook het voogdijschap van Straelen 1118 weer terug heeft verkregen en dat dit daarna steeds in de familie wordt overgedragen.
Een van hen is later Reinzo van Straelen in 1144 genoemd.
1096 december 13.
Herman III, aartsbisschop van Keulen, geeft aan de abdij Siegburg het praedium van gravin Irmintrudis, waaronder Stokkem en Straelen.
Sloet nr. 197.
Hier lezen we dat Irmintrudis van Zutphen ook Stokkem in bezit had.
Dit Stokkum is waarschijnlijk de plaats gelegen tussen KLeef en de oude IJsel.
V. [waarschijnlijk] NN van Zutphen, geboren omstreeks 1020. NN is overleden vóór 1064, ten hoogste 44 jaar oud. NN trouwde met Elli II van Leinegau.
VI. [waarschijnlijk] Irmingard van Aspel, geboren omstreeks 1020. Irmingard is overleden omstreeks 1065, ongeveer 45 jaar oud.
Notitie bij Irmingard: Uit: https://de.wikipedia.org/wiki/Irmgard_von_Süchteln
Während ältere Kirchendokumente ab dem 12. Jahrhundert zunehmend von nur einer wohltätigen Person ausgingen, deren Namen gleichzusetzen seien, sind in der neueren Forschung mehrere Rekonstruktionsversuche unternommen worden, die von bis zu drei Personen ausgehen: Eine ältere Irmgard (von Aspel), eine jüngere Irmgard (von Süchteln), und eine Schwester Irmtrud (von Aspel). Das ökumenische Heiligenlexikon geht von der Stifterin/Mutter Irmgard und der Pilgerin/Tochter Irmtrud als zwei zu unterscheidenden Personen aus, deren Legenden stark durchmischt seien; Klaus-Gunther Wesseling verwarf hingegen die „konstruierte Abgrenzung“ zwischen der Gräfin/Stifterin Irmgard und der Jungfrau/Pilgerin Irmgard: es handele sich demnach um nur eine Person.

Die Burg Aspel wurde im 10. Jahrhundert von Richizo von Aspel erbaut, dem Neffen des Kölner Erzbischofs Wichfrid. Richizos Sohn Godizo von Aspel erbte diese Anlagen; er starb um das Jahr 1011/1012; seine namentlich nicht bekannte Witwe um 1022. Die Geburt der gemeinsamen Tochter Irmgard wird um das Jahr 1002 vermutet. Sie soll zwischen 1020 und 1030 den Grafen Kadelo geheiratet haben, diese Ehe sei kinderlos geblieben.[3][4] Sie konnte ein großes Vermögen verwalten und wohnte in Köln, wo sie Wohltäterin für die Armen der Stadt gewesen sein soll. Sie stiftete eine Kirche in Haldern und gründete das Kollegiatstift in Rees. Beigesetzt wurde sie im Kölner Dom; 1319 wurden ihre Gebeine in die Agneskapelle im neuen Chor überführt.[5]
Nach einer Rekonstruktion starb Gräfin Irmgard von Aspel im Frühjahr 1064/1065.[6] Ihre jüngere Schwester Irmtrud von Aspel machte 1075 die Schenkung von Rees an das Erzbistum. Eine von Irmtruds Töchtern war die spätere Eremitin Irmgard von Süchteln, welche demnach auch die drei Pilgerfahrten nach Rom unternommen haben soll.[3]Nach einer anderen Rekonstruktion war die ältere Irmgard von Aspel ein Einzelkind. Als entfernte Cousine von Kaisers Heinrich III. schenkte dieser ihr im Jahr 1041 mehrere Landgüter, die nach ihrem Tod 1065 in den Besitz ihrer Töchter Irmtrud und Irmgard übergegangen seien. Die Tochter Irmtrud nahm 1075 die Schenkung an das Erzbistum vor; die Tochter Irmgard unternahm die Pilgerfahrten nach Rom und wurde Einsiedlerin.[7]
Eine weitere Interpretation der Quellen gibt an, dass es sich um eine einzige Person gehandelt habe, welcher Legenden bezüglich Einsiedlertum und Pilgerfahrten angedichtet worden seien; nur eines der Todesdaten (um 1065 oder um/nach 1080) könne stimmen; die Übertragung der Landgüter an das Erzbistum Köln sei „nach 1040“ erfolgt.[1
VII. [waarschijnlijk] Irmintrud van Aspel, geboren omstreeks 1022. Irmintrud is overleden omstreeks 1083, ongeveer 61 jaar oud.
Notitie bij Irmintrud: Ook vermeld als Irmintrud von Waldenburg.
Zie over de persoon Irmgard: http://resources.huygens.knaw.nl/vrouwenlexicon/lemmata/data/IrmgardisvanZutphen
Is mogelijk dezelfde persoon als Irmingarde, vermeld in een oorkonde van 15 februari 1041 waarin Koning Hendrik III aan zijn nicht Irmingarde goederen schenkt gelegen te Harive, Vaals, Apine en Valkenburg in de Luikgouw in het graafschap van Diebald. Zie Oorkondenboek Gelre-Zutfen van Sloet nr 160.
Lacomblet 109; König Heinrich III schenkt seiner nichte Irmingard, auf Bitte des Herzogs Gozelo und dessen Sohnes Godefred, das confiscirte Gut in den Villen Hervé, Vaels, Epen, Falkenberg, im Lütticher Gaue, in der Grafschaft’s Dietbald’s.
In een oud Liber memoriam van het Stift Rees genoemd: cometissa Sutphaniensis et fundatrix ecclesie Ressensis.
In een oorkonde opgemaakt tussen de jaren 1056 en 1075 is vermeld dat gravin Irmintrude de proosdij te Rees schenkt aan de kerk van St Peter te Keulen. (Lacomblet Urkundenbuch nr 222; Sloet nr 169)

1064; Bruno, graaf, schenkt Anno II, aartsbisschop van Keulen, t.b.v. de abdij Siegburg de helft van Straelen (Strala). Irmintrude, gravin, schenkt haar andere helft onder voorbehoud van levenslang vruchtgebruik. (Bruno was de man van Mathilde, de zuster van Irmintrude)
Zie ook: 1064. Sloet nr. 177; Niederrheinischer Geschichtsfreund, 1883 p. 100
Op 29 juli 1075 (volgens Sloet) zegt Anno, aartsbisschop van Keulen, dat hij de goederen die zijn voorganger heeft ontvangen van Irmintrude, heeft gegeven aan de door hem gestichte kerk van Maria ad gradus te Keulen.
Van Spaen stelt de oorkonde op 1065.
Hildolf, aartsbisschop van Keulen, bevestigd de gift van Stralen, door zijn voorganger Anno II aan de abdij Siegburg gedaan, de helft dadelijk, het overige na het overlijden van Ermentrude. De oorkonde heeft geen datum maar is gesteld op 1076.
In een oorkonde gedateerd tussen de jaren 1079 en 1089 verklaart Sigewin, aartsbisschop van Keulen, dat gravin Irmengarde aan de proost van Rees gegeven heeft de strafrechtspraak over de horigen der kerk, de varkenstienden te Rees, Emmerik en Stralen, ene curtis te Wezevelde en haar bezittingen te Königswinter.
Sloet 307; 3 juli 1159; Paus Adriaan IV bevestigt de giften die door gravin Irmintrude of Irmingarde aan de kerk te Rees zijn gedaan.
Irmintrud trouwde, ongeveer 18 jaar oud, omstreeks 1040 met Ruprecht I (Rupert) van Opper Lahngau, ongeveer 20 jaar oud. Rupert is geboren omstreeks 1020. Rupert is overleden in 1064, ongeveer 44 jaar oud.
Notitie bij Rupert: Urkundenbuch Niederrhein Lacomblet nr 295; 27-05-1122; Keizer Hendrik V geeft aan de abdij van Werden het goed Elten terug, door zijn grootvader aan de abdij geschonken, maar die de graaf Rutbert en zijn gemalin Ermentrud aan zich getrokken hebben.
Ook vermeld als Rupert I van Zutphen, met kinderen Herman, abt van St Pantaleon en Guda van Zutphen.
http://wiki-de.genealogy.net/Loen_zu_Lohn,_von
Ruprecht (Rupert) war Graf von (Nordwest-) Zutphen, Herr in der Hetter / Elten, Lochem a.d.Berkel (1045/1064) und war verheiratet mit Irmtrud v. Aspel, welche sich nun Gräfin von Zutphen nannte und eine Nichte Kaiser Konrad II. und eine Schwester Irmgards v. Aspel war.

Generatie 18 (edelouders)

136448 Dirk II burggraaf van Gent, graaf in Frisia, geboren omstreeks 932. Dirk is overleden op 06-05-988, ongeveer 56 jaar oud. Hij is begraven in Abdij Egmond.
Notitie bij Dirk: Dirk II (of Diederik II) was een Friese graaf die het feitelijke bewind voerde over drie graafschappen die tezamen het gehele kustgebied tussen de Oosterschelde en het Vlie opvulden, zijnde de gouwen: Masaland(Maasland), Kinhem (Kennemerland) en Texla(Texel). Op 15 juni 950 schonken Dirk II en zijn vrouw Hildegard aan Egmond ter ere van de bijzetting van Sint Adelbert een stenen kloosterkerk. Ook schonken zij het Evangeliarium van Egmond, thans een van Nederlands belangrijkste cultuurhistorische voorwerpen uit de vroege middeleeuwen. Het negende-eeuwse handschrift werd circa 975 door hem verworven en bevat de tekst van de vier evangeliën. Dirk en Hildegard zijn afgebeeld op twee miniaturen, die Dirk voor de gelegenheid aan het boek liet toevoegen. Op 25 augustus 985 kreeg Dirk zijn drie lenen van koning Otto III in vrije eigendom.
Dirk wist tussen 965 en 969, na de dood van zijn schoonvader en de daarop volgende gezagscrisis, in Gent een graafschap te vestigen, dat zich ook uitstrekte over het land van Waas. Boudewijn IV verkrijgt echter het markgraafschap Vlaanderen in leen.
"Vita sancti Alberti"; hierin wordt het leven beschreven van Adalbertus, missionaris eind 7e begin 8e eeuw, en metgezel van Willibrord die onder de Frisii preekte.
Onder graaf Dirk I werden Adalberts relieken overgebracht naar een kerk, die misschien tot het door Dirk I gestichte vrouwenklooster behoorde. Tijdens de heerschappij van Dirk II, burggraaf van Gent en graaf in Frisia, werd het mannenklooster te Egmond gesticht, waar Adalbert speciale verering genoot.
Mogelijk komen deze relieken oorspronkelijk uit een abdij/kerk of klooster bij Emunde, de monding van de Aa bij Grevelingen in Frans Vlaanderen waar Willibrord gepredikt heeft en welk gebouw mogelijk verwoest is en heeft Dirk I het door hem gestichte vrouwenklooster vernoemd naar die plek en het Egmond genoemd. Dit komt in de historie vaker voor; b.v. Assen, ontstaan bij een klooster en vernoemd naar het klooster Assen in Westfalen, waar de eerste abdis waarschijnlijk vandaan kwam.
Dirk trouwde, ongeveer 18 jaar oud, omstreeks 950 met [waarschijnlijk] Hildegard van Vlaanderen, ongeveer 13 jaar oud. Hildegard is geboren omstreeks 937, dochter van Arnulf I van Vlaanderen. Hildegard is overleden omstreeks 978, ongeveer 41 jaar oud.
Hij trouwde, ongeveer 18 jaar oud, omstreeks 950 met de ongeveer 13-jarige
136449 Hildegard van Vlaanderen, geboren omstreeks 937. Hildegard is overleden omstreeks 978, ongeveer 41 jaar oud.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Arnulf burggraaf van Gent en graaf in Frisia, geboren omstreeks 951 in Gent (zie 68224).
II. Egbert Van Rijnland in Fresia. Egbert is overleden in 993.
Notitie bij Egbert: Aartsbisschop van Trier; opdrachtgever voor het schrijven van de "Vita sancti Alberti".
hierin wordt het leven beschreven van Adalbertus, missionaris eind 7e begin 8e eeuw, en metgezel van Willibrord die onder de Frisii preekte
136456 Herman 1 Hertog van Saksen Billung, geboren omstreeks 912. Herman is overleden op 27-03-973 in Quedlinburg, ongeveer 61 jaar oud.
Notitie bij Herman: In het jaar 936 benoemd tot hertog (legeraanvoerder) door koning Otto I.
De koning koos niet de oudere broer Wichman, die zich daar wel tegen verzette, maar in 938 vrede moest sluiten met Otto.
Herman trouwde (1) met Oda.
Hij trouwde (2) met
136457 Hildegard van Karolingen, geboren omstreeks 803. Hildegard is overleden in 857, ongeveer 54 jaar oud.
Notitie bij Hildegard: Ook vermeld als Hildegard van Westerburg.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Mathilde von Saksen Billung, geboren omstreeks 939 (zie 139729).
II. Swanehilde Billung. Swanehilde is overleden op 26-11-1014. Swanehilde trouwde met Liutheri van NN. Liutheri is overleden op 05-09-929 in Lenzen.
III. Bernhard I von Sachsen Billung, geboren omstreeks 955 (zie 68228).
136458 Hendrik de kale von Stade.
Kind van Hendrik uit onbekende relatie:
I. Hildegard von Stade (zie 68229).
136544 Siegfried I van Hassegau, geboren omstreeks 930. Siegfried is overleden op 17-05-980, ongeveer 50 jaar oud (oorzaak: gesneuveld).
Kind van Siegfried uit onbekende relatie:
I. Siegfried I van Northeim, geboren omstreeks 960 (zie 68272).
136554 Otto II de Rode, keizer van Duitsland, geboren in 955. Otto is overleden op 07-12-983, 27 of 28 jaar oud.
Hij trouwde met
136555 Theofano van Byzanthia.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Adelheid van Saksen.
II. Sophie van Saksen.
III. Mathilde van Saksen, geboren omstreeks 978 (zie 68277).
IV. Otto III van Duitsland, geboren omstreeks 980. Otto is overleden in 1002, ongeveer 22 jaar oud.
Notitie bij Otto: Na zijn dood kozen de rijksgroten Ekkehard, markgraaf van Meissen, als de opvolger voor Otto III als koning van Duitsland. De steun kwam ook van Bernard I Billung, hertog van Saksen als opvolger van zijn vader Herman.
Ekkehard werd echter vermoord. Hendrik II, hertog van Beieren, werd toen gekozen tot nieuwe koning van Duitsland.
Otto bleef kinderloos.
136560 [misschien] Bruno van Duitsland, geboren in 05-925. Bruno is overleden op 11-10-965, 40 jaar oud.
Notitie bij Bruno: Aartsbisschop van Keulen.
Vermaakt in zijn testament o.a. Hengelo en Wessem aan de abdij St Pantaleon te Keulen.
Kind van Bruno uit onbekende relatie:
I. [misschien] Bruno von Brunswijck, geboren omstreeks 990 (zie 68280).
136562 Herman II von Schwaben.
Hij trouwde met
136563 Gerberga van Bourgondië (dezelfde als 33793 in generatie 16).
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Gisela van Schwaben, geboren omstreeks 993 (zie 68281).
II. Machtild van Schwaben. Machtild trouwde met Esico von Ballenstedt.
III. Beatrix von Schwaben.
IV. Herman III von Schwaben. Herman is overleden op 01-04-1012.
Notitie bij Herman: Kinderloos overleden. Erfgenamen: zijn zusters Gisela en Mathilde,
Herman bleef kinderloos.
136564 Egbert II Eénoog von Billung, geboren omstreeks 935. Egbert is overleden in 994, ongeveer 59 jaar oud.
Notitie bij Egbert: Zie: http://www.graafschap-middeleeuwen.nl/graven/ekbert-ii.html#WichmanIIIVreden
Graaf van Ambergouw en Derlingouw en voogd van het bisdom Münster.
Neemt in 953 deel aan de opstand van Liudolf en Koenraad tegen Otto I.
Maar eigenlijk komt hij in opstand tegen zijn oom Herman I van Saksen, die hij beschuldigd van het innemen van familiebezit waar hij geen recht op heeft.
Opvallend is dat Ekbert II nadat de opstand onderdrukt is over de Elbe naar de West-Slavische stam der Abodriten vlucht.
In 977 denkt Ekbert II opnieuw voordeel te verkrijgen uit een opstand tegen het keizerlijk gezag en steunt hij de samenzwering van Hendrik II ’de Ruziemaker’, hertog van Beieren, tegen Otto II. Ekbert II is niet bang aangelegd en ontvoert de keizerlijke dochter Adelheid, nog een kind rond die tijd, en gijzelt haar op zijn burcht Ala bij Goslar. Voor zijn deelname aan de opstand wordt Ekbert II in 978 naar Utrecht verbannen. Later wordt hij in genade aangenomen, maar hij is wel een deel van zijn erfenis kwijt.
De Abodriten zijn door Otto I onderworpen, waarbij hun vorsten het christelijk geloof aannemen. Het gebied van de Abodriten valt onder de Billungse Mark, maar kent enige autonomie. Het is bekend dat de Billungse familie contacten onderhoudt met de Abodriten, maar klaarblijkelijk zijn de contacten zo goed dat Ekbert II op hun loyaliteit en bescherming kan rekenen. Saillant detail is dat een van de eerste Abodritische vorsten Billug heet, de gelijkenis met Billung is opvallend. Nog opvallender is dat halverwege de elfde eeuw een Godschalk (Guthskalco) als Abodritische vorst (1043-1066) optreedt.
Kinderen van Egbert uit onbekende relatie:
I. Amalung graaf von Ambergau, geboren omstreeks 950.
Notitie bij Amalung: Voogd van Paderborn Domkirche.
II. [misschien] Ida von Ambergau von Billung, geboren omstreeks 955.
III. Egbert III von Derlingau Billung, geboren omstreeks 965 (zie 68282).
IV. Wichman III von Vreden, geboren omstreeks 975.
139712 Rodger van Kamerijk. Rodger is overleden in 983.
Kind van Rodger uit onbekende relatie:
I. Gerard Flamens van Kamerijk, geboren omstreeks 970 (zie 69856).
139714 Diederik I graaf van Hamaland van de Betuwe, geboren omstreeks 978. Diederik is overleden op 07-01-1017, ongeveer 39 jaar oud.
Notitie bij overlijden van Diederik: Vermoedelijk vermoord door zijn stiefvader Balderik
Hij trouwde met
139715 NN van Teisterband.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Bava van Hamaland, geboren omstreeks 995 (zie 69857).
II. Adila (Doda) van Hamaland, geboren omstreeks 995.
Notitie bij Adila: Komt ook voor als Gerberga van Hamaland
Adila trouwde met Godfried II van Neder Lotharingen van Verdun. Godfried is een zoon van Gozelo I van Verdun (zie 139728,II). Godfried is overleden in 1069. Godfried trouwde later met Beatrix.
Notitie bij Godfried: Hertog van Neder Lotharingen. Ook vermeld als Godfried met de Baard.
Graaf van de Veluwe, Betuwe,Teisterbant, Hamaland, Drenthe, Duffelgouw en de Hettergouw.
Tijdens een bijeenkomst op 22 mei 1046 in de palts te Aken schenkt koning Hendrik III aan bisschop Bernold van Utrecht een graafschap in Drenthe. Dit is een deel van het toenmalige Drenthe, zonder de Stellingwerven. Gozelo I, de vader van Godfried, was in 1046 overleden. Gozelo I had in 1044 de grafelijke rechten in Fivelgo geclaimd en verkregen, welke rechten koning/keizer Hendrik III aan de bisschop van Münster/Bremen had toegedacht. Doordat Godfried II zich tegen de keizer keerde werden hem zijn rechten ontnomen en kwam Drenthe in 1047 definitief in bezit van de bisschop van Utrecht evenals de overige graafschappen uit zijn bezit, die deel uitmaakten van het Sticht en Oversticht, deels vastgelegd in de oorkonde van 26 augustus 1046 te Spiers.
De bisschop verkrijgt het rechtsgebied met munt en tol te Deventer evenals een graafschap in Hamaland, waarvan de grenzen nader worden omschreven.
Dit gebied blijkt praktisch identiek te zijn aan het later vermelde graafschap Zutphen.
De wereldlijke rechten worden door de bisschop niet zelf uitgevoerd, maar, evenals dat het geval is bij koningen en keizers, als ambtsleen waargenomen door graven. De oude grafelijke families die voorheen deze rechten bezaten, zullen niet zonder slag of stoot afstand hebben gedaan van deze rechten, wanneer men zich kan beroepen op erfrecht.
139728 Godfried van Verdun, geboren omstreeks 937. Godfried is overleden in 1002, ongeveer 65 jaar oud.
Notitie bij Godfried: Godfried van Verdun "de gevangene"
Het huis van Verdun, of het huis van Ardennen, of het huis van Wigerik, is één van de oudste geverifieerde adelijke families in Europa. Wigerik was paltsgraaf van Lotharingen en graaf van de Bidgouw. Hij is vòòr 919 overleden.
Graaf van Hettergouw, Bidgouw, Methingouw, Henegouwen, Verdun, markgraaf van Ename en van Frisia, prefect van Utrecht.
Godfried is weduwnaar van Averarda Everhardsdr. van Salland (ovl. 961), met wie hij trouwde (1), ongeveer 13 jaar oud, omstreeks 950.
Hij trouwde (2), ongeveer 25 jaar oud, in 962 met de ongeveer 23-jarige
139729 Mathilde von Saksen Billung, geboren omstreeks 939. Mathilde is overleden op 25-05-1008, ongeveer 69 jaar oud. Mathilde trouwde (1), ongeveer 16 jaar oud, omstreeks 955 met Boudewijn III van Vlaanderen (940-962), ongeveer 15 jaar oud, zie 272898,III.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Godfried II van Verdun van Neder Lotharingen, geboren omstreeks 961. Godfried is overleden op 26-09-1023, ongeveer 62 jaar oud.
Notitie bij Godfried: Was hertog van Neder-Lotharingen
Godfried bleef kinderloos.
II. Gozelo I van Verdun, geboren omstreeks 970. Gozelo is overleden in 1046, ongeveer 76 jaar oud.
Notitie bij Gozelo: Zegt in 1044 grafelijke rechten te hebben op o.a. Fivelgo. Zijn zoon Godfried schijnt daarna met Fivelgo te zijn beleend tot 1047 toen het hem weer is ontnomen vanwege zijn opstand tegen de keizer.
Bruno V van Brunswijk claimt dezelfde rechten.
Vermeld in een oorkonde van 15 februari 1041 als Hertog waarin hij met zijn zoon Godfried de koning Hendrik III verzoekt om de geconfiskeerde goederen in Hervé, Vaals, Epen en Valkenburg te schenken aan Irmingard, een nicht van de koning.(Lacomblet nr.109)
III. Herman van Ename van Verdun, geboren omstreeks 967 (zie 69864).
IV. Adalberd II van Verdun, geboren omstreeks 964.
V. Irmengard van Verdun, geboren omstreeks 975 (zie 139735).
VI. Frederik van Verdun, geboren omstreeks 970. Frederik is overleden op 06-01-1022 in Verdun, ongeveer 52 jaar oud.
VII. Adelheid (van Saksen) van Verdun. Adelheid trouwde met Rudolf I van Werl. Zie 33792,II voor persoonsgegevens van Rudolf.
VIII. Gerberga van Verdun. Gerberga trouwde met Folmar IV van Bliesgouw.
IX. Reinmodis van Verdun.
139732 Erenfried (Ezzo) III paltsgraaf (Ezzo) van Lotharingen (dezelfde als 68276 in generatie 17).
Hij trouwde, ongeveer 37 jaar oud, omstreeks 992 met de ongeveer 14-jarige
139733 Mathilde van Saksen (dezelfde als 68277 in generatie 17).
139734 Otto I heer van Zutphen graaf in Neder Lahngau, geboren in 975. Otto is overleden op 05-06-1036, 60 of 61 jaar oud.
Notitie bij Otto: Zie: http://www.graafschap-middeleeuwen.nl/zutphen/otto-i-zutphen.html
Hij is graaf in Neder-Lahngouw, Engersgouw, Einrichgouw, Wetterau, Niddagouw en mogelijk ook Deutzgouw. Uit deze opsomming mag blijken dat de verwerving van Zutphen van ondergeschikt belang is, mede gezien de omstandigheid dat aan Zutphen geen grafelijke titel is verbonden.
Het is misplaatst om Otto I ’van Zutphen’ te noemen, want Otto I is elders meervoudig graaf en slechts heer van Zutphen. Otto I komt in de Zutphense bronnen zelden voor, waardoor het ontstaan van graafschap Zutphen onduidelijk is.
De identificatie van Otto van Hammerstein als Otto I van Zutphen is door Jackman recentelijk (1990-2000) in verschillende publicaties nieuw leven ingeblazen.
Hij trouwde met
139735 Irmengard van Verdun, geboren omstreeks 975. Irmengard is overleden op 10-03-1036, ongeveer 61 jaar oud.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Udo van Hammerstein. Udo is overleden in 1034. Udo bleef kinderloos.
II. NN van Hammerstein. NN trouwde met Wigger van NN.
III. Mathilde van Zutphen, geboren omstreeks 1003 (zie 69867).

Generatie 19 (edelgrootouders)

272896 NN (Gerulf??) van Frisia, geboren omstreeks 900.
Notitie bij NN: Deze persoon is opgevoerd om een gat in de tijdbalk op te vullen.
Kind van NN uit onbekende relatie:
I. Dirk II burggraaf van Gent, graaf in Frisia, geboren omstreeks 932 (zie 136448).
272898 Arnulf I de Grote van Vlaanderen, geboren omstreeks 888. Arnulf is overleden op 27-03-965, ongeveer 77 jaar oud. Hij is begraven in Gent, st Pieter.
Notitie bij Arnulf: Zie: Karel de Grote nakomelingen Reeks 1.
Graaf van Vlaanderen 918-964. Na de dood van zijn vader graaf van Noord-Vlaanderen
en na de dood van zijn broer Adalofi, heer van Boulogne 933. Veroverde het graafschap Ponthieu.
Bevorderde de kloosterhervormingen van Gerard van Brogne. Deed grote schenkingen aan de St. Pieter te Gent. Trof regelingen met de Westfrankische koning Lotharius ter bescherming van diens jeugdige kleinzoon als opvolger in 962.
Hij trouwde, ongeveer 45 jaar oud, in 933 met de ongeveer 21-jarige
272899 Adela van Vermandois, geboren omstreeks 912. Adela is overleden in 959 in Gent, ongeveer 47 jaar oud.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Liutgard van Vlaanderen, geboren in 935 (zie 558859).
II. Hildegard van Vlaanderen, geboren omstreeks 937 (zie 136449).
III. Boudewijn III van Vlaanderen, geboren in 940. Boudewijn is overleden op 01-01-962, 21 of 22 jaar oud. Boudewijn trouwde, ongeveer 15 jaar oud, omstreeks 955 met Mathilde von Saksen Billung, ongeveer 16 jaar oud. Zie 139729 voor persoonsgegevens van Mathilde.
IV. Egbert (Eibret) van Vlaanderen.
272912 Egbert van de Wetigau, geboren omstreeks 890. Egbert is overleden in 967, ongeveer 77 jaar oud.
Hij trouwde met
272913 NN van Stade.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Wichman de oudere Billung, geboren omstreeks 910 (zie 273128).
II. Herman 1 Hertog van Saksen Billung, geboren omstreeks 912 (zie 136456).
272914 Karel III (de eenvoudige) van Karolingen, geboren op 17-09-879. Karel is overleden op 07-10-929 in Peronne, 50 jaar oud.
Hij trouwde, ongeveer 39 jaar oud, omstreeks 918 met
272915 Eadgyfu van Engeland.
Kind uit dit huwelijk:
I. Hildegard van Karolingen, geboren omstreeks 803 (zie 136457).
273088 Dedi van Hassegau, geboren omstreeks 900. Dedi is overleden op 14-03-957, ongeveer 57 jaar oud.
Kind van Dedi uit onbekende relatie:
I. Siegfried I van Hassegau, geboren omstreeks 930 (zie 136544).
273108 Otto I keizer van Duitsland, geboren op 23-11-912. Otto is overleden op 07-05-973 in Memleben, 60 jaar oud. Hij is begraven in Maagdenburg in de Dom..
Notitie bij Otto: Otto de Grote, koning van Duitsland in 936, Rooms Keizer vanaf 02-02-962 en koning van de Longobarden.
In 939 brak een opstand uit tegen Otto. Die werd door hem met harde hand neergeslagen. In 950 brak een nieuwe opstand uit, waarbij ook de nog jonge zoons van Wichman de Oude, Wichman de Jonge en Egbert Eénoog waren betrokken. Die opstand was echter voornamelijk gericht tegen hun oom Herman die na het overlijden van Wichman de erfelijke rechten tot zich trok.
Vermeld in een oorkonde van 12 februari 940, waarin hij een schenking doet aan de kerk van Spiers. Getuigen bisschop Amalrich van Spiers en graaf Koenraad.
In juli 955 trok hij op tegen de Magyaren, waarbij de Slag op het Lechveld plaatsvond. Zie hiervoor de annalen van Widukind en een scriptie van Niels Janssens: Otto I, de zoektocht naar het Karolingische verelden in de Ottoonse historiografie.
Op 17 januari 966 bevestigt hij de ruil van de curtis Gelmen in de Haspengouw door het OLV stift te Aken tegen goederen van graaf Immo, waaronder in de Molengouw Erkelenz, Hostrich, Berge, Richolferod en Wazzalar. Sloet nr 99.
Als graaf van Haspengouw wordt Werenhari vermeld, van de Molengouw Eremfredi, van de Luikgouw Richari en van de Avelgouw wordt Eberhardi vermeld.
Schenkt in 972, op voorspraak van hertog Otto van Worms (zijn kleinzoon), het marktrecht in Urbach aan het klooster Hornbach.
Otto begon een relatie (1) met Slavin uit voorname familie. Otto is weduwnaar van Edgith (Eadgifu) van Engeland (ovl. 946), met wie hij trouwde (2), 16 of 17 jaar oud, in 929.
Hij trouwde (3) met
273109 Adelheid van Bourgondie.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Hendrik van Duitsland, geboren in 951. Hendrik is overleden in 954, 2 of 3 jaar oud.
II. Mathilde van Duitsland, geboren omstreeks 953. Mathilde is overleden in 999, ongeveer 46 jaar oud.
Notitie bij Mathilde: Abdis van Quedlinburg
III. Otto II de Rode, keizer van Duitsland, geboren in 955 (zie 136554).
273120 Hendrik I de Vogelaar van Duitsland, geboren in 876. Hendrik is overleden op 02-07-936 in Memleben, 59 of 60 jaar oud. Hij is begraven in Quedlinburg.
Notitie bij Hendrik: Koning van 919 tot 936. Hertog van Saksen van 912 tot 936.
Hendrik trouwde (1), 29 of 30 jaar oud, in 906 met Hatheburg (geb. ±878), ongeveer 28 jaar oud. De ontbinding van dit huwelijk werd uitgesproken in 909.
Hij trouwde (2), 32 of 33 jaar oud, in 909 met de ongeveer 13-jarige
273121 Mathilde van Ringelheim, geboren omstreeks 896. Mathilde is overleden op 14-03-968 in Quedlinburg, ongeveer 72 jaar oud. Zij is begraven in Stiftskerk Quedlinburg.
Notitie bij Mathilde: Opgevoed in het klooster Herford, dat werd geleid door haar grootmoeder Mathilde, de abdis van dat klooster.
Mathilde stond bekend om haar deugd en schoonheid en daar zij tevens van hoogadellijke afkomst was, was zij een uitstekende kandidaat om koningin van Duitsland te worden. Hendrik reisde incognito naar Herford en werd spontaan verliefd en vroeg direct bij grootmoeder Mathilde om de hand van haar kleindochter. Die verkreeg hij en al de volgende dag schijnt het paar afgereisd te zijn naar Wallhausen om het huwelijk te laten voltrekken, zonder de toestemming van de ouders af te wachten. Hendrik gaf Wallhausen met alles wat er bij behoorde aan zijn nieuwe echtgenote Mathilde.
Thietmars von Merseburg schrijft in zijn kronieken dat Hendrik allerminst een onbedorven jongeling was toen hij trouwde met Mathilde. Hij was al 33 jaar en in 906 gehuwd met Hatheburg, dochter van Erwin. Bij Hatheburg had hij een zoon verwekt die de naam Thankmar kreeg.
Zie Daniëlla Müller-Wiegand: Vermitteln-Beraten-Erinnern; Funktionen und Aufgabenfelder von Frauen in der Ottonischen Herrscherfamilie (919-1024). Universiteit van Kassel. Dissertation zur Erlangung des akademischen Grades eines Doktors der Philosophie.3 dezember 2003.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Otto I keizer van Duitsland, geboren op 23-11-912 (zie 273108).
II. Gerberga van Duitsland, geboren omstreeks 913. Gerberga is overleden na 968, minstens 55 jaar oud.
Notitie bij Gerberga: Vermeld 928-939; geeft de kerk en de villa Echt aan de kerk van St Servaas te Maastricht.
Gerberga:
(1) trouwde, ongeveer 16 jaar oud, in 929 met Gijsbert van Lotharingen, ongeveer 49 jaar oud. Gijsbert is geboren omstreeks 880. Gijsbert is overleden op 02-10-939, ongeveer 59 jaar oud.
(2) trouwde, ongeveer 26 jaar oud, in 939 met Lodewijk IV van Frankrijk.
III. Hadewich van Duitsland, geboren omstreeks 922. Hadewich is overleden na 958, minstens 36 jaar oud. Hadewich trouwde met Hugo de Grote Hertog van Francie. Hugo is geboren omstreeks 895. Hugo is overleden op 17-06-956, ongeveer 61 jaar oud.
IV. Hendrik I de jongere hertog van Beieren, geboren omstreeks 920. Hendrik is overleden op 01-11-955 in Nordhausen, ongeveer 35 jaar oud.
Notitie bij Hendrik: Door zijn moeder Mathilde naar voren geschoven om koning te worden omdat Otto niet als koningszoon was geboren. Dat was Hendrik wel. Veel vooraanstaande uit de Saksische adel waren het met Mathilde eens en kozen partij voor Hendrik. In 939 brak een opstand uit tegen Otto. Die werd door hem met harde hand neergeslagen. In 954 brak een nieuwe opstand uit waarbij ook de nog jonge zoons van Wichman de Oude, Wichman de Jonge en Egbert Eénoog waren betrokken. Die opstand was echter voornamelijk gericht tegen hun oom Herman die na het overlijden van Wichman de erfelijke rechten tot zich trok.
V. Bruno van Duitsland, geboren in 05-925 (zie 136560).
273128 Wichman de oudere Billung, geboren omstreeks 910. Wichman is overleden in 944, ongeveer 34 jaar oud.
Notitie bij Wichman: Wichman bezat een groot graafschap in de Elbe-Weser regio, graaf van de Bardengau.
Zijn kinderen waren vermoedelijk nog jong toen Wichman stierf en zij zouden zijn opgegroeid, na 944, aan het hof van keizer Otto I, waarvan zij neven waren.
Zie: http://www.manfred-hiebl.de/genealogie-mittelalter/richenza_von_northeim_erbin_von_harsefeld.html
Hij trouwde met
273129 Beatrice van Ringelheim.
Notitie bij Beatrice: Moet dezelfde zijn als Bia.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Egbert II Eénoog von Billung, geboren omstreeks 935 (zie 136564).
II. Wichman II de jonge Billung, geboren omstreeks 940. Wichman is overleden in 967, ongeveer 27 jaar oud.
Notitie bij Wichman: Is jong gestorven en had uitsluitend dochters.
279424 Arnulf I van Kamerijk.
Hij trouwde met
279425 Bertha van den Betuwe.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Otto van Kamerijk van Looz. Otto is overleden vóór 1011.
Notitie bij Otto: Komt ook voor als Odo van Kamerijk.
Otto trouwde met Liutgard van Namen.
II. Rodger van Kamerijk (zie 139712).
III. Hugo van Kamerijk.
IV. Arnulf II van Kamerijk van Valenciennes.
V. Reiner van Kamerijk.
VI. Robert van Kamerijk.
VII. Alpaides van Kamerijk.
279428 Immed van de Betuwe, geboren omstreeks 950. Immed is overleden op 27-01-983, ongeveer 33 jaar oud.
Notitie bij overlijden van Immed: Overlijdensdatum ook vermeld als 29-01-990
Notitie bij Immed: Stamt uit een vooraanstaand Saksisch geslacht.
Graaf van de Betuwe, Duffelgouw en Hettergouw.
Meer informatie in publicaties van Johanna M van Winter en Hein Jongbloed.
Hij trouwde, ongeveer 25 jaar oud, omstreeks 975 met de ongeveer 23-jarige
279429 Adela van Hamaland, geboren in 952. Adela is overleden in 08-1017 in Keulen, 64 of 65 jaar oud.
Notitie bij Adela: Was de laatste gravin van Hamaland.
Sloet nr 143: 6 oktober 1016. Gravin Adela doet den West-Saksische graaf Wichman vermoorden; de Houberg wordt belegerd die door Adela, daar Balderik was gevlucht, wordt verdedigd. Zij geeft zich over, met lijfsbehoud, waarna het slot wordt verwoest. Balderik en Adela verliezen hun goederen.
Sloet nr 145 jaar 1017. Na de dood van Adela verdelen haar zoon Meinwerk en haar dochter Adela, die non was in de abdij van Elten, de goederen die in de Nederlanden waren gelegen.
Adela trouwde (2), 43 of 44 jaar oud, op 18-12-996 met Balderik graaf Duffelgouw (±965-1021), ongeveer 31 jaar oud.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Meinwerk bisschop van Paderborn, geboren omstreeks 975. Meinwerk is overleden op 05-06-1036, ongeveer 61 jaar oud.
Notitie bij Meinwerk: Bisschop van Paderborn
Hij was bevriend met keizer Hendrik II.
Uit: http://www.heiligen.net/heiligen/06/05/06-05-1036-meinwerk.php
Na de dood van bisschop Rotharius van Paderborn, werd hij tot opvolger benoemd. Op 13 maart 1009 ontving hij in Goslar de bisschopswijding uit handen van bisschop Willigis van Mainz († 1011; feest 23 februari).
Spoedig daarna vertrok hij naar zijn nieuwe standplaats, waar hij met veel eerbied en vriegde door zijn nieuwe kudde werd ingehaald. De kathedraal, die nog stamde uit de tijd van Karel de Grote († 814), bleek echter tot een ruïne vervallen te zijn. Onmiddellijk toog hij aan het werk, liet de nieuwbouw, waarmee zijn voorganger juist begonnen was, weer afbreken, omdat hij het allemaal te klein vond, en legde het fundament voor een imposant godshuis.
Intussen visiteerde hij zijn bisdom en ging overal persoonlijk poolshoogte nemen van de situatie. Intussen vond hij nog tijd om keizer hendrik aan het hof bij te staan en raad te geven in de oorlogen, die juist uitgebroken waren en om enkele bisschopssynodes bij te wonen. Overal waar hij kwam, wist hij geld en goederen los te krijgen voor de bouw van zijn kerk. Op 13 februari 1013 werd Hendrik in Rome door de paus tot keizer gekroond. Bij diezelfde gelegenheid ontving hij uit handen van de paus een grote hoeveelheid relieken voor zijn kerk. Op de terugweg gingen Hendrik en Meinwerk langs klooster Cluny in Bourgondië. Van daar nam hij dertien monniken mee om in zijn bisdom een nieuw klooster te beginnen. Dat is de stichting van klooster Abdinghofen in 1015. Siegward (of Sigehard) werd er tot eerste abt aangesteld. In dezelfde tijd vernam Meinwerk, dat de kloosterlijke geest in de beroemde abdij van Corvey aan de Weser ernstig in verval was. Hij zette abt Wallon, die daarvoor verantwoordelijk werd gehouden af, en benoemde Druthmar († 1046; feest † 15 februari & 13 augustus), aan wie hij een aantal wijze lessen en regels meegaf.
In september was de nieuwe kathedraal klaar en op 15 september van dat jaar werd ze plechtig ingewijd. Ook de domschool bracht hij weer tot bloei.
Het jaar daarop werd Meinwerk getroffen in zijn persoonlijk leven. Zijn moeder, die na de dood van Imad hertrouwd was met een edelman Baudry, had zich door haar nieuwe echtgenoot op laten stoken om haar andere zoon Diedrik om het leven te brengen. De keizer wilde haar de doodstraf toedienen, maar op verzoek van Meinwerk schonk hij haar gratie. Wel werden al haar goederen verbeurd verklaard en kwamen ten goede aan goede doelen. Zowel Baudry als moeder zouden later ellendig aan hun komen.
Meinwerk bleef de rest van zijn leven actief; hij stichtte kerken en kloosters, en bleef ook aan het hof verbonden onder keizer Hendrik’s opvolger Koenraad. Hij stierf op 11 juni, pinksterzaterdag, van het jaar 1036. Hij werd als bisschop opgevolgd door Rudolf van Hersfeld.
In 1376 werd zijn stoffelijk overschot tot de eer der altaren verheven.
II. Diederik I graaf van Hamaland van de Betuwe, geboren omstreeks 978 (zie 139714).
III. Emma van de Betuwe, geboren omstreeks 980. Emma is overleden op 03-12-1038, ongeveer 58 jaar oud. Emma trouwde met Liudger von Sachsen Billung. Liudger is een zoon van Herman 1 Hertog van Saksen Billung (zie 136456) en Oda. Liudger is overleden op 26-02-1011.
Notitie bij Liudger: Graaf van Lesum. Komt in 1001 voor als graaf in Westfalen en graaf in Engern.
IV. Azela (Adela) van de Betuwe, geboren omstreeks 980. Azela is overleden na 1017, minstens 37 jaar oud.
Notitie bij Azela: Kanunnikse in Elten
V. Glismod van de Betuwe, geboren omstreeks 985. Glismod is overleden omstreeks 1040, ongeveer 55 jaar oud.
Notitie bij Glismod: Gehuwd met een graaf uit Beieren.
Glismod:
(1) trouwde met Reding graaf van Beieren.
(2) trouwde met Adalbert van Oostenrijk.
279430 Unroch van Teisterbant.
Kind van Unroch uit onbekende relatie:
I. NN van Teisterband (zie 139715).
279456 Gozelo van Ardennengouw.
Hij trouwde met
279457 Oda van Metzgouw.
Kind uit dit huwelijk:
I. Godfried van Verdun, geboren omstreeks 937 (zie 139728).
279458 Herman 1 Hertog van Saksen Billung (dezelfde als 136456 in generatie 18).
Hij trouwde (2) met
279459 Hildegard van Karolingen (dezelfde als 136457 in generatie 18).
279468 Heribert van Kinziggouw.
Hij trouwde met
279469 Irmentrud van Lotharingen.
Kind uit dit huwelijk:
I. Otto I heer van Zutphen graaf in Neder Lahngau, geboren in 975 (zie 139734).
279470 Godfried van Verdun (dezelfde als 139728 in generatie 18).
Hij trouwde (2), ongeveer 25 jaar oud, in 962 met de ongeveer 23-jarige
279471 Mathilde von Saksen Billung (dezelfde als 139729 in generatie 18).

Generatie 20 (edelovergrootouders)

545792 Dirk I, graaf in Frisia, geboren omstreeks 875. Dirk is overleden op 05-10-939 in Andernach, ongeveer 64 jaar oud.
Notitie bij Dirk: Dirk I ( Thidericus Fresonie) was graaf over een aantal gebieden in de kuststreek van het latere graafschap Holland. De grafelijke rechten over Kennemerland en Rijnland erfde hij van Gerolf. Wegens zijn steun aan koning Karel de Eenvoudige tijdens een opstand kreeg Dirk I de kerk van Egmond met alle daarbij behorende goederen. De bezittingen van de kerk van Egmond lagen ten noorden van de gebieden die hij van Gerolf had geërfd en aansluitend. Hij stichtte te Egmond een klooster voor nonnen. Dit was het begin van de tegenwoordige Abdij van Egmond. Dirk was getrouwd met Gerberga van Hamaland (Geva).
Zijn overlijden in de slag bij Andernach is een vermoeden.
Zie ook M D Teenstra: Breedvoerige tijdrekening enz.:
In 922 begint het grafelijk bewind in Holland. Dirk I, zoon van Gerolf, wordt door koning Karel de Eenvoudige, bij giftbrief van 15 juni, bevestigd, waarbij hij de kerk van Egmond verkrijgt met alle daartoe behorende rechten, lieden, landen, bosschen enz.
Daarnaast verkreeg hij het bezit van zijn vader.
Uit http://ijpelaan.nl/Archief/Graven/Dirk-I.html
Geboortedatum onbekend, overleden op 6 oktober, misschien in het jaar 936. Zoon van wellicht Gerulf II. Genoemd in oorlonden 916, mogelijk tot 949. Kinderen: onwaarschijnlijk Dirk II. Verwijst voor gegevens naar Nijhoffs Geschiedenislexicon, 1981; Genealogie van de graven van Holland, 1954; Biographisch woordenboek der Nederlanden, 1858; Nieuw Nederlandsch Biographisch woordenboek, 1911; Annales Egmundensis;
De oudste gegevens staan in het Latijn vermeld in de Annales Egmundenses. Omtrent de aanduiding van plaatsen in het Latijn en de vertaling in het Nederlands bestaan grote verschillen van mening. (Zie hierover wat anderen, o.a. J. Bolhuis van Zeeburgh hierover heeft geschreven.) AE 863: Annales Egmundenses : 863. Karel de Kale en graaf Dirk :
«Iste Karolus Calvus Pii Ludovici filius rex quando esset imperator Theoderico comiti largitus est Ekmundam cum pratis, silvis et omnibus aliis que inter Forthrapa et Suithertes nunc posteri eius possident anno Domini DCCCLXIII.»
Bron : Alcuinus, Vita Willibrordi; Vita Adalberti.
Hier staat dat Karel de Kale, zoon van Lodewijk de Vrome een schenking doet aan Theoderico genaamd Ekmundam en grond gelegen tussen Forthrapa en Suithertes. Zie ook Albert Delahaye;
Deze gronden kunnen NIET in Frisia of Fresia hebben gelegen, want dat gebied was niet van Karel de Kale. Frans Vlaanderen echter wel. En dan moet Ekmundam NIET vertaald worden met Egmond, maar met Emunde, zoals ook in de oorkonde van 922 staat. Emunde is de monding van de Aa, welke rivier vanaf St. Omaars naar de vesting Grevelingen stroomt en aldaar in zee uitmondt. (Frans Vlaanderen) Suithertes is Sutrachia ten zuiden van Terwaan, in het FransThérouane. Dirk als graaf van Kennemerland kan dus niet.
Opmerking Anne Post:
Het gebied grenst echter WEL aan het toenmalige Frisia en uit latere oorkonden in andere gebieden zien we eenzelfde soort constructie. (Oorkonde 15 mei 1040 Bisschop van Utrecht verkrijgt landgoederen gelegen in het bisdom Münster, welke echter wel aansluiten bij zijn eigen bisdom)
Maar er is nog een andere reden waarom het wel juist is. Na het overlijden van Lodewijk het Kind in 911 wordt het Frankische Rijk opneiuw verdeeld. In 916 pleiten Walter en Dirk, zonen van Gerulf, in Herstal ten gunste van Karel de Eenvoudige. In 918, na het overlijden van Koenraad, kiezen de Lotharingers ook voor Karel de Eenvoudige. Met andere woorden, Frisia behoorde na 911 wel degelijk tot West Francie.
Hij trouwde met
545793 Gerberga van Hamaland.
Kind uit dit huwelijk:
I. NN (Gerulf??) van Frisia, geboren omstreeks 900 (zie 272896).
545796 Boudewijn II van Vlaanderen, geboren omstreeks 864. Boudewijn is overleden op 10-09-918, ongeveer 54 jaar oud. Hij is begraven in Gent.
Notitie bij Boudewijn: Zie: Karel de Grote nakomelingen Reeks 1.
Nam na afloop van invallen van de Noormannen in de jaren 879-883 gronden en rechten in bezit in de hele streek tussen Schelde en Artois. Wordt als grondlegger van Vlaanderen als territoriaal vorstendom bestempeld. Wisselde herhaaldelijk van partij in de strijd tussen de diverse Westfrankische koningen en liet aartsbisschop Fulco van Reims (900) en graaf Heribert I van Vermandois (vóór 907) vermoorden. Richtte een groot aantal burchten op ter bescherming van zijn gebied.
Hij trouwde, ongeveer 20 jaar oud, omstreeks 884 met
545797 Aelfthryth van Wessex.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Adalbert van Vlaanderen.
Notitie bij Adalbert: Bisschop van Parijs en proost van Tronchiennes.
II. Arnulf I de Grote van Vlaanderen, geboren omstreeks 888 (zie 272898).
545798 Herbert II van Vermandois.
Hij trouwde met
545799 Liutgarde van Neustrie.
Kind uit dit huwelijk:
I. Adela van Vermandois, geboren omstreeks 912 (zie 272899).
545824 Egbert Billung, graaf van de Wetigau, geboren omstreeks 865. Egbert is overleden omstreeks 930, ongeveer 65 jaar oud.
Notitie bij Egbert: Verkrijgt van koning Arnulf, vanwege zijn militaire ondersteuning in de veldtocht tegen de Moraven, een buitengewone rijke gift van 66 koninklijke hoeven in de graafschappen tussen de Leine en de boven Weser in de Bardengau, aan de Elbe.
Egbert erfde de grafelijkheid in Frisia tussen Lauwers en Eems.
Hij trouwde met
545825 Ida van Herfort.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Mathilde van de Wetigau.
II. Egbert van de Wetigau, geboren omstreeks 890 (zie 272912).
545828 Lodewijk II (de stamelaar) van Karolingen, geboren op 01-11-846. Lodewijk is overleden op 10-04-879 in Compiegne, 32 jaar oud.
Hij trouwde met
545829 Adelheid van Parijs.
Kind uit dit huwelijk:
I. Karel III (de eenvoudige) van Karolingen, geboren op 17-09-879 (zie 272914).
545830 Edward I (koning) van Engeland.
Kind van Edward uit onbekende relatie:
I. Eadgyfu van Engeland (zie 272915).
546176 Burchard III van Hassegau, geboren omstreeks 880. Burchard is overleden in 936, ongeveer 56 jaar oud.
Kind van Burchard uit onbekende relatie:
I. Dedi van Hassegau, geboren omstreeks 900 (zie 273088).
546216 Hendrik I de Vogelaar van Duitsland (dezelfde als 273120 in generatie 19).
Hij trouwde (2), 32 of 33 jaar oud, in 909 met de ongeveer 13-jarige
546217 Mathilde van Ringelheim (dezelfde als 273121 in generatie 19).
546218 Rudolf II koning van Bourgondie. Rudolf is overleden in 937.
Hij trouwde met
546219 Berta von Schwaben.
Kind uit dit huwelijk:
I. Adelheid van Bourgondie (zie 273109).
546240 Otto van Sachsen, geboren omstreeks 835. Otto is overleden op 30-11-912, ongeveer 77 jaar oud. Hij is begraven in Gandersheim, Stiftskerk.
Notitie bij Otto: Graaf in Süd Thüringergau. Hertog van Sachsen vanaf ca 903.
Hij trouwde met
546241 Hadewich van Babenberg.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Thankmar van Sachsen, geboren vóór 876. Thankmar is overleden vóór 912.
II. Liudolf van Sachsen, geboren vóór 876. Liudolf is overleden vóór 909.
Notitie bij Liudolf: Toen zijn broer Hendrik trouwde met Mathilde, was Hendrik de enige zoon van Otto van Sachsen die nog in leven was.
III. Hendrik I de Vogelaar van Duitsland, geboren in 876 (zie 273120).
IV. Oda van de Hessengau (Saksen), geboren omstreeks 878 (zie 558915).
V. Liutgard van Sachsen, geboren omstreeks 880. Liutgard is overleden op 21-01-923, ongeveer 43 jaar oud.
546242 Dietrich (Theoderich) van Ringelheim, geboren omstreeks 866. Dietrich is overleden na 916, minstens 50 jaar oud.
Notitie bij Dietrich: Graaf van Ringelheim; bisschop van Paderborn.
Hij trouwde, ongeveer 24 jaar oud, omstreeks 890 met de ongeveer 15-jarige
546243 Reginhild (Reinhilde) van Denemarken, geboren omstreeks 875. Reginhild is overleden op 11-05-932, ongeveer 57 jaar oud.
Notitie bij Reginhild: Van Reginhild of Reinhilde is niet meer bekend dan dat zij uit een Fries/Deens geslacht stamde. Bekend is dat van ouds de Friese en Deense vorstengeslachten veel contact hadden en dat er onderling uitgehuwelijkt werd. Friezen en Denen gingen vriendschappelijk met elkaar om. Als er dan vanaf ongeveer 800 de zogenaamde Noormannen de streken langs de Noordzee, Frisia en Engeland binnenvallen, dan is dat niet gericht tegen de Friezen, maar tegen de bezetters, de Franken. De Denen beroven voornamelijk goederen die de Franken in bezit hebben genomen en steken de kerken in brand. Omdat de Friezen geen tegenstand boden konden de Denen tot diep in het Frankisch gebied, tot voorbij Keulen, opdringen. Eén van die Denen, bekend als Godfried de Zeekoning, was, evenals een paar voorgangers van hem, door een overeenkomst met de Frankische koning, leenman van grote delen van Frisia geworden. In 885 zond hij zelfs eisen naar de keizer via de Friese graven Gerulf en Gardulf. Dat betekent dat Godfried de Deen deze beide Friese graven goed kende en waarschijnlijk hadden zij familiebanden. Gerulf en Gardolf zijn te traceren in West Frisia, Gerulf met bezit in de gouw Oostergo en in de gouw Sudergo was Gardolf graaf. Reginhilde moet geboren zijn omstreeks 875 en haar ouders moeten dan rond die tijd in het gebied Midden Frisia gezocht worden. Gelet op de tijdbalk zou dan een telg van graaf Gerhart in aanmerking komen. Graaf Gerhart zelf moet een zoon zijn van graaf Gerulf I. Deze is een tijdgenoot van Reginhild van Denemarken, dochter van vorst Horik I van Denemarken. Deze Horik was ook leenman van gebieden in Frisia. Mogelijk is zijn dochter Reginhild getrouwd met graaf Gerulf I en komt de naam Reginhild in het nageslacht terecht. Voormelde graaf Gerhart zou een dochter Reginhild of Reinhilde gehad kunnen hebben welke na 855 is getrouwd met Godfried de Zeekoning, die op dat moment weer terug was in Frisia, na tevergeefs een gooi te hebben gedaan naar het Deense koningschap. Reinhilde en Godfried kunnen ook een dochter hebben gekregen die zij Reginhild hebben genoemd en zo’n dochter zal een uitstkende partij zijn geweest voor Dietrich van Ringelheim. Maar er zijn meerdere constructies denkbaar.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Amalrada van Ringelheim.
Notitie bij Amalrada: Stamt af uit het geslacht van Widukind, een krachtige tegenstander van Karel de Grote.
Amalrada trouwde met Eberhart graaf van Hamaland. Eberhart is overleden in 966.
II. Friederuna. Friederuna is overleden in 916. Friederuna trouwde met Wichman. Wichman is een zoon van Billung, graaf. Wichman is overleden in 944.
III. Bia.
Notitie bij Bia: Moet dezelfde zijn als Beatrice.
IV. Ruotbert. Ruotbert is overleden in 956.
Notitie bij Ruotbert: Was aartsbisschop van Trier van 931 tot 956.
V. Lantbert.
VI. Beatrice van Ringelheim (zie 273129).
VII. Mathilde van Ringelheim, geboren omstreeks 896 (zie 273121).
546256 Egbert van de Wetigau (dezelfde als 272912 in generatie 19).
Hij trouwde met
546257 NN van Stade (dezelfde als 272913 in generatie 19).
546258 Dietrich (Theoderich) van Ringelheim (dezelfde als 546242).
Hij trouwde, ongeveer 24 jaar oud, omstreeks 890 met de ongeveer 15-jarige
546259 Reginhild (Reinhilde) van Denemarken (dezelfde als 546243).
558850 Nevelung van den Betuwe.
Kind van Nevelung uit onbekende relatie:
I. Bertha van den Betuwe (zie 279425).
558856 Irminfried van Kleef.
Notitie bij Irminfried: Zie Annalen des Historischen Vereins für den Niederrhein. Hein H. Jongbloed.
Hij trouwde met
558857 Gisela (Keila) van Thuringen.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Ricfried van Kleef.
II. Immed van de Betuwe, geboren omstreeks 950 (zie 279428).
558858 Wichman IV van Hamaland, geboren in 927. Wichman is overleden vóór 975, ten hoogste 48 jaar oud.
Notitie bij overlijden van Wichman: Overleden op 20 juni in een jaar voor 975.
Notitie bij Wichman: Graaf van Hamaland (de Liemers en de Graafschap)
Was een van de aanzienlijkste heersers aan de Nederrijn.
Zeer rijk en van buitengewoon oude adel.
Stichtte het vrouwenklooster Elten (voor adellijke vrouwen) in 968, na de dood van zijn zoon en beoogd opvolger Wichman.
In een oorkonde van 29 juni 968 schenkt keizer Otto I aan het stift Elten alles wat graaf Wichman op Urk, in Salland en in de graafschappen Naardingerland en Hamaland van hem in leen had gehouden.
Op 3 augustus 970 bevestigde keizer Otto de giften die graaf Wichman aan het klooster had gedaan, waaronder ook de inkomsten uit Hunsingo, Fivelgo, Marne en Middagsterland.
Hij trouwde, ongeveer 20 jaar oud, omstreeks 947 met de ongeveer 12-jarige
558859 Liutgard van Vlaanderen, geboren in 935. Liutgard is overleden op 15-10-962, 26 of 27 jaar oud.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Liutgard van Hamaland, geboren omstreeks 950. Liutgard is overleden omstreeks 995, ongeveer 45 jaar oud.
Notitie bij Liutgard: Was de eerste abdis van het door haar vader gestchte jufferenstift Elten in 968.
Schonk haar aandeel in de erfenis van haar vader aan dit klooster, even na 973.
Liutgard trouwde met Gozelo van Aspel. Gozelo is geboren omstreeks 950. Gozelo is overleden na 1015, minstens 65 jaar oud.
Notitie bij Gozelo: Graaf van Hamaland en de Lüttichgau, Heer van Hengebach -1011 en Aspel, zoon van Richard I (Richiso, Richarri, Richwin) van Metz en Ermentrudis van Hamaland, geboren ±960 Aspel, overleden na 1015
II. Adela van Hamaland, geboren in 952 (zie 279429).
III. Wichman V van Hamaland, geboren in 958. Wichman is overleden in 966, 7 of 8 jaar oud.
558914 Gerhard van Metz van de Gulikgouw, geboren omstreeks 870. Gerhard is overleden op 22-06-910, ongeveer 40 jaar oud.
Hij trouwde met
558915 Oda van de Hessengau (Saksen), geboren omstreeks 878. Oda is overleden na 952, minstens 74 jaar oud. Oda is weduwe van Zwentibold, koning van Lotharingen (±870-900).
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Oda van Metzgouw (zie 279457).
II. Benedicta.
Notitie bij Benedicta: Benedicta en Cecilia werden abdis van de abdij te Susteren.
III. Cecilia.
IV. Wigfried van Gulikgouw, geboren omstreeks 900. Wigfried is overleden op 09-07-953, ongeveer 53 jaar oud.
Notitie bij Wigfried: Aartsbisschop van Keulen 924-953.
V. Godfried van Lotharingen, geboren omstreeks 905 (zie 1117878).
558936 Koenraad I van Elzas.
Kind van Koenraad uit onbekende relatie:
I. Heribert van Kinziggouw (zie 279468).
558938 Megingoz van NN.
Hij trouwde met
558939 Gerberga van Lotharingen.
Notitie bij Gerberga: Vermeld in de "Vita Adelheidis".
Adel heid was de eerste abdis van het klooster te Vilich bij Bonn. Het klooster werd omstreeks 978 gesticht door haar ouders, Megingoz en zijn vrouw Gerberga, kort na het overlijden van hun enige zoon Godfried. Gerberga, de echtgenote van Megingoz wordt in de Vita een dochter genoemd van “hertog Godfried”, filia exstitit ducis cuiusdam nomine Godefridi.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Irmentrud van Lotharingen (zie 279469).
II. Alverada van Lotharingen.
III. Godfried van Lotharingen. Godfried is overleden in 977. Godfried bleef kinderloos.
IV. Bertrade van Lotharingen.
V. Adelheid van Lotharingen.

Generatie 21 (edelbetovergrootouders)

1091584 Gerulf II graaf in Frisia, geboren omstreeks 850. Gerulf is overleden na 889, minstens 39 jaar oud.
Notitie bij Gerulf: Vermeld 885-889 als comes Fresonum.
De ligging van zijn graafschap is niet bekend. Maar zie hiervoor: http://www.altejeda.com/V4.0/storias/view/21
Ook bekend als Gerulf de jongere.
Graaf van Kennemerland en Teisterbant. Verkregen in 889 als beloning. Dit graafschap was daarvoor in bezit van de Deense graaf Rorik. (Annales Fuldensis)
Zie over Gerulf de oudere en Gerulf de jongere: www.genealogie-mittelalter.de;
Zie ook: Friesland in de middeleeuwen van Halbertsma.
- comites Fresonum worden Gerulf en Gardulf door Regino van Prum genoemd, wanneer dit tweetal - wellicht waren het broers - als legati van de Deen Godfried in het jaar 885 diens eisen aan keizer Karel in komen overbrengen. Gerulf stamde niet uit Teisterbant, het gebied aan weerszijden van de Waal stroomafwaarts Tiel, en hoorde evenmin van huisuit bij de Betuwse adel. Als afgezant van Godfried had hij zijn heer verraden, maar dankzij Gerulfs list had men zich van de zo gevaarlijke Deen kunnen ontdoen tijdens de in scene gezette samenspraak te Spijk bij Lobith. Na deze opzienbarende gebeurtenis - wij komen er nog op terug - stond Gerulf in groot aanzien en hij was er de man niet naar de vogels over het net te laten vliegen. Tijdens het gezagsvacuum dat op de uitschakeling van Godfried in de rijndelta volgde, maakte hij in 889 de koning van het Duitse deelrijk, Arnulf van Karinthie (887-899), een reeks van domeingoederen grafelijke rechten door tussenpersonen te laten waarnemen, in casu vertegenwoordigers van de hier vanouds het grafelijke gezag uitgeoefend hebbende families. In dit geval zouden de comites Fresonum, Gerulf en Gardulf, over andere graafschappen dan Kennemerland het bewind hebben gevoerd, ook al vond Godfried beiden bereid als diens legatus op te treden. Misschien hadden zij ook wel geen andere keus en moesten zij zich de status van vazallen laten welgevallen. Wij zullen trouwens nog aannemelijk maken dat Gerulfs voorzaten uit het Friesland tussen Vlie en Lauwers stamden en daarmede is ook het feit in overeenstemming dat de latere graven van Holland in hun eigen graafschap zo weinig allodiale grond bezaten. Gerulf zal zijn betrekkelijk wankele positie in Kennemerland zelf het beste hebben beseft en haastte zich dan ook hierin verbetering te brengen. Hoogstwaarschijnlijk maakte hij zich meteen al meester van Godfrieds beneficia en zijn het deze welke in 889 door de koning in propria werden omgezet. Hij beperkte zich echter niet tot Kennemerland. Op de goederen tussen de monding van de Oude Rijn en de Swithardeshaga volgt et in loco qui dicitur Bodokenlo hobam unam. Op taalkundige gronden is er geen enkel bezwaar tegen dit oord te vereenzelvigen met Boekel bij Akersloot. De omschrijving geeft al aan dat Bodokenlo niet ten zuiden van de Swithardeshaga lag doch men zou ook aan een ligging in Teisterbant kunnen denken, waar zich ook alle andere, vervolgens opgesomde plaatsen bevinden. Met Koch zijn wij namelijk van oordeel dat met het op Bodokenlo volgende Alburch, Aalburg bij Heusden wordt bedoeld.Voor het dan volgende Hornum hebben wij geen oplossing doch het eveneens onvindbaar gebleven Huvi moet wel hetzelfde oord zijn als Huivi, waar een deel van de Teisterbantse bezittingen lagen van de abdij te Prum, vermeld in een uit het jaar 893 daterend register, in een bewerking van Caesarius tot ons gekomen. Blok heeft daar in zijn studie over Teisterbant al op gewezen. Het dan weer komende Teole, waar de graaf mansam unam verwierf, moet wel Tiel zijn. Hekkesluiter is Aske - Asch bij Buren, in het hart van Teisterbant. De Tielse hoba, die weer moet worden opgevat als een buurschap met alle daaraan verbonden gebruiks- en heerlijkheidsrechten, zou wel eens het corpus van het Tielse St. Walburgsklooster kunnen hebben uitgemaakt, in welk geval de schenking van deze hoba een nadere datering voor de kloosterstichting oplevert - na 889, doch voor 892. Gerulf kan hierbij nauwelijks meer een rol hebben gespeeld. Veeleer kan het de bedoeling van graaf Waldger zijn geweest de stichting van het klooster ten goede te laten komen aan het zieleheil van zijn vader, en om zijn ouders in de kloosterkapel bij te zetten, zoals dit zeker ook zal zijn geschied met graaf Waldger zelf, diens gade en hun zoon, Radbodo. De voorzaten van Gerulfs waren daarentegen geworteld in veel noordelijker streken, wij zullen deze aanstonds nog in het Friese Westergo op het spoor komen De Friese eenden die de Deense ganzen in de Teisterbantse waren komen aflossen, werden door de omwonenden wel geduld maar niet bijgevoederd. De klassieke list die Waldger te baat nam teneinde voorgoed af te rekenen met hertog Everhard - een jachtpartij bood hem daartoe de gelegenheid - illustreert hoe hoog de spanning tussen de Friese homo novus en de vanouds in het stroomgebied van de grote rivieren de boventoon gevoerd hebben de geslachten gerezen was. Everhard, bijgenaamd Saxo, behoorde namelijk tot de aanzienlijksten van Hamaland en zelfs tot de rij aristocratie. Betrokken bij een poging, het in 881 door de Noormannen bezette palatium te Nijmegen te heroveren, was hij door Godfried gevangen genomen en tegen een zeer hoog losgeld weer vrijgelaten. De daarbij ondergane vernederingen hadden Everhard met wrok vervuld, zodat de samenzweerders hem in 885 bereid gevonden hadden de Deen de eerste zwaardhouw toe te dienen. Op een en ander zullen wij nader terugkomen. Als vechtersbazen waren Everhard en Waldger zeker aan elkaar gewaagd, hetgeen onze verwondering niet wegneemt dat de dood van de hertog onverzoend bleef - Waldger moet wel zeer machtig geweest zijn. De koning volstond met het benoemen van Everhards broer Megin hard tot dux.77
Kinderen van Gerulf uit onbekende relatie:
I. Waldger van Frisia.
Notitie bij Waldger: Citaat: Waldger had zijn machtige positie in beginsel te danken gehad aan zijn vader Gerulf.
Vermoorde Everhard de Saks.
Waldger trouwde met Alberada.
II. Reginhilde van Frisia, geboren omstreeks 870.
III. Dirk I, graaf in Frisia, geboren omstreeks 875 (zie 545792).
1091592 Boudewijn I graaf van Terwaan. Boudewijn is overleden op 21-01-879.
Notitie bij Boudewijn: Boudewijn I met de IJzeren Arm, graaf van Terwaan 866, bestuurder van de gouwen Kortrijk, Aardenburg en West-Vlaanderen en mogelijk Mempiscus (tussen Gent en Kortrijk). Hij verloor in 862 na zijn schaking van Judith van West-Francië zijn graafschappen maar verzoende zich met haar vader keizer Karel de Kale en werd in 864 opnieuw aangesteld tot graaf in de gouwen Vlaanderen, Waas en Gent en na 866 in de streek Sint-Omaars (Ternois). Leke-abt St. Pietersabdij te Gent 870. Toezichthouder en raadgever van kroonprins Lodewijk (de Stamelaar) bij het vertrek van Karel naar
Italië.
Hij trouwde op 13-12-863 in Auxerre met de ongeveer 19-jarige
1091593 Judith van West Francie, geboren omstreeks 844. Judith is overleden na 870, minstens 26 jaar oud. Judith trouwde (1) met Aethelwulf van Wessex. Judith trouwde (2) met Aethlebald van Wessex.
Kind uit dit huwelijk:
I. Boudewijn II van Vlaanderen, geboren omstreeks 864 (zie 545796).
1091594 Alfred I koning van Engeland.
Hij trouwde met
1091595 Elswitha van Gainsborough.
Kind uit dit huwelijk:
I. Aelfthryth van Wessex (zie 545797).
1091648 Wichman III Billung, graaf van de Wetigau, geboren omstreeks 820. Wichman is overleden op 02-02-880, ongeveer 60 jaar oud.
Notitie bij Wichman: Zoons van Wichman II verdelen de nalatenschap van hun vader.
Wichman III krijgt de goederen van vaders kant en Meginhard II die van moeders kant.Zie:
http://www.graafschap-middeleeuwen.nl/hamaland/wichman-ii-hamaland.html
Wichman wordt de stamvader van de hertogen van Saksen.
Na het verdrag van Verdun zal Wichman II, met goedvinden van koning Lotharius I, de grafelijkheid in het Friese gebied tussen Lauwers en Eems hebben verkregen, met daarnaast bezit van leengoederen en eigen goederen uit de erfscheiding.
Wichman sneuvelde in de strijd tegen de Denen in het beneden Elbe gebied.
Hij trouwde met
1091649 Imhilde Amelungs dochter, geboren omstreeks 820.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Adelbert van de Wetigau.
II. Richild van de Wetigau.
III. Egbert Billung, graaf van de Wetigau, geboren omstreeks 865 (zie 545824).
1091656 Karel II (de kale) van Karolingen, geboren op 13-06-823. Karel is overleden op 06-10-877 in Avrieux, 54 jaar oud.
Hij trouwde met
1091657 Ermentrudis, geboren omstreeks 830. Ermentrudis is overleden omstreeks 869, ongeveer 39 jaar oud.
Kind uit dit huwelijk:
I. Lodewijk II (de stamelaar) van Karolingen, geboren op 01-11-846 (zie 545828).
1092352 Burchard II van Grabfeld, geboren omstreeks 857. Burchard is overleden op 03-08-908, ongeveer 51 jaar oud.
Kind van Burchard uit onbekende relatie:
I. Burchard III van Hassegau, geboren omstreeks 880 (zie 546176).
1092480 Liudolf hertog van Sachsen, geboren omstreeks 800.
Hij trouwde met
1092481 Oda von Billung.
Kind uit dit huwelijk:
I. Otto van Sachsen, geboren omstreeks 835 (zie 546240).
1092482 Heinrich von Babenberg.
Hij trouwde met
1092483 Judith van Friaul.
Kind uit dit huwelijk:
I. Hadewich van Babenberg (zie 546241).
1092484 Waltbert graaf van Graingouw, geboren omstreeks 805. Waltbert is overleden in 872, ongeveer 67 jaar oud.
Notitie bij Waltbert: Stichter van Wildeshausen; graaf in Lerigouw
Waltbert trouwde (1) met Altburg.
Hij trouwde (2) met
1092485 Mathilde van Herfort. Mathilde is overleden in 915.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Dietrich (Theoderich) van Ringelheim, geboren omstreeks 866 (zie 546242).
II. Widukind van Graingouw.
III. Imed (Immed) van Graingouw.
IV. Reginberd van Graingouw.
1092486 [misschien] Godfried van Denemarken, geboren omstreeks 830. Godfried is overleden in 885, ongeveer 55 jaar oud.
Notitie bij overlijden van Godfried: Vermoord bij Heerspijk in de Betuwe.
Notitie bij Godfried: Ook vermeld als Godfried de Zeekoning.
Vermeld in 851 in welk jaar hij plundertochten onderneemt in de landen langs de Noordzee. hij vestigt zich in Normandië.
Vermeld in 881 als onderdrukker van de Friezen, samen met koning Siegfried van de Noren. Zij roven en branden van Frisia tot in België en langs de Rijn tot Trier.
Godfried laat zich in 882 dopen en krijgt een dochter van Lotharius als vrouw en een bruidschat, zijnde de landen die vroeger zijn oom Roruk in leen had.
Hij wordt in 885 vermoord door krijgslieden van markgraaf Hendrik. Het gezag van de Vikingen in deze streken neemt hiermee na 70 jaar een einde.
In 887 vaart koning Siegfried van Noorwegen de Seine op en gaat ook naar Friesland om zich in de rechten te stellen van de twee jaar eerder vermoorde Godfried. Hij wordt echter door de Friezen veslagen. Siegfried sneuvelt uiteindelijk bij Leuven in een strijd met Arnulf, hertog van Karinthië, een kleinzoon van Lodewijk de Duitser.
Godfried trouwde (2), ongeveer 52 jaar oud, in 882 met Gisla van Lotharingen.
Hij trouwde (1), ongeveer 30 jaar oud, omstreeks 860 met [misschien] de ongeveer 20-jarige
1092487 [misschien] Reginhilde van Frisia, geboren omstreeks 840. Reginhilde is overleden vóór 880, ten hoogste 40 jaar oud.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. [misschien] Reginmunt van Denemarken.
II. [misschien] Reginhart van Denemarken.
III. [misschien] Reginhild (Reinhilde) van Denemarken, geboren omstreeks 875 (zie 546243).
IV. [misschien] Reginbert, graaf in Frisia Westerlauwers, geboren omstreeks 875. Reginbert, is overleden na 945, minstens 70 jaar oud.
Notitie bij Reginbert,: Vermeld in 945. Is dan nog in leven.
Schenkt in de periode tussen 900 en 950 goederen gelegen in de omgeving van Franeker in Oostergo. In dezelfde periode hebben een Reginmunt en een Reginhart uitgebreide bezittingen rond Ternaard in Oostergo.
1117712 Ricfried van Kleef.
Kind van Ricfried uit onbekende relatie:
I. Irminfried van Kleef (zie 558856).
1117716 Meginhardt IV van Hamaland, geboren omstreeks 890. Meginhardt is overleden op 15-03-955 in Elten, ongeveer 65 jaar oud.
Notitie bij Meginhardt: Was in 898 minderjarig. Wordt in 921 als graaf vermeld.
Was graaf in Hamaland, Salland, Drenthe, Veluwe, Hunsego, Fivelgo en Naardinkland.
Overleden op de Eltenberg, de residentie van zijn zoon Wichman.
Kwam in opstand tegen koning Otto I in 938. waarna hem de grafelijke rechten zijn ontnomen.
Meginhardt trouwde (1) met Irmintrud.
Hij trouwde (2) met
1117717 Kunigunde.
Kind uit dit huwelijk:
I. Wichman IV van Hamaland, geboren in 927 (zie 558858).
1117718 Arnulf I de Grote van Vlaanderen (dezelfde als 272898 in generatie 19).
Hij trouwde, ongeveer 45 jaar oud, in 933 met de ongeveer 21-jarige
1117719 Adela van Vermandois (dezelfde als 272899 in generatie 19).
1117830 Otto van Sachsen (dezelfde als 546240 in generatie 20).
Hij trouwde met
1117831 Hadewich van Babenberg (dezelfde als 546241 in generatie 20).
1117872 Gebhard van Ufgouw. Gebhard is overleden vóór 948.
Kind van Gebhard uit onbekende relatie:
I. Koenraad I van Elzas (zie 558936).
1117878 Godfried van Lotharingen, geboren omstreeks 905. Godfried is overleden omstreeks 952, ongeveer 47 jaar oud.
Notitie bij Godfried: Paltsgraaf van Lotharingen vanaf 925, wanneer Lotharingen definitief aan het Duitse rijk wordt toegevoegd.
Vermeld in het gedenkboek van Remiremont met de namen van vrouw en kinderen.
"Gotefridus, Ermendrudis, Gotefridus, Gebehardus, Gerhardus, Adelardus,
Gerberga."
Godfried wordt voor het laatst vermeld in een oorkonde van keizer Otto I, getekend op 1 juni 949 in Nijmegen.
Hij trouwde met
1117879 Ermentrudis, geboren omstreeks 909.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Godfried van Lotharingen.
II. Gebhard van Lotharingen.
III. Gerhard van Lotharingen.
IV. Adelardus van Lotharingen, geboren omstreeks 925.
V. Gerberga van Lotharingen (zie 558939).

Generatie 22 (edeloudouders)

2183168 [waarschijnlijk] Dirk II graaf in Frisia, geboren omstreeks 825. Dirk is overleden in 880, ongeveer 55 jaar oud (oorzaak: gesneuveld in een strijd.).
Notitie bij overlijden van Dirk: Gesneuveld.
Kinderen van Dirk uit onbekende relatie:
I. [waarschijnlijk] Gerulf II graaf in Frisia, geboren omstreeks 850 (zie 1091584).
II. [waarschijnlijk] Gardolf, graaf in Frisia, geboren omstreeks 850. Gardolf, is overleden na 885, minstens 35 jaar oud.
Notitie bij Gardolf,: Wordt in 885 vermeld samen met graaf Gerulf de jongere, als afgezanten van Godfried de Deen (de Zeekoning) naar de Duitse keizer om zijn eisen voor te leggen.
Vermeld in een oorkonde van 966 als vroegere graaf van een gebied ten noorden van de rivier de Nagel boven Urk. (Sudergo in Frisia).
III. [misschien] Anna in Fresia.
Notitie bij Anna: Mogelijk ook Emma genaamd.
IV. [misschien] NN in Frisia, geboren omstreeks 852. NN trouwde, ongeveer 20 jaar oud, omstreeks 872 met Radboud V van Frisia, ongeveer 24 jaar oud. Radboud is geboren omstreeks 848. Radboud is overleden in 874, ongeveer 26 jaar oud.
2183186 Karel II de Kale, keizer van Francie, geboren op 13-06-823 in Frankfurt am Main. Karel is overleden op 06-10-877 in Maurienne, 54 jaar oud. Hij is begraven in Klooster Nantua, later Saint Denis.
Notitie bij Karel: Uit: Karel de Grote Reeks 1.
Vormt reeds vanaf 829 het middelpunt van handelen van zijn ouders om hem (in strijd met de als definitief bedoelde Ordinatio Imperii) een eigen rijk te bezorgen. Door zijn vader tot koning gekroond en aangesteld tot hertog van Maine-Quierzy in september 838 en van Aquitanië op 13-12-838. Strijdt na de dood van zijn vader samen met zijn halfbroer Lodewijk de Duitser tegen hun oudste broer Lotharius I die zij verslaan bij Fontenoy (bij Auxerre) op 25-06-841.
Verkrijgt West-Francië bij het verdelingsverdrag van Verdun in augusutus 843. Wordt na jarenlang verzet van de aristocratie in het hem toebedeelde rijksdeel alsnog door “bijna alle” wereldlijke en geestelijke groten van Aquitanië tot koning gekozen en door de aartsbisschop van Sens gezalfd en gekroond te Orléans in 848. Weet echter (o.a. door de voortdurende Noormannen-invallen) pas vanaf 860 een zekere consolidering te bereiken. Schaart zich van dan af, samen met Lodewijk de Duitser, aan de zijde van Theutberga wier huwelijk met hun neef Lotharius II kinderloos is, wat dus tot een komende verwerving, althans deling van het Middenrijk kan leiden. Laat zich na de plotselinge dood van Lotharius II (08-08-869) tot koning van Lotharingen wijden te Metz op 09-09-869, doch moet het oostelijke deel daarvan afstaan aan Lodewijk de Duitser bij het verdrag van Meersen op 08-08-870. Laat zich na de dood van zijn neef Lodewijk II door paus Johannes VIII tot keizer kronen te Rome op 25-12-875.
Geacclameerd door een Italiaanse Rijksverzameling tot “protector et defensor” (en daarmee feitelijk tot koning) te Pavia febr. 876. Tracht na de dood van Lodewijk de Duitser (28-08-876) via een bliksemveldtocht naar Aken alsnog het hele Middenrijk te verwerven maar wordt door Lodewijk de Jonge bij Andernach verslagen op 08-10-876. Treft op een rijksverzameling te Quierzy, waar voor de duur van zijn afwezigheid de erfelijkheid van lenen per cartularium wordt afgekondigd, op 14-06-877 voorbereidingen om de paus tegen de Saracenen te hulp te komen maar ziet daartoe in Italië geen kans.
Karel trouwde (2), 46 jaar oud, op 12-10-869 in Bevestid Aix la Chapelle 22-01-870 [bron: Karel de Grote Reeks 1] met NN van Gorze.
Hij trouwde (1), 19 jaar oud, op 13-12-842 in Quierzie met de ongeveer 12-jarige
2183187 Ermentrudis van Orleans, geboren omstreeks 830. Ermentrudis is overleden op 06-10-869, ongeveer 39 jaar oud.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Judith van West Francie, geboren omstreeks 844 (zie 1091593).
II. Lodewijk II van Francie.
III. Karel het kind van Francie.
IV. Karloman de blinde van Francie.
V. Lotharius van Francie.
VI. Ermentrudis van Francie.
VII. Hildegardis van Francie.
VIII. Gisela van Francie.
IX. Rothrudis van Francie.
2183296 Wichman II graaf van Hamaland, geboren omstreeks 795. Wichman is overleden in 860, ongeveer 65 jaar oud.
Notitie bij Wichman: Graaf van Hamaland door huwelijk.
Hij trouwde met
2183297 NN Meginhardsdochter van de IJsselgouw, geboren omstreeks 800.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Wichman III Billung, graaf van de Wetigau, geboren omstreeks 820 (zie 1091648).
II. Meginhart II van Hamaland, geboren vóór 845 (zie 4470864).
2183298 Amelung II, geboren omstreeks 800.
Hij trouwde met
2183299 Hadewich van Saksen, geboren omstreeks 800.
Kind uit dit huwelijk:
I. Imhilde Amelungs dochter, geboren omstreeks 820 (zie 1091649).
2183312 Lodewijk (de vrome) van Karolingen, geboren in 08-778 in Chasseneuil (Poitiers). Lodewijk is overleden op 20-06-840 in Ingelheim, 61 jaar oud. Hij is begraven in Saint Arnould, Metz. Lodewijk is weduwnaar van Ermengarde van Haspengouw (±778-818), met wie hij trouwde (1), 15 of 16 jaar oud, in 794.
Hij trouwde (2), 40 jaar oud, in 02-819 in Aken met de ongeveer 19-jarige
2183313 Judith van Altorf van van Beieren, geboren omstreeks 800. Judith is overleden op 19-04-843 in Tours, ongeveer 43 jaar oud.
Notitie bij Judith: Ook Judith Welfs genoemd
Zij was de tweede vrouw van Lodewijk de Vrome.
Zij is begraven in de Basiliek van Sint Maarten te Tours.
Keizerin-gemalin van het Heilige Roomse Rijk
Kind uit dit huwelijk:
I. Karel II (de kale) van Karolingen, geboren op 13-06-823 (zie 1091656).
2184972 Harald III Klakk van Haithabu van Denemarken.
Kind van Harald uit onbekende relatie:
I. Godfried van Denemarken, geboren omstreeks 830 (zie 1092486).
2184974 [misschien] Alfdag in Frisia, geboren omstreeks 820. Alfdag is overleden na 873, minstens 53 jaar oud.
Notitie bij Alfdag: Vermeld is een Alfdag die goederen geschonken heeft aan het klooster Fulda, welke gelegen waren in Hieslum. deze goederen kwamen uit de erfenis van broer Otger en hij deed die schenking samen met zijn broers Wulpolt en Folcwar. De schenking komt voor in een goederenlijst uit de periode 825-842, maar de schenking kan ook later, maar in ieder geval voor 856 plaats hebben gehad.
In 873 is een graaf Alfdag verantwoordelijk voor de verdediging van Oostergo. Dan valt de Deen Rudolf daar binnen, maar deze wordt verslagen, waarbij vermeld wordt dat de bevolking werd geleid door een Deen die reeds lang onder hen woonde. Het kan Alfdag zijn of een dienstman van hem, van Deense afkomst. Van oudsher onderhielden de Friese vorsten/voormannen en die van de Denen vriendschappelijke banden en telgen trouwden onderling. Omdat graaf Gerhart in dezelfde periode schenkingen doet aan Fulda en de grond in dezelfde plaats is gelegen, en gelet op de tijdbalk, is het niet ondenkbeeldig dat Alfdag en broers zonen zijn van Gerhart, en zoniet, dan toch verwant.
Kind van Alfdag uit onbekende relatie:
I. [misschien] Reginhilde van Frisia, geboren omstreeks 840 (zie 1092487).
2235432 Everhard I Saxo van Hamaland, geboren omstreeks 862. Everhard is overleden in 898, ongeveer 36 jaar oud.
Notitie bij Everhard: Staat vermeld als graaf van Hamaland en markgraaf van Friesland.
Legde in 882 de grote ringbugwal aan in Zutfen.
Vermoord Godfried de Deen in 885.
Hij werd in 898 vermoord door de Fries Waldger, zoon van Gerulf, de stamvader van de graven van Holland. (Waldger III van Teisterband)
Als markgraaf van Frisia zullen hem rechten zijn verleend die later zijn genoemd bij zijn achterneef Wichman IV; rechten in Urk, Hunzego, Midgo, Marne, Fivelgo en Naardinkland.
Hij heeft in heel Frisia op strategische plaatsen ring of walburgen laten aanleggen. Vanaf 885 in Oostburg, Souburg, Domburg, Middelburg, Burg-Haamstede, Rijnsburg en Den Burg; stroomopwaarts bij Aalburg en verder in Hamaland bij Zutfen en Elten; versterkt de Hunnenschans bij Uddel en de oude walburg Duno bij Arnhem en legt mogelijk ook de Hunenborg bij Oldenzaal aan.
Everhard trouwde (2) met Adelinde van Grabfeld.
Hij trouwde (1) met
2235433 Wiltrud?.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Everhard II van Hamaland.
II. Meginhardt IV van Hamaland, geboren omstreeks 890 (zie 1117716).
2235744 Eberhart I van Ortenau. Eberhart is overleden in 902.
Kinderen van Eberhart uit onbekende relatie:
I. Gebhard van Ufgouw (zie 1117872).
II. Eberhard van Maienfeld. Eberhard is overleden in 944.
III. Koenraad van Elzas. Koenraad is overleden in 948.
2235756 Gerhard van Metz van de Gulikgouw (dezelfde als 558914 in generatie 20).
Hij trouwde met
2235757 Oda van de Hessengau (Saksen) (dezelfde als 558915 in generatie 20).
2235758 Karel de Eenvoudige, koning.
Hij trouwde met
2235759 Frederuna.
Kind uit dit huwelijk:
I. Ermentrudis, geboren omstreeks 909 (zie 1117879).

Generatie 23 (edeloudgrootouders)

4366336 Gerulf I graaf in Frisia, geboren omstreeks 800. Gerulf is overleden in 853, ongeveer 53 jaar oud.
Notitie bij Gerulf: Erhard Reg. Historia Westfalica S 11, nr 13.
Vermeld in een oorkonde van 30 mei 839 wanneer hij zijn bezittingen in Westergo terug krijgt van de keizer, welke hem in 834 werden afgenomen wegens zijn samenspanning met Lotharius tegen zijn vader Lodewijk de Vrome.
Vermeld wordt: "goederen in de gouw Westracha, in de villa Cammingehunderi en elders."
Hij zou in 853 zijn toegetreden als monnik tot de abdij van Corvey, waar hij ook is overleden.
Kind van Gerulf uit onbekende relatie:
I. Dirk II graaf in Frisia, geboren omstreeks 825 (zie 2183168).
4366374 Odo van Orleans.
Kind van Odo uit onbekende relatie:
I. Ermentrudis van Orleans, geboren omstreeks 830 (zie 2183187).
4366592 Bennid I van Saksen, geboren omstreeks 780.
Hij trouwde met
4366593 Egbertha van de Wetigau, geboren omstreeks 780.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Herman II van Saksen.
II. Wichman II graaf van Hamaland, geboren omstreeks 795 (zie 2183296).
III. Amelung II, geboren omstreeks 800 (zie 2183298).
4366594 Meginhardt I van Isala, geboren omstreeks 780. Meginhardt is overleden omstreeks 850, ongeveer 70 jaar oud.
Notitie bij Meginhardt: Werd graaf van Isala (Salland).
Kind van Meginhardt uit onbekende relatie:
I. NN Meginhardsdochter van de IJsselgouw, geboren omstreeks 800 (zie 2183297).
4366596 Bennid I van Saksen (dezelfde als 4366592).
Hij trouwde met
4366597 Egbertha van de Wetigau (dezelfde als 4366593).
4366598 Egbert van Saksen, geboren omstreeks 756. Egbert is overleden omstreeks 810, ongeveer 54 jaar oud.
Notitie bij Egbert: Uit: http://www.wikiwand.com/nl/Egbert_van_Saksen
Egbert van Saksen
Egbert I (ca. 756; † voor 811) was graaf van Boroctra in Westfalen en graaf van de Deense Mark en was de zogenaamde Dux der Saksen. Hij wordt beschouwd als de stichter van de adellijke familie van Egbertijnen.
Hoewel hij in de bronnen beschreven wordt als een Saksische graaf, was Egbert waarschijnlijk van adellijke Frankische afkomst. Bovendien werd hij door Karel de Grote benoemd tot de militaire commandant (dux) van de Saksen, tussen de Rijn en de Weser. Op bevel van keizer Karel de Grote nam Egbert samen met andere Saksische graven, waarschijnlijk het gevolg van zijn titel als "Dux", de plaats Esesfeld aan de Stör in en hield deze bezet. Egbert had een aantal goederen in het zuiden van Westfalen, tussen Rijn en Wezer. Op basis van historisch onderzoek bestaat het vermoeden dat de Egbertijnen verwant waren aan de Liudolfingen (Ottonen).

Volgens de Vita Idae was Egbert getrouwd met Ida van Herzfeld, dochter van Frankische adel, en hadden zij samen de volgende kinderen:
Cobbo de Oudere (* 800), graaf van Hrecwiti en Boroctra in Westfalen ongeveer 825-850
Warin, abt van de Abdij van Corvey
Ida, de jongere, tweede echtgenote van graaf Asig (Esiko) van de Saksische Hessengouw en naar wie de Esikonen vernoemd zijn
(Niet zeker:) Addila, na de dood van haar echtgenoot Bunicho en haar zonen, ging ze naar abdij van Herford en werd abdis.
gravin Haduwey, die later abdes werd van Herford, zij huwde met graaf Amalung.
Een dochter van Haduwey en Amalung huwde hoogstwaarschijnlijk met Wichman II (*?-880).
Zij hadden een zoon graaf Egbert Billung, die ten minste twee zonen had, Herman Billung en Wichman de oude.
Hij trouwde met
4366599 Ida van Herzfeld.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Cobbo de oudere van Saksen.
II. Warin van Saksen.
III. Ida van Saksen.
IV. Hadewich van Saksen, geboren omstreeks 800 (zie 2183299).
4366624 Karel (de Grote) van Karolingen, geboren op 02-04-748 in Aix-la-Chapelle. Karel is overleden op 28-01-814 in Aken, 65 jaar oud.
Hij trouwde met
4366625 Hildegard van Vinzgouw, geboren omstreeks 758. Hildegard is overleden omstreeks 783, ongeveer 25 jaar oud.
Kind uit dit huwelijk:
I. Lodewijk (de vrome) van Karolingen, geboren in 08-778 in Chasseneuil (Poitiers) (zie 2183312).
4366626 Welf I (van Argengouw) van Altorf, geboren omstreeks 775. Welf is overleden op 03-09-825, ongeveer 50 jaar oud.
Notitie bij Welf: Graaf in het Frankenrijk.
Hij trouwde, ongeveer 19 jaar oud, omstreeks 794 met de ongeveer 16-jarige
4366627 Heilwich van Thurgouw, geboren omstreeks 778. Heilwich is overleden na 833, minstens 55 jaar oud.
Notitie bij Heilwich: Werd in 826 Abdis van de abdij van Chelles
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Rudolf (van Ponthieugouw) van Altorf. Rudolf is overleden op 06-01-866.
II. Hrodo (van Argengouw) van Altorf.
III. Judith van Altorf van van Beieren, geboren omstreeks 800 (zie 2183313).
IV. Koenraad (van Argengouw) van Altorf, geboren omstreeks 800. Koenraad is overleden op 16-02-863, ongeveer 63 jaar oud.
V. Emma van Altorf, geboren omstreeks 808. Emma is overleden op 31-01-876 in Regensburg, ongeveer 68 jaar oud. Emma trouwde met Lodewijk de Duitser van Karolingen. Lodewijk is geboren omstreeks 806, zoon van Lodewijk (de vrome) van Karolingen (zie 2183312) en Ermengarde van Haspengouw. Lodewijk is overleden in 876, ongeveer 70 jaar oud.
Notitie bij Lodewijk: Koning van Beieren
4369948 [misschien] Gerhart graaf van Westergo in Frisia, geboren omstreeks 805. Gerhart is overleden in 859, ongeveer 54 jaar oud.
Notitie bij Gerhart: Graaf van Westrichouw, vermeld omstreeks 840 in Hieslum, Westergo.
Schenkt in de periode 825-842, maar in elk geval vòòr 856, goederen aan het klooster Fulda, gelegen in Hieslum.
Hij trouwde met [misschien]
4369949 [misschien] Reginhild van Denemarken, geboren in 810.
Kind uit dit huwelijk:
I. [misschien] Alfdag in Frisia, geboren omstreeks 820 (zie 2184974).
4470864 Meginhart II van Hamaland, geboren vóór 845. Meginhart is overleden in 881, minstens 36 jaar oud.
Hij trouwde met
4470865 Evesa van de Argengau. Evesa is overleden na 881.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Meginhardt III van Hamaland, geboren omstreeks 855. Meginhardt is overleden in 917, ongeveer 62 jaar oud. Meginhardt trouwde met Hildegard.
II. Everhard I Saxo van Hamaland, geboren omstreeks 862 (zie 2235432).
4471488 Udo van Lahngau. Udo is overleden vóór 885.
Hij trouwde met
4471489 Judith van Argengau.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. Eberhart I van Ortenau (zie 2235744).
II. Koenraad van Lahngau. Koenraad is overleden in 906.
III. Gebhard hertog van Lotharingen.

Generatie 24 (edeloudovergrootouders)

8732672 [waarschijnlijk] Dirk, graaf in Frisia, geboren omstreeks 775. Dirk, is overleden omstreeks 822, ongeveer 47 jaar oud.
Notitie bij Dirk,: Uit: De afstamming van de Hollandse graven; dr. Kees Nieuwenhuizen.
Artikel gepubliceerd in De Nederlandsche Leeuw 126-2, 2009, p. 29 - 39.
..."In de geschreven bronnen over Frisia in de 8ste en 9de eeuw komt de naam Dirk meermalen voor. Een van de twee graven Dirk die in 880 sneuvelden was mogelijk een Fries. Er is een Dirk ‘gratia Dei’ geweest die bezittingen had in noordelijk Frisia en die in 822 stierf, en tenslotte een veldheer Dirk die in 793 in Oost-Friesland zijn laatste gevecht leverde.. Over familiebanden tussen de genoemde Dirken en Gerulfen kan alleen maar gespeculeerd worden. Misschien was een van de twee Dirken die in 880 sneuvelden de ‘missing link’ tussen Gerulf I en II. Verder terug in de tijd is het denkbaar dat Gerulf I een zoon was van Dirk ‘gratia Dei’ († 822). Tenslotte is het mogelijk dat Dirk ‘gratia Dei’ een zoon was van veldheer Dirk († 793). Qua namen vormt het in elk geval een fraaie reeks: veldheer Dirk († 793), Dirk ‘gratia Dei’, Gerulf I, Dirk († 880), Gerulf II en Dirk I van Holland.
Met veldheer Dirk loopt het spoor dood. Hij is - in deze hypothetische reeks - de oudst bekende voorouder van de Hollandse graven. Hij was een verwant van Karel de Grote, maar we weten niet op welke wijze die verwantschap precies liep. Waar hij vandaan kwam weten we ook niet, maar aangezien hij zijn militaire carrière begon in Saksen, in het noordoosten van het Duitse Rijk, is het aannemelijk dat daar zijn geboortegrond lag"...
Hij trouwde met [waarschijnlijk]
8732673 [waarschijnlijk] Theodrada, geboren omstreeks 777. Theodrada is overleden omstreeks 845, ongeveer 68 jaar oud.
Kinderen uit dit huwelijk:
I. [waarschijnlijk] Gerulf I graaf in Frisia, geboren omstreeks 800 (zie 4366336).
II. [waarschijnlijk] Gerhart graaf van Westergo in Frisia, geboren omstreeks 805 (zie 4369948).
8733184 Amelung van Saksen.
Kind van Amelung uit onbekende relatie:
I. Bennid I van Saksen, geboren omstreeks 780 (zie 4366592).
8733186 Wichman van de Wetigau, geboren omstreeks 750.
Notitie bij Wichman: Was één van de grote steunpilaren van Karel de Grote en werd na de vredesbesprekingen met de Denen, toen de noordgrens van het Frankische rijk werd vastgesteld, als beloning voor bewezen diensten, benoemd tot graaf van de Saksische gouwen langs de kust ten oosten van de Lauwers.
Kind van Wichman uit onbekende relatie:
I. Egbertha van de Wetigau, geboren omstreeks 780 (zie 4366593).
8733252 Ruthart van Argengouw.
Hij trouwde met
8733253 Irminsind van NN.
Kind uit dit huwelijk:
I. Welf I (van Argengouw) van Altorf, geboren omstreeks 775 (zie 4366626).
8733254 Isanbarth van Thurgouw.
Notitie bij Isanbarth: Was een Saksische edelman
Hij trouwde met
8733255 Theodrada van NN.
Kind uit dit huwelijk:
I. Heilwich van Thurgouw, geboren omstreeks 778 (zie 4366627).
8739896 [waarschijnlijk] Dirk, graaf in Frisia (dezelfde als 8732672).
Hij trouwde met [waarschijnlijk]
8739897 [waarschijnlijk] Theodrada (dezelfde als 8732673).
8739898 Horik (Erik I) van Denemarken.
Kind van Horik uit onbekende relatie:
I. Reginhild van Denemarken, geboren in 810 (zie 4369949).
8941728 Wichman II graaf van Hamaland (dezelfde als 2183296 in generatie 22).
Hij trouwde met
8941729 NN Meginhardsdochter van de IJsselgouw (dezelfde als 2183297 in generatie 22).
8941730 Koenraad van de Argengau.
Hij trouwde met
8941731 Adelheid van de Elzas.
Kind uit dit huwelijk:
I. Evesa van de Argengau (zie 4470865).

Generatie 25 (edeloudbetovergrootouders)

17465344 Radboud III vorst in Frisia.
Kind van Radboud uit onbekende relatie:
I. Dirk, graaf in Frisia, geboren omstreeks 775 (zie 8732672).
17465346 Bernard.
Kind van Bernard uit onbekende relatie:
I. Theodrada, geboren omstreeks 777 (zie 8732673).
Gegenereerd met Aldfaer-versie 10.1 op 04-08-2022 16:04:05 door A. Post